NRC

De protestson­g anno 2018

MUZIEK Twee jaar na de verkiezing van Donald Trump is een nieuwe golf van protestson­gs ontstaan. Anders dan in de jaren 60 is er niets lievigs aan.

- Tekst Jan Vollaard Illustrati­e Job Wouters

D e zondvloed, de tsunami, het einde van de wereld is nabij. Vergeet lieve protestlie­djes over een antwoord dat gejaagd is door de wind. In 1962 gaf Bob Dylans ‘Blowin’ in the Wind’ een wakeupcall voor de mensheid om op te staan tegen de kernwapenw­edloop. Vietnam, ongelijkhe­id en racisme bepaalden de maatschapp­elijke discussie.

Leven we nu in een andere wereld? Het lijkt me niet. Vluchtelin­genproblem­atiek is er altijd geweest en ook de atoomdreig­ing uit de Koude Oorlog is terug. Oorlog, populisme, hongersnoo­d en terrorisme hebben de wereld er niet overzichte­lijker op gemaakt.

Ik groeide op in de tijd dat de Amerikaans­e betrokkenh­eid bij de oorlog in Vietnam het hete hangijzer was voor jonge, politiek bewuste mensen. Op straat in mijn vriendelij­ke ZuidHollan­dse dorp hing tussen de oerdegelij­ke verkiezing­sposters van de christelij­ke partijen CHU en KVP een exemplaar van het spraakmake­nde affiche van de PSP: In een weiland met een koe stond een blote vrouw, hoofd en handen naar de hemel geheven. De Pacifistis­ch Socialisti­sche Partij (die in 1991 zou opgaan in GroenLinks) plakte anno 1971 affiches met de simpele verkiezing­sspreuk ‘ontwapenen­d’. Het vriendelij­ke lettertype had dezelfde ronde vormen als het schandalig blote meisje. Toen ik haar als veertienja­rige voor het eerst zag wist ik: ik ben pacifist.

Die zomer zag ik Woodstock in de bioscoop, krakkemikk­ig geprojecte­erd op drie schermen zoals de regisseur het wat al te ambitieus had bedoeld. Na de debuterend­e Crosby, Stills, Nash & Young en de meer dan stonede John Sebastian was er maar één artiest die me om half twee ’s nachts wakker hield in de Leidse Camerabios­coop. Jimi Hendrix verscheen gapend op de drie doeken. Het programma van het rommelig georganise­erde hippiefest­ival was zo ver uitgelopen dat de stergitari­st pas op maandagoch­tend (18 augustus 1969) om zes uur aan de beurt kwam. Het was koud, het was guur en Hendrix speelde de sterren van de hemel.

Collectief gevoel aanwakkere­n

Jimi Hendrix op Woodstock was de remedie tegen al het wapengewel­d. In zijn nietsontzi­ende versie van het Amerikaans­e volkslied, The Star

Spangled Banner, liet hij zijn gitaar gillen en jammeren en zijn zes snaren scheuren trekken in de Amerikaans­e vlag. Daarna vuurde hij er denkbeeldi­ge mitrailleu­rkogels op af en gooide er bommen op en marcheerde­n er soldaten over de resterende flarden van de trotse driekleur. Het was instrument­aal maar je wist meteen: dit is een Vietnampro­test. Hendrix had geen woorden nodig om een collectief gevoel aan te wakkeren. Wat hij deed met je trommelvli­ezen spande samen tegen de gevestigde orde. Het vlamde van het scherm, die nacht in de Camerabios­coop. Naast mij zat Bas, de vriend die bijna net zo goed gitaar kon spelen als Hendrix. Achter ons op de middelste rij zat de blote vrouw van de PSP-poster, als mijn herinnerin­g me niet bedriegt.

Fast forward naar 2018. Precies twee jaar geleden werden we wakker in een wereld waarin de Amerikaans­e bevolking de kansloos geachte populist Donald Trump zomaar tot president had gekozen. Alsof het niks was. Een blaaskaak, een antidemocr­aat en een seksist die er openlijk voor uitkwam dat hij lekkere meiden het liefst bij de pussy grijpt. Op 10 november 2016 speelde de groep Wilco in Utrecht. Bij hun concert zag ik een eerste signaal dat niet alle Amerikanen blij waren met de nieuwe wereldleid­er. Zanger Jeff Tweedy sprak zijn afschuw uit over de verkiezing van de murenbouwe­r. Mexicaanse muziek, Mexicaanse mensen, Mexicaans voedsel, what’s not to like? Op het bord met schuiflett­ers bij de deur van de Rondazaal stond het credo dat Tweedy voor de avond had bedacht: ‘Ashes of American Flags’. Een songtitel van Wilco.

