Macron bezoekt zijn tegenstanders
Honderd jaar geleden eindigde de Eerste Wereldoorlog. Tijdens zijn herdenkingstoer botst Macron vooral met de gewone man.
Samuel Beauvois, vakbondsman bij Renault, had de wachtende journalisten vooraf al gewaarschuwd. „Macron heeft hier niets te zoeken en dat laten we hem weten”, smoesde hij voordat de Franse president donderdagochtend bij de autofabriek in het Noord-Franse Maubeuge arriveerde. „Dat deze fabriek zo goed gaat, is niet zijn verdienste maar die van ons.”
Als Renault-topman Carlos Ghosn onder applaus van het personeel verteld heeft dat hij hier nog eens 450 miljoen euro gaat investeren en 200 nieuwe arbeidsplekken creëert, neemt Macron het woord. Meteen klinkt ook de stem van Beauvois. „ Monsieur Macron, u bent hier niet welkom!” Honderden fabrieksarbeiders joelen, richting Beauvois. „Wat Ghosn ons geeft, pakt u weer af”, volhardt hij, verwijzend naar stijgende dieselprijzen en tanende koopkracht.
De Franse president moet het inmiddels gewend zijn. Sinds afgelopen weekend reist hij een volle week onafgebroken langs slagvelden en herdenkingsplaatsen in Noord- en Noordoost-Frankrijk om te memoreren dat honderd jaar geleden, op 11 november 1918, de Eerste Wereldoor- log tot een eind kwam. Om daar een actuele draai aan te geven, bezoekt hij in deze zwaar door de-industrialisatie en werkloosheid geraakte regio niet alleen oorlogsmonumenten, maar ook bedrijven, scholen en andere plaatsen waar aan een betere toekomst gewerkt wordt.
„De symboliek is duidelijk”, zei een medewerker van Macron bij de presentatie van het slopende programma. „Nadat deze regio in de oorlog is platgebombardeerd, wisten we de industrie weer op te bouwen. Zo’n gezamenlijke inspanning van alle Fransen is nu opnieuw nodig.”
Macron slaapt iedere nacht op locatie in de provincie, laat zich door lokale media interviewen en liet voor de wekelijkse vergadering van de ministerraad woensdag zelfs al zijn bewindslieden naar het plaatsje Charleville-Mézières in de Ardennen overkomen. Dat het nationaal-populistische Rassemblement National van Marine Le Pen in deze streken veel kiezers trekt, geeft Macrons tour een politieke dimensie: hij is terug naar de burgers en hoopt de Fransen weer dezelfde kant op te laten kijken. Het woord „verzoening” valt veel.
Maar steeds als de president zich onder gewone mensen begeeft, komt het tot aanvaringen. De tournee, toch in de eerste plaats bedoeld als waardig slot na vier jaar herdenkingen van de Grande Guerre, dreigt zo overschaduwd te worden door het politiek explosieve debat over de brandstofprijs en de koopkracht. Beelden die blijven hangen zijn niet van plechtige oorlogsbezoeken, maar van discussies op straat.
800.000 Fransen tekenden een petitie waarin ze de regering betichten het milieu als voorwendsel te gebruiken om begrotingsgaten met hogere dieselaccijnzen te dichten. Voor 17 november zijn op 400 plaatsen in het land wegblokkades aangekondigd van de beweging van „gele hesjes”, een omineuze verwijzing naar de protestbeweging met „rode mutsjes” die in 2013 François Hollande op de knieën kreeg met acties tegen de ecotaks. Wat in het Ancien Régime de graanprijs was, is nu de benzineprijs, waarschuwde opiniepeiler Jérôme Fourquet. „Het kan snel oplaaien.”
Fulltime op campagne
Nota bene in Verdun, waar het Franse leger in 1916 een van de zwaarste beproevingen uit de oorlog onderging, kwam het dinsdag tot een eerste hoogoplopend debat. „Waarom slacht u ons af”, vroeg een gepensioneerde dame een dag later in Charleville. Maar Macron is vaak op zijn strijdbaarst als hij een tegenstander voor zich heeft. Hij lijkt een half jaar voor de Europese verkiezingen, en op een dieptepunt in de peilingen, alweer fulltime op campagne.
„Blijf hier”, zegt hij als de eenzame vakbondsman in de Renault-fabriek zich na zijn interruptie uit de voeten wil maken. „Ik luister naar u, dus heb het fatsoen ook naar mij te luisteren.” Hij legt uit dat de hoge prijzen aan de pomp vooral te wijten zijn aan de hoge olieprijs, maar dat zijn regering diesel inderdaad zwaarder belast om Fransen ertoe aan te zetten schonere auto’s te kopen – auto’s die hier door Renault geproduceerd worden. „We zijn hier niet voor een showtje”, zegt hij. „We moeten er samen een succes van maken.”
Sinds Charles De Gaulle in de jaren zestig is in deze regio geen enkele Franse president langsgeweest. „Dat toont de desinteresse”, zegt Macron. Bewaakt door een agent houdt de vakbondsman zich verder stil. Zijn collega’s maken selfies met Macron.
Een paar uur later trekt de president „zijn kostuum van staatshoofd weer aan”, zoals een tv-journalist het noemt.
In de herfstzon schrijdt hij langs het immense monument met tienduizenden namen bij de necropool van Notre-Dame-de-Lorette, bij Arras, waar 40.000 soldaten uit de oorlog begraven liggen. „ Monsieur le Président”, zoals iedereen hier beleefd zegt, luistert in stilte naar familieverhalen uit de oorlog en ontsteekt, alleen op de lege vlakte, de vlam voor de onbekende soldaat. Een paar keer grijpt Macron naar een verfrommeld zakdoekje. Hij heeft op reis een verkoudheid opgelopen.