Dekker: rechtsbijstand spreekt niet meer vanzelf
Minister Dekker wil dat mensen bij conflicten minder snel een advocaat inzetten. Hij acht dat effectiever en goedkoper. De rol van advocaten wordt in het nieuwe stelsel een stuk kleiner
Mark Lievisse Adriaanse
Het stelsel van rechtsbijstand gaat flink op de schop. Rechtsbijstand voor mensen met juridische problemen is niet langer vanzelfsprekend. Mensen moeten voortaan meer zélf hun problemen oplossen, desnoods begeleid door maatschappelijk werkers, mediators of juristen. Pas daarna komen ze eventueel in aanmerking voor rechtsbijstand.
Dat is de kern van de plannen die minister Sander Dekker (Rechtsbescherming, VVD) vrijdag presenteerde voor een „modernisering” van de rechtsbijstand. Die is volgens hem nodig omdat juridische procedures nu te weinig problemen zouden oplossen. Ook moet de groei van het aantal zaken dat met de rechtsbijstand wordt vergoed, worden ingeperkt: de kosten zouden te hoog zijn.
Mensen moeten in het nieuwe stelsel eerst zelf op zoek naar een oplossing. „Zelfredzame” burgers kunnen online terecht, op gespecialiseerde websites. Minder zelfredzame burgers moeten ook bij spreekuren van maatschappelijk werkers en juristen in hun wijk terecht kunnen.
Als mensen er zelf niet uitkomen, kunnen ze bij een nieuw op te richten „onafhankelijke instantie” terecht met een verzoek om rechtsbijstand. Een soort „huisarts”, aldus Dekker, maar dan voor juridische bjjstand.
Er komen zogeheten ‘rechtshulppakketten’ die verzekeraars, advoca- ten en mediators moeten gaan aanbieden. Lage inkomens krijgen bij aankoop een vergoeding van de overheid; hogere inkomens moeten zelf alles betalen.
De rol van advocaten wordt in het nieuwe stelsel kleiner. Ze worden als het ware een van de mogelijke hulpverleners bij een ( juridisch) conflict, niet meer de vanzelfsprekende. In het strafrecht, bij asielzaken en bij gedwongen opnames blijven advocaten wel standaard een rol spelen. Ook worden advocaten in het nieuwe stelsel niet meer betaald voor het aantal procedures dat ze voeren, maar op basis van de „oplossingen” – bijvoorbeeld succesvolle mediation.
De ingreep van Dekker volgt na jaren van onderzoeken en discussies. Vorig jaar concludeerde de commissie-Van der Meer, de derde commissie in tien jaar, dat het stelsel van rechtsbijstand goed functioneert, maar wel aan „achterstallig onderhoud” lijdt. Advocaten krijgen nu zo’n 28 procent van de uren besteed aan zaken in de rechtsbijstand niet betaald. Om toch aan een „redelijk inkomen” te voldoen, was volgens de commissie jaarlijks 127 miljoen euro extra nodig.
Teveel, vond Dekker, en ook het nieuwe stelsel mag niet meer gaan kosten dan de huidige 400 miljoen euro per jaar. Van een bezuiniging is dan ook geen sprake, aldus Dekker in zijn brief.
De minister zet al langer in op meer juridische zelfredzaamheid van burgers en het minder juridisch maken van conflicten. Zo lopen er momenteel experimenten met zogeheten ‘buurtrechters’ en ‘spreekuurrechters’, die in plaats van het doen van een uitspraak, samenwerken met buurtwerkers en maatschappelijke organisatie om problemen op te lossen.