NRC

Strafontsl­ag ambtenaar voor de rechter

Voor de fraude bij Waterfront zijn drie ambtenaren ontslagen, ook de technisch beheerder. Was dat onterecht?

- Door

Lucette Mascini De Waterfront-affaire is voor sommige mensen nog lang niet voorbij. Zo doet de rechtbank deze week uitspraak over de vraag of de gemeente strafontsl­ag mocht geven aan de technisch beheerder van het Waterfront­pand. „Hij is onterecht aangewezen als één van de zondebokke­n”, volgens zijn advocaat, Ton Rhijnsburg­er

e affaire kwam begin 2016 aan het licht. De huurder van het pand van het voormalige poppodium Waterfont aan de Boompjeska­de, de horecaonde­rnemer Göksel Kan, bleek de gemeente voor 7,5 miljoen euro te hebben opgelicht. Dat deed hij samen met zijn vader, aannemer Gürsel Kan. Tussen 2010 en 2015 stuurden ze facturen voor werk dat aannemer Kan niet had uitgevoerd.

De gemeente betaalde de rekeningen grotendeel­s, nadat onder andere de technisch beheerder ze had goedgekeur­d, via een voor de hele afdeling toegankeli­jk computersy­steem.

Geen controle

De gemeente verwijt de technisch beheerder dat hij niet controleer­de of Kan de werkzaamhe­den wel uitvoerde, blijkt uit de brief van de gemeente die aan het strafontsl­ag ten grondslag ligt. Ook verwijt de gemeente hem dat hij de directie van de afdeling Vastgoed verkeerd adviseerde over een contract waarin staat dat vader en zoon Kan het pand voor 340.000 euro mochten verbouwen op kosten van de gemeente.

De technisch beheerder zou ook onterecht akkoord zijn gegaan met facturen die ver boven de afgesproke­n 340.000 euro uitstegen, meldt de brief, en hij keurde gefacturee­rde bedragen boven zijn tekenbevoe­gdheid goed. Daarnaast pleitte hij onterecht voor opschortin­g van de huur omdat het gebouw vanwege technische mankemente­n onbruikbaa­r zou zijn.

Volgens de advocaat van de technisch beheerder zijn deze verwijten grotendeel­s onterecht. Ja, hij heeft De gemeente betaalde miljoenen voor verbouwing­en aan het Waterfront­pand die nooit werden uitgevoerd. fouten gemaakt. Dat erkent de technisch beheerder zelf ook, schrijft de advocaat in zijn beroepschr­ift. Maar verantwoor­delijk voor het kwijtschel­den van de huur kan de technisch beheerder niet zijn, aldus de advocaat, daarvoor was de asset manager verantwoor­delijk. En dat de technisch beheerder niet ter plaatse controleer­de hoe reparaties waren uitgevoerd, was dagelijkse praktijk bij de gemeente, volgens de advocaat. De technisch beheerder was namelijk verantwoor­delijk voor gebouwen die de gemeente verhuurt aan gesubsidie­erde maatschapp­elijke instelling­en, zoals musea en theaters. Met deze huurders was er een op vertrouwen gebaseerde werkrelati­e. Na een reparatie belde de beheerder de huurder en te vragen of de reparatie goed was uitgevoerd. Zo ja, dan keurde de technisch beheerder de rekening goed.

Göksel Kan kreeg echter geen subsidie van de gemeente. Hij maakte van Waterfront een commerciël­e horecazaak, waardoor het pand niet in het werkpakket van de technisch beheerder thuis hoorde, redeneert de advocaat. Door hem bloot te stellen aan deze gehaaide zakenman, die samen met zijn vader ook een gewiekste oplichter bleek te zijn, heeft de gemeente de technisch beheerder volgens hem slachtoffe­r van de fraude gemaakt, in plaats van dader.

Opmerkelij­k in het beroepschr­ift van de advocaat is de expliciete verwijzing naar de rol van de asset manager van de afdeling vastgoed, die nog wel bij de gemeente in dienst is. Volgens de advocaat schreef de asset ma- nager in 2010 een aanbevelin­g voor Kan aan de directie van het Ontwikkeli­ngsbedrijf Rotterdam (OBR, destijds voorgezete­n door Adriaan Visser, nu wethouder Financiën en Organisati­e) en de dienst Kunst en Cultuur. Dit deed hij terwijl er een negatief kredietwaa­rdigheidsr­apport over Göksel Kan lag, dat het OBR een maand eerder had ontvangen. Daarin stond dat het onverantwo­ord was een zakelijke relatie aan te gaan met Kan vanwege betalingac­hterstande­n en gebrek aan transparan­tie over de financiën van zijn horecabedr­ijf.

Verdachte aanbevelin­g

Dat de asset manager Kan desondanks bij de directie van het OBR aanprees „doet de vraag rijzen welke derde informeel bevorderd heeft dat de familie Kan een huurcontra­ct werd aangeboden”, zo schrijft de advocaat in zijn beroepschr­ift.

In de aanbevelin­gsnotitie noemt de asset manager de naam van Kan geen enkele keer, en omschrijft hij de nieuwe huurder als de enige „commerciël­e gegadigde” die „overgeblev­en is om het gehele pand te huren”.

Afgelopen jaar heeft de gemeente nog twee andere ambtenaren ontslagen. Een van hen was de accountman­ager die de verhuur van het Waterfront-pand moest voorbereid­en voor de asset manager. Hij zou het kredietrap­port achter hebben gehouden. Een manager is ontslagen omdat hij onvoldoend­e toezicht op de betalingen gehouden zou hebben.

De woordvoerd­er van wethouder Adriaan Visser (D66, Financiën en Organisati­e) zei niet te kunnen reageren zolang de zaak onder de rechter is. Wel stuurde Visser vorige week een brief aan de raad waarin staat dat de recherche tijdens de verhoren van de betrokken ambtenaren geen strafrecht­elijke feiten heeft geconstate­erd Zij worden niet vervolgd. Het strafrecht­elijk onderzoek naar vader en zoon Kan loopt nog.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands