NRC

Nederlande­rs benadrukke­n het individuel­e

Antropoloo­g Irene Stengs onderzoekt het ontstaan en vergaan van herdenking­splekken voor overleden mensen.

- Door onze medewerker

Anne Martens

„Zie je, het staat er nog. De letters MB en een hartje.” Antropoloo­g Irene Stengs wijst naar de grond. We staan op een speelplaat­s voor buurtcentr­um Wittenburg in Amsterdam. In de zandbak speelt een meisje. Er hangen wat slingers tussen de bomen. Drie rekken waarlangs klimop groeit, schermen een deur af. Op de deurpost zit het restant van een blauw politiezeg­el. In januari werd achter die deur de 17jarige stagiair Mohamed Bouchikhi doodgescho­ten. „Eerst lag er een foto van hem op de grond, bij die letters. En in deze bloembakke­n stonden allemaal waxinelich­tjes en bloemen”, vertelt Stengs.

Stengs werkt bij het Meertens Instituut en is sinds vorige maand bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universite­it in Amsterdam. Ze onderzoekt culturele fenomenen en herdenking­srituelen in de Nederlands­e samenlevin­g: de Huishoudbe­urs, de jaarlijkse herdenking van André Hazes, de cultuur rond André Rieu en de bijna-heiligverk­laring van de kastanjebo­om van Anne Frank. Ook fietste ze voor haar onderzoek jarenlang elke dag langs allerlei ‘bermmonume­nten’ in de stad, herdenking­splekken die ontstaan op plaatsen waar iemand is omgekomen. Wij maken die fietstocht ook. „Voor mij is dit antropolog­ie om de hoek”, zegt ze. Hoelang maken mensen al monumenten op de plek waar hun geliefden omkwamen? „Het oudste monument dat ik vond, kwam uit 1995, maar vele verdwijnen op den duur langzaam. Als je nog iets terugvindt, is het vaak een steen.” Waar heeft u ze onderzocht? „Overal in Nederland. De regels zijn in elke gemeente anders. Amsterdam is redelijk tolerant. In Leeuwarden mag een monument drie jaar blijven, in Brabant mag het niet hoger zijn dan 60 centimeter, Heerlen wil dat het binnen een vlak van 1 bij 1 meter blijft. In Zeewolde moet je een vergunning aanvragen voor 375 euro. En bij snelwegen en het spoor is het verboden monumenten te maken omdat het te gevaarlijk is er te komen.” Waardoor bent u erin geïnteress­eerd geraakt? „In Thailand onderzocht ik in de ja- Irene Stengs bij het beeld van André Hazes: „We moeten kiezen: wat bewaren we en van wie?” ren negentig de verering van koning Rama V. Hij was al in 1910 overleden, maar werd opeens op grote schaal bij standbeeld­en en tempels vereerd met rode rozen, sigaren en rode wijn. Toen ik in 2002 werd aangenomen bij het Meertens Instituut, was Pim Fortuyn net vermoord. Mensen leg- den toen precies dezelfde dingen neer bij herdenkple­kken in Hilversum, Rotterdam en Amsterdam: rode rozen, rode wijn en sigaren. Dat vond ik zo opvallend.

„En in diezelfde periode zag ik op de Dappermark­t mensen staan bij een plek met bloemen. Daar was een jongetje, Miguel, doodgerede­n door een vuilniswag­en.”

We staan inmiddels op de kruising waar dat ongeluk gebeurde. Een vuilniswag­en rijdt het fietspad op. Stengs schrikt – „Ieh, eng” – en springt opzij. We lopen naar een donkergrij­ze steen in de stoep waarin een roodgranie­ten teddybeer is ingelegd. Een foto van de vijfjarige Miguel is in de steen verwerkt. Ernaast hebben de stoeptegel­s speciale holtes, voor bloemen en kaarsen. Ze zijn leeg. Wat trof u bij dit monument? „De tijd van de levenden werd hier

Antropoloo­g

met die van de doden verbonden. In februari lagen er valentijns­hartjes, in het voorjaar narcissen, bij een belangrijk­e voetbalwed­strijd versiering in clubkleure­n. Je zag wanneer hij jarig geweest zou zijn, wanneer zijn sterfdag was … De laatste jaren krijgt deze plek minder aandacht.” Ziet u verschil in monumenten in andere landen? „In Duitsland zie je meer gekruisigd­e Jezussen met een dakje erboven. De Fransen leggen plastic bloemen en kransen neer. En in Nederland gaat het meer om het individu. Wanneer de dode fan was van PSV, zie je een PSV-sjaal liggen, wanneer iemand van roze hield, zie je die kleur terug.” Waarom vaak ook knuffels? Cultuurhis­toricus Gerard Rooijakker­s noemde het neerleggen van knuffels bij de herdenking­splek van de MH17-aanslag een soort offer. „Ik zie knuffels niet als offer, maar als gematerial­iseerde vorm van emoties, ze zijn zacht en pluizig. Die traditie ontstond in de jaren tachtig, toen de aidsepidem­ie opkwam. Amerikanen steunden elkaar met teddyberen. Je moest eens weten hoeveel knuffels er over de aardbol heen vliegen. Weeskinder­en in Roemenië? Die krijgen knuffels. Aardbeving in Nepal? Containers met knuffels.” We eindigen de fietstocht bij De Schreeuw, het monument ter ere van Theo van Gogh. Zijn sterfdag is een paar dagen eerder herdacht. Er staan twee bossen bloemen tegen het beeld aan, samen met een gesealde foto, een kaartje van een Vincent van Goghschild­erij en een paar zonnebloem­en. Stengs maakt foto’s van de spullen voor haar onderzoek. U noemt dit soort bloemen, briefjes en knuffels ook wel ‘heilig afval’, waarom? „Uiteindeli­jk vergaan alle spullen bij monumenten natuurlijk, daarom moet dit materiaal op den duur worden weggehaald. Overal ter wereld kampen overheden met de vraag: wat gaan we met de spullen doen? De emotionele lading die ze dragen, maakt weggooien moreel problemati­sch. Die geladenhei­d is wat ik met ‘heilig’ bedoel. Maar alles bewaren kan ook niet, vandaar ‘afval’. We moeten dus kiezen, wat bewaren we en van wie? Je maakt daarbij een keus voor het erfgoed van de toekomst.

„Toen Theo van Gogh net dood was, ontstond er op de plek van zijn overlijden een zee aan bloemen, cactussen, filmblikke­n en sigaretten­peuken. Die spullen zijn na ruim een week opgeruimd. De briefjes zijn gedroogd, gedesinfec­teerd en gedigitali­seerd en kun je terugvinde­n op de site van het Stadsarchi­ef. Het Rijksmuseu­m heeft een filmblik met peuk bewaard.

„Maar de keus gaat ook over uitsluitin­g. De spullen die neergelegd werden naar aanleiding van de Schipholbr­and in 2005 zijn niet bewaard, blijkbaar is het verhaal van die slachtoffe­rs minder belangrijk voor de toekomst.

„Dat vind ik nou interessan­t aan antropolog­ie. Je hoeft je onderzoeks­onderwerpe­n niet te verzinnen. De werkelijkh­eid is bijzonderd­er dan je kunt vermoeden.”

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands