Asielbeleid moet ook reëel, voorspelbaar en eerlijk kunnen zijn
de handtekeningenteller voor een burgerinitiatief over het kinderpardon staat op meer dan 200.000. Het gros werd vorige week geplaatst na de controverse over VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff die in een documentaire „Ja, dus?” zei, tegen het bijna 9-jarige in Nederland geboren jongetje Nemr, dat naar Irak uitgezet zal worden. Met z’n familie. Zijn stelling was: „Als ik daar naartoe ga heb ik geen toekomst.” Dijkhoff legt dan uit hoe het zit, met het kinderpardon. Nemr schudt intussen heftig ‘nee’ – en als Dijkhoff is uitgesproken laat de 9-jarige een paar seconden stilte vallen en slaakt hij een hoorbare zucht. „Ja, dus?” zegt Dijkhoff dan, hulpeloos.
Daarmee was een rel geboren. Over wéér een VVDpoliticus die ongevoelig lijkt voor wat er leeft, na de ‘stapel stenen’ waarmee minister Bruins (zorg) failliete ziekenhuizen vergeleek. Precies in de week waarin bleek dat failliete reisbureaus beter met hun cliënten omgaan dan failliete ziekenhuizen.
Emotie telt dubbel in de politieke arena, zeker bij thema’s waar het broeit, zoals migratie en zorg. Voeg er een mediageniek migrantenjongetje aan toe, met een jaloersmakende beheersing van het Nederlands voor een 9-jarige en Nederland is om. Het is tegelijk ook exploitatie-tv, met een écht slachtoffer. Zowel van het strenge asielstelsel als van z’n ouders, die hun kind laten gebruiken voor een nieuw kinderpardon, en dus ook voor hun zaak. Dit was mis, op veel manieren.
Een dag later kon Dijkhoff zelf per Twitter proberen de schade, samengevat in ‘#jadus’, wat te beheersen. Dat Nederland niet iedere vluchteling kan opnemen, maar alleen degenen uit écht onveilige landen. En dat zoiets enorm moeilijk is vast te stellen en tot harde beslissingen verplicht. Maar dat er ook voor humanitaire gevallen en bijzondere omstandigheden een kansje is. Zelf streek hij als staatssecretaris voor asiel in 240 gevallen de hand over het hart. Dat hoort er óók bij.