Een goede dag voor de democratie in een gespleten land
e Republikeinse macht in Washington is aangetast. In de midterms, verkiezingen halverwege de zittingstermijn van een president, hebben de Republikeinen hun meerderheid in het Huis van Afgevaardigden verloren. De Amerikaanse democratie functioneert dus. Na twee jaar ongekend fel maatschappelijk debat en een uiterst gespannen campagne heeft de partij die niet aan de macht was weer een voet tussen de deur. Met een meerderheid in het Huis hebben de Democraten nu meer mogelijkheden om de stem te vertolken van kiezers die zich na de overwinning van een Republikeinse president ten tijde van een Republikeins Huis en een Republikeinse Senaat niet meer naar behoren vertegenwoordigd wisten. Het Amerikaanse stelsel is weer iets meer in balans, de onvrede met Trump heeft zich vertaald in politieke invloed.
Voor de Democraten is het belangrijk om na acht jaar weer eens de meerderheid te hebben in het Huis, ook al werd het niet de triomftocht waar velen op hadden gehoopt. Maar na de smadelijke nederlaag van Hillary Clinton in 2016 en de niet aflatende pogingen van Trump om de erfenis van zijn voorganger president Barack Obama uit te wissen, konden de Democraten weer eens een feestje vieren. Een oppositie die weer gaat geloven in zichzelf is essentieel – en ook zo bezien is de Democratische overwinning goed voor het democratische bestel.