Haitinks handwenken roepen werelden op
Kon. Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink M.m.v. Mitsuko Uchida. Werken van Mozart en Bruckner. Gehoord: 13/12, Concertgebouw, Amsterdam. 4 *#
wordt hij volgend voorjaar, en dat maakt van elk concert van dirigent Bernard Haitink een evenement. Dat zou ongemakkelijk zijn als de bulderovaties bij elke op- en afkomst alleen maar blijken van respect voor zijn leeftijd en verdiensten zouden zijn. Maar zodra Haitink op de bok zit vallen er decennia van hem af en besef je messcherp: dirigeren is een zeer wonderlijk vak. Haitink op zijn zeer oude dag aan het werk horen en zien demonstreert dat, juist omdat minieme handwenken werelden van warmte en klank en emotie kunnen oproepen.
Zelfs voor het Concertgebouworkest, dat de symfonieën van Bruckner koestert, is diens relatief korte en „kekke” (Bruckners woord) Zesde symfonie een van de stukken die je minder vaak hoort. Na ontstaan moest het stuk zelfs bijna een halve eeuw wachten op de eerste Amsterdamse uitvoering (1930), en daarna volgden er ‘slechts’ vijftig (van de Ze- vende waren dat er 164). Zeker is de Zesde in omvang en diepte iets minder bevredigend dan bijvoorbeeld de Zevende, maar een prachtuitvoering met zinderende soli onderstreepte vooral de kwaliteiten: een kraakheldere, fluisterstille inzet van het Maestoso, ronkend vanuit de bassen optrekkend Scherzo en een Finale met crescendi die aan een monumentale zonsopgang deden denken. Maar met veel onrust in de zaal – herfsthoesters, ringtone, zingend gehoorapparaat – was de concentratie geladen, niet onaards – terwijl juist Haitink als geen ander zo’n hemelse intensiteit kan oproepen.
Haitink bedankte voor zijn ovationele slotapplaus met een triomfantelijk de lucht in priemende wandelstok. „We zien elkaar!”, leek de montere subtext: deze week is hij er nog twee keer, eind januari weer driemaal. Mischa Spel