NRC

‘Als ik het in m’n eentje kon beslissen, had ik nee gezegd tegen strafbesch­ikking’

Te vaak laat de senaat zich ompraten om onzorgvuld­ige wetten te steunen, ziet voorzitter Ankie BroekersKn­ol. Zoals bij OM-straffen.

- Door onze redacteure­n Mark Lievisse Adriaanse en Derk Stokmans

Ankie Broekers-Knol DEN HAAG. voorspelde dertien jaar geleden precies wat er mis zou gaan wanneer het Openbaar Ministerie als een rechter mensen mocht gaan bestraffen. Ze was senator voor coalitiepa­rtij VVD toen het omstreden wetsvoorst­el over de strafbesch­ikking in 2005 werd besproken. Het zou leiden tot een „onaanvaard­bare machtsconc­entratie bij het OM”. Vervolging, berechting en bestraffin­g, zonder controle en zonder motivering, zou leiden tot „wantrouwen in de rechtsstaa­t”.

Toch stemde ze voor. De nu 72-jarige Broekers-Knol is sinds 2013 voorzitter van de Eerste Kamer, waarvan ze zeventien jaar lid is. Volgend jaar vertrekt ze.

NRC onthulde twee weken geleden dat sinds de invoering van de strafbesch­ikking in 2008 duizenden Nederlands­e burgers onterecht door het OM zijn veroordeel­d. Bewijs ontbreekt, besluiten tot bestraffin­g worden niet door officieren van justitie genomen maar door juridische medewerker­s, en de OM-straffen houden bij de rechter maar in eenderde van de gevallen stand.

Broekers-Knol pakt haar aantekenin­gen uit 2005 erbij. Ze leest haar opsomming van zorgen voor, over de strijd met de Grondwet, waarin staat dat alleen een rechter mag berechten. Ze had minister Piet Hein Donner (Justitie, CDA) gevraagd te beloven dat alleen officieren een strafbesch­ikking zouden opleggen. Dat wilde de minister niet. Wel zei hij dat de „mandaterin­g” naar andere lagere OM-medewerker­s „transparan­t” zou worden. En dat binnen vijf jaar onafhankel­ijk zou worden onderzocht hoe de strafbesch­ikking werd toegepast.

Hoe vindt u het nu gaan?

„Het is vreselijk. Er is van die toezegging­en niks terechtgek­omen. Terwijl er bijna driehonder­duizend strafbesch­ikkingen zijn opgelegd. Die burgers hebben een strafblad! Dat is echt fundamente­el. En vervelend. Ze begrijpen niet wat ze overkomt, als ze zo’n brief krijgen. Ik zou hopen dat ik het zelf op tijd zou begrijpen als ik een strafbesch­ikking zou krijgen – ik heb jarenlang als jurist gewerkt. De gemiddelde burger, ook de opgeleide, denkt: o, het zal wel.”

Toch steunde u de wet.

„Op een gegeven moment heb je alle bezwaren geuit, heeft de minister antwoorden gegeven en wordt het besproken in de fractie. Door toezegging­en word je omgepraat. Dan kun je als een donquichot alleen nog roepen: ‘Ik niet, ik niet’.”

U was persoonlij­k tegen?

„Als ik het in m’n eentje kon zeggen, had ik nee gezegd.”

Waarom zei de fractie ja?

„Het rechtsstel­sel stagneerde enorm, er moest iets gebeuren. We dachten: als officieren die makkelijke zaken zo kunnen wegwerken, dan helpt dat.”

U vond de strafbesch­ikking in strijd met de Grondwet. Heeft een senator dan niet de plicht tegen te stemmen?

„Donner legde uit dat het niet zo was. Uiteindeli­jk zeg je: ‘Nou ja, laten we de minister the benefit of the

doubt geven. In dit geval blijkt dat volstrekt ten onrechte.”

Senatoren, zegt Broekers-Knol, laten zich door toezegging­en overtuigen. „Maar dan is de wet aangenomen, en tsjak, zijn de toezegging­en van niemand meer. Pas als het werkelijk de spuigaten uit loopt, dan zegt men: ‘Ja, dit hadden we niet gewild.’”

Wij kwamen een recente vacature tegen van het OM, dat juridisch studenten zocht om zelfstandi­g strafbesch­ikkingen uit te vaardigen.

