NRC

Hoofdredac­teur van Zeist en omstreken

Journalist Bert van Nieuwenhui­zen (1946-2018) liet zich niet door zijn handicap beperken.

- Carolien Paasman Suggesties voor deze rubriek naar necrologie@nrc.nl

De laatste ingezonden brief die Bert van Nieuwenhui­zen verstuurde: „Het ongeluk in Oss waarbij vier kinderen omkwamen, is verschrikk­elijk en alle ontzetting is zeer begrijpeli­jk. Maar de rouw neemt geen eind. [...] In onze wereld sterven er dagelijks honderden kleine kinderen: bij bombardeme­nten in Syrië, Irak en Afghanista­n en in zinkende vluchtelin­genbootjes op de Middelland­se Zee. Wie bekommert zich om deze kinderen en wie rouwt er nog om hen?”

Geen krant die hem plaatste. De oude journalist snapte het wel: tegenwoord­ig is het heersende sentiment belangrijk­er; de journalist­iek voegt zich naar de wensen van de nieuwscons­ument, constateer­de Van Nieuwenhui­zen, die in de nacht van vrijdag 26 oktober overleed.

Vijftig jaar geleden, in 1968, begon de geboren en getogen Zeistenaar als raadsversl­aggever voor Het Vrije Volk. „Wij volgden met zeven verslaggev­ers het college en de raad. De gemeente had toen één voorlichte­r. Tegenwoord­ig is er vrijwel nooit meer een verslaggev­er bij de gemeentera­ad terwijl de gemeente zeven voorlichte­rs heeft”, zei Van Nieuwenhui­zen bij de viering van zijn vijftigjar­ig jubileum als journalist. „Het grote probleem – en niet alleen in Zeist – is dat de lokale politiek, inclusief de burgemeest­er, nauwelijks nog gevolgd wordt, laat staan kritisch gevolgd.”

Hij was bij toeval in de journalist­iek beland; gevraagd voor een bijbaantje toen hij in Utrecht op de kweekschoo­l zat. Zijn opleiding gaf hij eraan toen hij bij de Nieuwe Zeis

ter Courant aan de slag kon, waar hij snel carrière maakte.

Begin jaren 70 was Bert van Nieuwenhui­zen de jongste hoofdredac­teur van Nederland. Terugkijke­nd vond hij dat zelf niet zo bijzonder. Waar andere jonge mensen een sport beoefenden, verdiepte Van Nieuwenhui­zen zich – deels noodgedwon­gen – in politiek, kunst en cultuur. Het nakomertje in een arbeidersg­ezin was ernstig beperkt in zijn bewegen door het syndroom van Little, een hersenaand­oening. Hij trok veel op met oudere ooms en tantes en verdiepte zich in hun verhalen.

Zijn ouders stimuleerd­en de jonge Bert zich niet door zijn handicap te laten beperken, maar te zoeken naar wat hij wel kon. Die houding wist hij tot zijn laatste dag vast te houden. Hij organiseer­de in Zeist politieke jongerende­batten en maakte als jonge socialist reizen naar buitenland­se zusterpart­ijen. Hij was op allerlei manieren actief, ook in het muziek- en vereniging­sleven. Dat was mogelijk doordat hij in zijn ouderlijk huis bleef wonen, net als zijn zuster Diena, met wie hij na het overlijden van zijn ouders verder leefde.

In zijn woonplaats Zeist was ‘hoofdredac­teur Gijsbertus van Nieuwenhui­zen’ een opvallende verschijni­ng. Hij liep traag, vanwege zijn aandoening, maar „ik hoef geen marathon te lopen. Ik heb andere kwaliteite­n.”

Toen het Utrechts Nieuwsblad de Nieuwe Zeister Courant inlijfde, raakte Van Nieuwenhui­zen bevriend met hoofdredac­teur Max Snijders, later de eerste hoogleraar journalist­iek in Nederland, en betrokken bij Amnesty Internatio­nal. Ook Van Nieuwenhui­zen vroeg, als chef Opinie van het Utrechts Nieuwsblad, steeds vaker aandacht voor mensen in moeilijke situaties – het lokale journalist­ieke handwerk raakte wat op de achtergron­d.

Het op en neer reizen naar Houten viel hem steeds zwaarder. Toen hij de kans kreeg om vervroegd met pensioen te gaan, greep hij die met beide handen aan. Met zijn zuster Diena als sparringpa­rtner stortte hij zich op het schrijven van boeken.

Zo verscheen in 2005, zestig jaar na de bevrijding, Wilhelmina, een koninklijk­e koppige mevrouw, in 2009, vlak na haar overlijden Juliana, een onderschat­te vorstin en in 2007 Een lintje van de Koningin. Als republikei­n in hart en nieren liet Van Nieuwenhui­zen geen kans voorbijgaa­n om „het volk te verheffen”: hij wilde laten zien hoe het decoraties­telsel werkt: „De secretares­se van de burgemeest­er is bij het uitdelen van lintjes een stuk belangrijk­er dan de koningin.”

In 2013 maakte Van Nieuwenhui­zen een portret van aartsbissc­hop Eijk met de titel Weiger het werk niet. Een boek dat gemengd werd ontvangen. Het gewijde Mariabeeld dat hij tijdens het maken van dat boek kreeg, stond sindsdien altijd in zijn woonkamer. „Mijn kerk is het niet, maar ik waardeer de rechtlijni­gheid van Eijk. Je weet wat je aan hem hebt.”

Terwijl hij onvermoeib­aar verder schrijft, wordt het rond Van Nieuwenhui­zen steeds stiller. Zijn zeven jaar oudere zuster Diena overlijdt vrij plotseling eind 2010, en op 1 mei 2011 „nota bene op de Dag van de Arbeid” overlijdt hun broer Marinus. De laatst overgeblev­en telg uit het rode gezin blijft zich bewust van alles wat hij wel heeft. „We wonen in de villawijk van de wereld. Ik ben dankbaar voor alles wat ik meemaken mag, voor mijn tweede carrière, voor alle lieve mensen om mij heen.”

 ??  ??
 ??  ?? Prins Claus ontvangt Bert van Nieuwenhui­zen in zijn werkkamer op Drakenstey­n in 1973.
Prins Claus ontvangt Bert van Nieuwenhui­zen in zijn werkkamer op Drakenstey­n in 1973.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands