De impact van een DWDD-interview
Griet Op de Beeck in De Wereld Draait Door. uim een jaar geleden was de Vlaamse schrijfster Griet Op de Beeck te gast bij De Wereld Draait Door, waar ze vertelde dat ze als jong meisje door haar vader was misbruikt. Ik vond het een goed interview, omdat Matthijs van Nieuwkerk meegevoel met Op de Beeck toonde, maar ook de lastige kwestie aansneed die veel kijkers zal hebben beziggehouden, namelijk hoe het kwam dat zij zich de feiten pas decennia na dato had herinnerd. onderdagavond zat Op de Beeck weer in het programma – na enige aarzeling, zei ze zelf – om te vertellen hoe zwaar ze het sindsdien had gehad. Ze had haar verhaal gedaan om incest bespreekbaar te maken, maar het resultaat was een debat over het al dan niet bestaan van ‘hervonden herinneringen’ – iets waar in de psychologie de meningen sterk over uiteen lopen.
In de dagen na de uitzending lieten de columnisten Max Pam en Sylvain Ephimenco weten niet te geloven dat het verhaal van Op de Beeck op feiten berustte. Die laatste suggereerde dat een en ander „kunstmatig was geïnsemineerd” door een therapeut. De heren stonden wellicht niet vooraan toen God de empathie uitdeelde. Op de Beeck ging door een diep dal, zo bleek uit een uitgebreide reconstructie die de Volkskrant zaterdag publiceerde en die nu op de DWDD -tafel lag.
Er volgde een gesprek dat ongemakkelijk verliep, omdat het méér nog dan een jaar geleden ging over de betrouwbaarheid van het relaas van de schrijfster. Op de Beeck zei dat het taboe groter was gebleken dan ze vooraf had gedacht: „Niemand wil zich voorstellen dat een vader aan zijn dochter van vijf zit te prutsen.” Haar inzicht over haar verleden was „niet het gevolg van een paar beelden, maar van haar hele leven. Ik zou Max Pam graag eens een week in mijn hoofd willen laten meekijken.”
Van Nieuwkerk kon niet veel anders doen dan zijn journalistieke taak uitvoeren en haar de citaten van de critici voorhouden. Hij vroeg door over ‘de wetenschap’ en ‘bewijs’ – had ze de commotie niet kunnen voorzien? Je ging je afvragen of hij de advocaat van de duivel (of dan in elk geval die van Max Pam) speelde of dat hij zelf ook twijfels had. Heel anders was de opstelling van tafeldame Claudia de Breij, die vertelde hoe kwaad ze was geworden toen ze de column van Max Pam las.
In de laatste zes minuten van het interview stelde Van Nieuwkerk nog één vraag. Dat was niet de vraag die ik graag had willen horen, namelijk wat Op de Beeck achteraf vond van het interview van een jaar geleden. En hoe kijkt Van Nieuwkerk zelf terug, in het licht van wat zij had meegemaakt „na en misschien wel door” (Van Nieuwkerks openingstekst) haar DWDD -optreden?
De gesprekken met de schrijfster toonden wat we natuurlijk al weten: hoezeer DWDD niet alleen verslag doet van de media, maar er ook een kolossale kracht in is – daar mag in het programma zelf best op worden gereflecteerd. et slotitem van de donderdaguitzending was gewijd aan de juridische procedure die Emile Ratelband heeft aangespannen om zich twintig jaar jonger te laten verklaren. Van Nieuwkerk leek dat interview als corvee te beschouwen. Hij vroeg Ratelband kribbig om hem zijn grapjes te besparen, had het over een ‘groteske zucht naar aandacht’ en liet het woord onanie uit zijn mond glippen.
Even later refereerde Ratelband aan Op de Beeck toen hij uitriep: „Waarom geloof je haar wel en mij niet?” Soms zegt één vraag meer dan duizend antwoorden. Arjen Fortuin