Ondernemers in Italië voeren oppositie. Ze willen dat het kabinet investeert in wegen
De oppositie komt in Italië van ondernemers. Sociale programma’s leveren geen banen op, investeer in infrastructuur, zeggen ze. Zaterdag is een groot protest in Turijn gepland. „Het gaat hier om de toekomst van de economie.”
Hoe denken ze het land te laten groeien? Met meer fietspaden? Vincenzo Boccia werkgeversvoorzitter
Ondernemer Dario Gallina ontploft bijna als hij zijn bezwaren samenvat. „De regering in Rome moet begrijpen wat op het spel staat. Ze hebben een ideologische vooringenomenheid tegen infrastructuur. Zo laat je Italië niet groeien, maar raken we dertig, veertig jaar achterop en komt Italië in een hoek waar het heel moeilijk weer uitkomt.”
Gallina heeft een plasticfabriek in Pië- mont, in het noordwesten van Italië, en is voorzitter van de Industrie-unie in Turijn. Hij is een van de gangmakers achter wat begon als een lokaal protest tegen plannen om de aanleg van een hogesnelheidslijn naar Frankrijk stil te leggen, en nu uitgroeit tot een nationaal werkgeversprotest tegen de kabinetsplannen.
Zaterdag moet dat leiden tot een grote protestactie in Turijn, en voor begin volgende maand heeft werkgeversorganisatie Confindustria daar al haar kopstukken bij elkaar geroepen. Voorzitter Vincenzo Boccia, die zich de eerste vier maanden op de vlakte heeft gehouden over het kabinetsbeleid, trekt nu ook fel van leer. Vorige maand zei hij honend: „Hoe denken ze het land te laten groeien? Met meer fietspaden?”
Voorzitter Vincenzo Ilotte van de Turijnse Kamer van Koophandel noemt het „de druppel die de emmer doet overlopen”. Vorige maand stemde de gemeenteraad van Turijn, gedomineerd door de regerende Vijfsterrenbeweging, tegen voltooiing van de hogesnelheidslijn TurijnLyon. Eerder had de partij de kandidatuur van de stad voor Olympische Winterspelen en een G7-vergadering geblokkeerd. „We zijn, nadat in de stad twee jaar de Vijfsterrenbeweging heeft geregeerd, diep teleurgesteld. De keuzes die worden gemaakt zijn ten diepste verkeerd.”
Ondernemer Gallina: „Dit is veel meer dan een lokale zaak. De mensen zijn het beu steeds ‘nee’ te horen als het gaat over verbetering van de infrastructuur.” Werkgeversvoorzitter Boccia: „Om het land te laten groeien, moet je bouwplaatsen openhouden, niet sluiten.”
Steun voor harde lijn
In opiniepeilingen staat nog steeds zo’n 60 procent achter het populistische kabinet van Vijfsterrenbeweging en Lega dat in juni is aangetreden. De plannen om miljarden meer uit te geven om ouderen eerder met pensioen te laten gaan en mensen zonder werk een soort bijstand te geven, kweken veel goodwill. De keiharde aanvaring hierover met Brussel nemen veel Italianen voor lief. Ook de harde lijn tegen illegale immigranten krijgt brede steun.
De politieke oppositie verkeert in een identiteitscrisis. Het zijn ondernemers die nu vooroplopen in het verzet tegen het kabinet. Gallina vat de kritiek samen: „Het is terecht en hard nodig” dat het kabinet iets wil doen tegen armoede door invoering van een soort bijstand, „maar zo schep je nog geen werk.”
Boccia somt de bezwaren op. De Italiaanse werkgevers zien onvoldoende aandacht voor investeringen in onderwijs en technische opleidingen en vragen een flexibelere arbeidswet. Ze begrijpen niet dat het kabinet bezuinigt op het plan voor Industrie 4.0, bedoeld om technologische innovatie te stimuleren, en dat het de mogelijkheid beperkt winst te herinvesteren in het bedrijf. Confindustria plaatst, met de Italiaanse centrale bank en de parlementaire begrotingscommissie, grote vraagtekens bij de 1,5 procent groei waarmee het kabinet in zijn begroting voor 2019 rekent.
Het broeit al een paar weken, en het debat over de hogesnelheidslijn, ook voor goederenvervoer, is olie op het vuur. „Deze lijn moet het noordwesten van Italië met heel Europa verbinden”, zegt Gallina. „Die tunnel erin kost 8,5 miljard euro, maar biedt enorme perspectieven.”
Volgens hem stagneert Italië door gebrek aan investeringen in infrastructuur. „Onze belangrijkste verbinding met Frankrijk is nog steeds een tunnel uit 1871, bij Fréjus. Een betere verbinding met Parijs, Barcelona en Londen verandert het perspectief van Turijn en heel Italië. Je moet hier geen grappen over maken. Als Italië in de jaren 50 en 60 niet enorm had geïnvesteerd in verbetering van zijn infrastructuur, zou het nooit zo zijn gegroeid. De Vijfsterrenbeweging heeft een provinciaal beeld van wat er moet gebeuren.”