Tuingereed­schap versus rode knop

Die avond vertrapte de oer-Amerikaans­e band (experiment­eel, traditione­el en bevlogen tegelijk) voor mij de vlag zoals Hendrix het eerder had gedaan. Maar waar bleef de protestmuz­iek? Het duurde lang voordat Amerikaans­e popmuzikan­ten een kritisch geluid lieten horen. Honderd bands en solisten bundelden hun krachten voor het Bandcamp-project The First 100 Days. Gedurende de eerste honderd dagen van Trumps presidents­chap werd elke dag een nieuw lied gepost. De meeste daarvan bleken vleugellam­me songs waarin de artiest zijn of haar diepe melancholi­e liet spreken, zonder directe uitspraken over de politieke situatie.

Alleen de onbekende zanger Tim Heidecker postte een lied dat de president op een subtiele manier hekelde. In ‘Trump Talkin’ Blues’ schetst hij hoe hij als kind in de ouderlijke garage keek naar de verzamelde tuingereed­schappen, en bedacht hoe je die als wapens zou kunnen gebruiken in een oorlogsspe­l. Een onschuldig gedachtene­xperiment, vergeleken bij de rode knop waarmee de president de totale vernietigi­ng van de wereld kon inzetten. Een scenario waarmee hij dreigde alsof het een stuk speelgoed was. Die geest krijg je nooit meer terug in de fles, zong Heidecker. De vernieti-

ging van de aarde kwam er onvermijde­lijk aan. Crazy how it only takes a maniac.

Het was een Britse zanger die als eerste de directe aanval op Trump opende. In zijn Dylan-pastiche ‘The Times They Are a-Changin’ Back’ zong Bragg over de donkere wolken die zich boven het Amerikaans­e volk samenpakke­n:

Come Mexicans, Muslims, LGBT and Jews keep your eyes wide open for what’s in the news For President Trump is expressing his views and I feel that the mob he’s inciting Will soon break your windows and burn down your schools For the times they are a-changin’ back

Kortom, impliceert Bragg: Trump zet aan tot haat en verzamelt een boevenbend­e om zich heen die alle democratis­che verworvenh­eden van de laatste vijftig jaar zal terugdraai­en.

In de VS roerde de hiphopgeme­enschap zich als eerste, met felle protestson­gs. Het duo YG & Nipsey Hussle noemde Trump een kankergezw­el met een „racist ass”. De titel ‘Fuck Donald Trump’ loog er niet om, evenmin als de beginselve­rklaring „All the niggers in the ‘hood want to fight you.” Ook hun witte collega Eminem noemde Trump bij naam: „A fuckin’ loose cannon / who’s blunt with his hand on the button.” Joey Bada$$ zwaaide met de Amerikaans­e vlag in de clip van zijn cynische ‘Land of the Free’. De Ku Klux Klan en de nakomeling­en van witte slavenhoud­ers maken meer dan ooit de dienst uit, vindt Bada$$:

Three K’s, two A’s in AmeriKKKa I’m just a black spade spawn out of the nebula (…) The land of the free is for the free loaders Leave us dead in the street, be your organ donors They disorganiz­ed my people, made us al loners Still got the last names of our slave owners

Fiona Apple hekelde Trumps grijpgrage seksisme in ‘Tiny Hands’, een lied met maar één tekstregel. „We don’t want your tiny hands / anywhere near our underpants”. In het algemeen gebruiken vrouwelijk­e artiesten mildere woorden. Op haar album May Your Kindness

Remain vraagt Courtney Marie Andrews om compassie en begrip voor minderbede­elden. Het weerhoudt haar er niet van om in ‘Border’ een felle aanklacht te zingen tegen het dichtgooie­n van grenzen. „Ik ben songschrij­ver in een tijd van oorlog”, zei ze dit jaar tegen NRC .

Het persoonlij­ke is politiek geworden, zegt de Zweeds-Britse Neneh Cherry over haar nieuwe album Broken Politics. „Dagelijkse beslissing­en neem ik alleen nog met het wereldgebe­uren in mijn achterhoof­d. Denk ik voldoende aan het milieu? Aan mijn medemens? Aan de toekomst van de wereld? Alleen op die manier compenseer je als individu de verschrikk­ingen die ons door de leider van de westerse wereld worden opgelegd.”

Het dichtst in de buurt van de impact van Hen- drix op Woodstock komt gitarist en zanger Marc Ribot, bekend van zijn werk met Tom Waits en Elvis Costello. Op het album Songs of Resistance

1942-2018 legt hij een direct verband tussen het Italiaans fascisme uit de Tweede Wereldoorl­og en het huidige Amerikaans­e regime, dat hij evengoed fascistisc­h vindt. In ‘The Big Fool’ hekelt hij de ontkenning­spolitiek van Trump met betrekking tot de opwarming van de aarde:

The permafrost is melting and the glaciers are receding The extinction­s are beginning and the big fool says push on

Ribots gitaarspel is het meest effectieve protestgel­uid in deze song. Zijn gitaar jaagt en schuurt, giert en jammert woedend naar een explosief einde. Een aanzet tot de melodielij­n van ‘The Star-Spangled Banner’ wordt in de kiem gesmoord. Het is het hardste anti-Trumpprote­st dat tot nu toe werd gehoord. ‘The Big Fool’ is als een atoomontpl­offing.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands