Wat begon met huiswerkstress werd een psychose-risico
Wubby Luyendijk aar zit ze dan, in de statige rechtszaal. Alleen, zonder advocaat. Moeder Désirée vindt dat „ondeskundige jeugdhulpverleners” haar tiener „hebben laten bungelen”. In het bankje ernaast: de gezondheidszorgpsycholoog, tegelijkertijd vestigingsmanager én supervisor én casemanager. Zij wel met advocaat. De tuchtrechter laat zich bijstaan door drie zorgverleners en een collega-rechter.
„Kent u elkaar”, vraagt de tuchtrechter. Nee, antwoordt de moeder monter, we hebben elkaar nooit ontmoet. De rechter trekt zijn wenkbrauwen op: „De gz-psycholoog nodigde u uit voor een gesprek. Maar u wilde niet, u wilde naar de tuchtrechter.”
De toon is bits. Maar deze moeder, ze is ook gezondheidswetenschapper, laat zich niet van haar stuk brengen. We mailden, zegt ze, en we belden. „Maar toen mijn man en ik tegen onze eigen dochter werden uitgespeeld, hebben we het traject stopgezet.”
Haar dochter was elf toen ze met stressklachten vastliep in de brugklas. Huiswerk plannen lukte niet: ze miste overzicht, kon zich niet concentreren. School had geen idee hoe dat kwam, de huisarts evenmin. Wat doen bezorgde ouders dan? Die gaan op zoek naar hulp. Met professionals krijgen ze hun dochter hopelijk back on track. Maar klopte de diagnose? Waren deze hulpverleners deskundig? En was de behandeling wel de juiste?
Na aanmelding bij de jeugd-ggz vullen dochter, ouders en klassenmentor vragenlijsten in. Drie maanden later stelt een orthopedagoog vast dat het meisje lijdt aan attention deficit disorder (ADD). Er komt een stappenplan, ondertekend door ouders, dochter en een behandelteam zonder psychiater maar met psychologen, orthopedagogen en de aangeklaagde psycholoog. Ouders en dochter krijgen „psychoeducatie” is de afspraak, en de 13-jarige „begeleiding”. Als resultaat uitblijft krijgt ze medicijnen.
Maar die pillen (ritalin) kwamen meteen. Een basisarts schrijft ze voor – de ouders denken dat ze psychiater is. Dochter, ze zit inmiddels in havo 2, vertelt op controle dat „ze nu beter kan werken”, maar dat ze thuis „nog vaak botst” omdat „papa en mama zich veel met school bemoeien”. In december zit ze weer tegen het plafond. Ze is zwaarmoedig, geagiteerd, slaapt slecht en eet niet meer. De ou- ders laten haar stoppen met de pillen en bellen met de psycholoog: wat nu?
Zij regelt een nieuwe intake, om uit te zoeken wat er speelt. Dochter is idolaat van YouTube-ster Dodie Clark, vertelt ze de psycholoog in opleiding die begeleid wordt door de aangeklaagde psycholoog. De zangeres lijdt aan een depersonalisatiestoornis. Als het meisje daarvan de kenmerken als haar klachten opsomt, dringt de psycholoog aan op psychiatrisch onderzoek. „Er is kans op een psychose”, waarschuwt ze.
Alarmbellen gaan af bij de ouders. Is hun dochter werkelijk pre-psychotisch? We werden buitenspel gezet, zegt de moeder: „Dit was geen gedeelde besluitvorming.” Ze trekken per mail aan de bel, maar reactie blijft uit. De psycholoog annex casemanager annex supervisor annex regiebehandelaar is op vakantie. Na overleg met de huisarts besluiten ze „uit het traject te stappen” en vragen het dossier op.
Maar dat krijgen ze pas een maand later, als de tuchtklacht er ligt. Volgens de regels, betoogt advocaat Luuk Arends. Een kind vanaf 12 jaar heeft recht op eigen geheimen, staat in de wet. En dan de kritiek op de ‘dubbele petten’ van de psycholoog en het geven van pillen in plaats van behande- ling – ook dat snijdt volgens de raadsman geen hout. Er was een team van psychologen, de basisarts werd begeleid door een kinderpsychiater, de psycholoog-in-opleiding door cliënt, en toen de casemanager en regiebehandelaar uitvielen heeft zijn cliënt „taken overgenomen waar nodig”.
„Deze ouders denken dat de klachten van hun dochter te serieus worden genomen”, benadrukt de raadsman. „Maar als professionals een noodzaak zien voor psychiatrisch onderzoek, moet je dat nastreven.” Zelf zegt de psycholoog: „Bij pubers moet ruimte zijn voor een stukje vertrouwelijkheid. Er was onvrede bij moeder.” Maar had u gedacht dat u hiervoor bij de tuchtrechter zou belanden, wil de rechter weten. Een zucht, en dan: „Dit hadden we nooit voorzien.”
Acht weken later wordt de tuchtklacht afgewezen. De psycholoog heeft aan de beroepstoets voldaan. Haar valt niks te verwijten, in geen van haar rollen. Alle procedures zijn doorlopen, afspraken nagekomen: ze heeft zich „meer dan voldoende gekweten van haar verantwoordelijkheid”. Over de kwaliteit van de zorg en het behandelplan zelf laat het college zich niet uit, staat in een disclaimer. De ouders zijn met stomheid geslagen.