De Vijfsterrenbeweging, met 32 procent van de zetels de grootste partij in de Italiaanse coalitie, zet in het algemeen grote vraagtekens bij de bestaande infrastructuurplannen: hsl-verbindingen tussen Genua en Milaan en tussen Brescia en Verona, een tunnel onder de Brenner waaraan al wordt gewerkt, oplossingen voor verkeersknooppunten bij Bologna en Venetië. Zij vindt dat het geld beter besteed kan worden aan verbetering van lokaal openbaar vervoer.
De hsl tussen Turijn en Lyon is daarbij een speerpunt geworden. Jarenlang heb-
ben actiegroepen zich daartegen verzet. De aanleg van de bijna 60 kilometer lange tunnel door de Alpen, voor 40 procent met Europees geld gefinancierd, zou te duur zijn. Ook zou de aanleg het landschap aantasten, vooral in de prachtige Val di Susa. Voor de Vijfsterrenbeweging is het een symbool geworden voor de roep om ander beleid. Daarom regelde zij dat de gemeenteraad van Turijn, bestuurd door een burgemeester van de partij, zich tegen voltooiing van de lijn keerde.
Bakzeil
De partij had dit ook nodig. Zij heeft vorige maand bakzeil moeten halen in haar verzet tegen de Transadriatische Pijpleiding (TAP), die aardgas vanuit Azerbeidzjan naar Europa moet brengen. Deze pijpleiding komt volgens de planning aan land in Apulië, in de hiel van de Italiaanse laars. De Vijfsterrenbeweging hebben hun aanhangers bezworen dat dit „nooit, maar dan ook nooit” zou gebeuren en dat het landschap zou worden beschermd – net zoals zij had beloofd dat de vervuilende staalfabriek Ilva in Taranto, ook in het zuiden, dicht zou gaan. Het bleek te kostbaar de bestaande plannen voor de TAP af te blazen. Teleurgesteld en boos zijn mensen in Puglia die op de Vijfsterrenbeweging hebben gestemd, nu demonstratief partijvlaggen aan het verbranden.
Een concessie bij de TAV, zoals Italianen de hsl aanduiden, zou bij veel partijleden kwaad bloed zetten. Vijfsterrengemeenteraadslid Viviana Ferrero vatte het zo samen: „Voor ons was de strijd in Val di Susa een politiek laboratorium, de TAV is de moeder van alle gevechten.” En haar fractieleider Valentina Sganga: „Wij zijn geen vijand van de vooruitgang, maar we geloven in een ander model van ontwikkeling.” Decrescita felice, gelukbrengende krimp, zo heeft de partij dat genoemd.
Werkgeversvoorzitter Boccia, ironisch: „Ik heb nog nooit een land gezien dat gelukkig is als de fabrieken dicht zijn en de bouwplaatsen stilliggen.”
Ook voor ondernemers is dit een principekwestie aan het worden. Gallina: „Het gaat hier om een strategische keuze.” Daarbij vinden zij de vakbonden aan hun zijde: die hebben gewaarschuwd dat het stilzetten van de hsl zou leiden tot verlies van duizenden banen. Dit is het protest van de „partij van het bbp”, schrijven Italiaanse media.
Een enkele commentator maakt al voorzichtig een vergelijking met de legendarische ‘mars van 40.000’, waarmee het kader van Fiat (lang het bedrijf dat Turijn domineerde) zich keerde tegen de voortdurende vakbondsacties die het bedrijf lamlegden. De mars betekende een keerpunt in de Italiaanse verhoudingen.
Gallina roept, retorisch, dat hij hoopt dat er 100.000 mensen naar Turijn komen. „Ik hoop dat dit een waterscheiding wordt. Het Italië dat werkt heeft lang afgewacht, de andere kant op gekeken. Nu laten mensen zich horen die tot nu toe stil zijn gebleven.”
Ilotte tempert de verwachtingen. „Zeker, dit is het protest van heel de productieve sector, maar de tijd is te kort om al zoiets als een mars van 40.000 te organiseren. De discussie over de TAV heeft wel een doos van Pandora geopend. Iedereen realiseert zich dat de problemen heel groot zijn en veel verder gaan dan de TAV alleen.”
Handjeklap
Vraag is nog hoe de Lega zich hierbij zal opstellen. In het ‘contract voor de regering van de verandering’ dat de twee coalitiepartners hebben gesloten, staat maar één kort zinnetje over de TAV: „Wij zetten ons ervoor in het project voor de toepassing van het akkoord tussen Italië en Frankrijk integraal opnieuw te bediscussiëren.”
De Lega, met veel aanhangers in het midden- en kleinbedrijf in het noorden, is eigenlijk vóór investeringen in infrastructuur. Attilio Fontana, Legapresident van de regio Lombardije, vindt de TAV van fundamenteel belang voor de economie van Noord-Italië. Maar Legaleider Matteo Salvini, de sterke man in het kabinet, houdt zich op de vlakte. Hij weet dat hij, met 17 procent van de stemmen, qua zetels in de minderheid is, ook al geven peilingen hem nu rond de 30 procent. Hij wil bovendien de indruk vermijden dat de Vijfsterren, de grotere partij in het kabinet, voortdurend concessies moet doen.
Gallina en Ilotte zijn er niet gerust op dat de hsl inzet wordt van handjeklap tussen de twee coalitiepartijen. Gallina: „Het gaat hier om de toekomst van de economie van Italië. Die mag nooit de inzet zijn van ruilhandel.”
Het Italië dat werkt heeft lang de andere kant op gekeken Dario Gallina ondernemer