2.500 km in de trein,
nze vakantiebestemming is Georgië. Omdat we Europa voorbij de Alpen niet kennen, besluiten we te reizen over land. Met de trein. Dat kan, zegt de Treinreiswinkel. Met een interrailkaartje kunnen we makkelijk richting het Oosten. Er is echter één knelpunt: de Zwarte Zee.
Bovenlangs gaat de trein door de Oekraïense provincies Donetsk en Loegansk, waar nog steeds wordt gevochten. En zuidelijk, via Turkije, blijkt een deel van het traject in ongerede.
Dan ontdekken we op de kaart een stippellijn over de Zwarte Zee. Tussen Odessa in Oekraïne en Batoemi in Georgië vaart een boot, of beter een roll-on/roll-off-ferry, voor vrachtverkeer. Ook passagiers kunnen mee, meldt website ukrferry.com. De reis duurt vijftig uur, maar de hutten lijken comfortabel, en je krijgt te eten. In de kleine lettertjes staat nog iets over mogelijke vertragingen bij vertrek en aankomst door weersomstandigheden, maar die slaan we over. We boeken meteen voor een overtocht met de stralend wit geverfde Greifswald.
Tien dagen voor die overtocht vertrekken we, vanaf Amsterdam Centraal. Via Oostenrijk, Hongarije, Roemenië en Moldavië. De eerste etappe gaat door Duitsland en de Alpen, met de nachttrein, in een coupé zo groot als een cel, maar wel met ontbijt op bed. Wenen is groots en statig. We fietsen langs de Donau, doorkruisen het centrum, maar kunnen de gemoedelijke sfeer van pleintjes en oude koffiehuizen niet vinden. Drieënhalf uur verderop biedt Boedapest juist een overdaad aan sfeervolle stadsgezichten. We blijven twee nachten, om de wirwar aan straten en modieuze horeca-gelegenheden te doorgronden.
In Roemenië verandert er van alles
Op weg naar Roemenië, is er plotseling iets veranderd. In de trein zijn we nu de enige toeris- ten. De meeste stoelen blijven onbezet, het landschap is verlaten. Na het drukke Westen begint hier de leegte.
Ook de trein zelf versobert. Eerst verdwijnt de restauratie, dan de airconditioning, en ten slotte het perron. Bij een station stappen de passagiers nu rechtstreeks op het gras.
De reis door Roemenië duurt lang – twee dagen van acht en negen uur – en is minder aantrekkelijk dan de Treinreiswinkel ons had beloofd. De ruige Karpaten blijken een keten van hoge heuvels met dennenbomen, waar de trein zich zuchtend doorheen slingert.
We overnachten in de vrolijke studentenstad Cluj, in Transsylvanië, en daarna in Iasi, ooit de hoofdstad van Roemenië. Het heeft een weinig uitnodigend centrum, met vervallen overheidsgebouwen en door betonrot aangetaste Sovjetflats. Volgens onze taxichauffeur moeten we minstens een week blijven om alle bezienswaardigheden te zien. Ik vind drie uur genoeg.
Aan de grenzen is het uren stilstaan
Terwijl Oost-Europa voorbijrolt, groeit ons besef van niet alleen de afmetingen, maar ook de variatie in sfeer en stijl van de landen. Anders dan in het Westen hebben grenzen hier nog betekenis – alleen al omdat we voor en na elke