Rapport Remkes bewijst noodzaak voor vernieuwing
at vier jaar geleden begon met ongenoegen over de toenemende politieke rol van de Eerste Kamer resulteerde deze week in een lijvig rapport van een staatscommissie met tal van voorstellen om het parlementair stelsel en partijpolitieke systeem van Nederland aan te passen. Het rapport waaraan de in 2017 ingestelde commissie onder leiding van de Noord-Hollandse commissaris van de koning en oud-minister Johan Remkes (Binnenlandse Zaken, VVD) anderhalf jaar werkte, heeft op het eerste gezicht een hoog déjà vu gehalte. Referendum, gekozen formateur, terugzendrecht voor de Eerste Kamer, grotere invloed van de kiezer op wie er in de Tweede Kamer worden gekozen; zijn dit geen ideeën die de afgelopen decennia al regelmatig uitentreuren waren besproken?
Dit is zondermeer waar. Vanaf 1953 bestudeerden diverse staatscommissies dan wel ‘gewoon’ samengestelde commissies mogelijke verbeteringen van het kiesstelsel. De meeste suggesties in het afgelopen donderdag gepresenteerde rapport ‘Lage drempels, hoge dijken’ van de commissie-Remkes werden dan ook in één of andere vorm al eerder gedaan. In de meeste gevallen bleef het bij voorstellen. Er werd weliswaar veel gesproken, maar weinig besloten. De meest ingrijpende verandering van het kiesstelsel van de laatste vijftig jaar is nog altijd de verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd van 21 naar 18 jaar in 1972. Veel is het niet.
En dat terwijl de roep om verbetering van het parlementair stelsel al die jaren is blijven aanhouden. Terecht roept de commissie-Remkes de wetgever op om „zowel de aard en de omvang van de maatschappelijke tweedeling als ook de gevaren die onze democratische rechtsstaat binnen én buiten het politieke systeem kunnen bedreigen, serieus te nemen”. De commissie waarschuwt dat bij het uitblijven van verbeteringen „het gevaar van erosie van de instituties van de democratische rechtsstaat op de loer ligt”.