Burgers kunnen prima zelf bepalen wat nepnieuws is
a ruim een jaar debat is het er: het kabinetsplan om nepnieuws te bestrijden. Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) maakte donderdag een aantal plannen bekend om burgers in aanloop naar de provinciale en Europese verkiezingen volgend jaar bewust te maken van de verspreiding van desinformatie.
Burgers worden geconfronteerd met een ‘online bewustwordingscampagne’ via sociale media en de overheid gaat de verspreiding van nepnieuws in Nederland onderzoeken. Want, schreef Ollongren: „de verspreiding van desinformatie met als doel de democratische rechtsorde te ondermijnen en destabiliseren is een reële dreiging”.
Het gevaar van het tot containerbegrip verworden ‘nepnieuws’ (te beschrijven als: het bewust verspreiden van verzonnen informatie met als doel om winst te maken of de publieke opinie te beïnvloeden) valt zeker niet te onderschatten. Kijk naar de VS, waar de aanhoudende verspreiding van verzonnen geruchten over de Democratische presidentskandidaat Hillary Clinton een rol speelde bij de winst van president Trump.
In Brazilië werden tegenstanders van de aanstaande president Bolsonaro tijdens de verkiezingscampagne opgehitst met nepfilmpjes op sociale media. En in Indonesië moet president Joko Widodo om de zoveel weken uitleggen geen communist te zijn, een gerucht dat blijft opduiken op internet. Zo zijn er tal van voorbeelden, met name in landen zonder pluriform mediabestel en zonder een sterke en onafhankelijke publieke omroep zoals wij die kennen in Nederland.