De leugen regeert op de hele Balkan
Waarom is er nog geen grote roman over het aardbevingsdrama door de Groningse gasboringen? Saskia Goldschmidt en Jan Mulder doen in hun nieuwe romans interessante pogingen dat verhaal te vertellen.
p Korfoe nam ik de draagvleugelboot naar Albanië. Ik moest en zou teruggaan naar dat mysterieuze land, waar ik me dankzij een storm op zee een paar dagen lang ter plaatse had kunnen verdiepen in het zevenenveertig jaar durende communistische verleden en de mythes die er de ronde over doen. Aangekomen in het stadje Gjirokastër bleek de waarheid anders dan ik dacht. Eerste begaf ik me naar het kasteel waar begin negentiende eeuw de lokale Ottomaanse bestuurder Ali Pasja op last van de sultan werd gefusilleerd, omdat hij te veel macht had gekregen. Ik kende hem uit de roman Kroniek van de stenen stad van Ismail Kadare, die net als de dictator Enver Hoxha in Gjirokastër werd geboren.
In een wirwar van stegen vroeg ik de weg naar Kadare’s wieg aan een man die met zijn dolk speelde. Zwijgend nam hij me bij de hand, nadat hij zijn wapen tussen zijn riem en buik had gestoken. De stegen werden nauwer en vuiler, totdat we het als museum ingerichte huis bereikten, waar Kadare als kind de literatuur ontdekte toen hij uit de boekenkast van zijn oom Shakespeares Macbeth pakte. Een betere voorbereiding op een dictatuur kun je niet krijgen.
Geschokt was ik echter toen ik van kenners vernam dat Kadare, die in zijn romans het Ottomaanse Rijk als metafoor voor Hoxha’s dictatuur gebruikt, zijn ziel aan de duivel heeft verkocht om die boeken te kunnen schrijven. Zo was hij na de dood van de dictator in 1985 vice-voorzitter van een organisatie, die het volk voor het regime moest winnen. Deze organisatie werd geleid door Hoxha’s weduwe, die ook de geheime politie Sigurimi aanstuurde. Toen Kadare’s dochter wilde trouwen met iemand die hij niet als schoonzoon zag zitten, was het die Sigurimi die een einde maakte aan die verhouding. Het is weliswaar geen Macbeth, maar toch.