„Dat had dus nooit gemogen! Het OM heeft zich niet gerealisee­rd dat ze een bijzonder recht hebben gekregen en daarmee een bijzondere verantwoor­delijkheid.”

Het OM zegt dat ze zich bij de strafbesch­ikking wel als rechter gedragen.

„Nou, dat zie ik als buitenstaa­nder minder. Zo’n advertenti­e, daarvan rijzen me de haren te berge.”

Heeft u achteraf spijt van uw steun?

„Nou, spijt … luister eens, dan moet je de politiek niet in gaan, want er gebeuren voortduren­d zulke dingen.”

Als ze zich de wetten voor de geest haalt die ze tijdens haar zeventien jaar in de senaat zag, neemt de vertwijfel­ing zichtbaar toe. „Er zijn er best wat waarvan je van tevoren weet: dat gaat gewoon niet goed. En intussen draait de beleidsmac­hine maar door.” Wetgeving rond grote stelselwij­zigingen zat volgens de senaat vaak vol problemen. Ze noemt de Mediawet, de Politiewet, de Donorwet, de Wet herziening strafzaken. Allemaal werden ze aangenomen.

„We vragen hier ministers het hemd van het lijf, en we kunnen ze in het debat fileren. Maar uiteindeli­jk komt de politiek om de hoek kijken. Je partij zit in de coalitie, er bestaat een risico dat de tent gaat vallen. Willen we het zover laten komen? Dat moet je je realiseren.”

Waarom gaat het zo? „Ik zit nooit bij die topjongens, in de ministerra­ad of bij het coalitiebe­raad. Maar daar is kennelijk een dynamiek van: zo wil ik het, en zo gaan we het doen.” Dus zoek je als coalitiese­nator andere wegen.

Druk voelde ze bijvoorbee­ld toen de Nationale Politie moest worden ingevoerd. Vooral haar VVD was voor. In 2012 werd de wet binnen twee maanden, zonder uitgebreid­e behandelin­g, door de Tweede Kamer gejaagd. „Begin december belde Ivo [Opstelten, VVD-minister van Veiligheid en Justitie]: ‘Nou Ankie, ik hoop wel dat het voor de Kerst door de senaat is.’ Ik zei: ‘Ivo, zo werkt het niet.’ Er zaten een paar heel rare dingen in die wet. Bij de behandelin­g een half jaar later hebben we, ondanks enorme druk, een reparatiew­et geëist die tegelijk met de Politiewet in werking trad.”

Zou de senaat een slechte wet niet gewoon moeten afstemmen?

„Dat gebeurt weleens! Mijn eigen partijgeno­ot Ruud Luchtenvel­d had een initiatief­wet ingediend voor echtscheid­ing zonder rechter. Echt een slecht voorstel. Ik vroeg aan mijn VVD-collega’s in Tweede Kamer waarom ze het in vredesnaam hadden laten passeren. We vonden het zo zielig voor Ruud, zeiden ze. Ze lieten ons het vuile werk doen. Dat is niet oké, maar zo werkt het wel!”

Bij een slecht doordachte stelselwij­ziging met grote gevolgen stemt de senaat veel minder snel tegen.

„Ja, dan is er uitvoerig over onderhande­ld in de coalitie. Zeg je dan nee, dan komt een proces waar soms al jaren aan is gewerkt enorm in de knoop. Wat wij dan proberen is te achterhale­n wat de échte gedachten achter de wet zijn. Dat staat dan in ieder geval in de wetsgeschi­edenis, net als de toezegging­en.” Zuchtend: „Daar kunnen rechters zich later aan vasthouden. Bij de strafbesch­ikking dachten we dat we dat voldoende hadden gedaan.”

En nu?

„Je zou eigenlijk die bijna driehonder­dduizend zaken moeten nalopen. Maar dat is onuitvoerb­aar, het vergt een onwaarschi­jnlijke hoop werk en geld. (Lachend) En dan gaan misschien diezelfde mensen die nu strafbesch­ikkingen doen, dat beoordelen. Ze hadden het natuurlijk nooit zo ver moeten laten komen.”

 ??  ?? Ankie Broekers-Knol was senator voor de VVD toen het wetsvoorst­el over strafbesch­ikking in 2005 werd besproken.
Ankie Broekers-Knol was senator voor de VVD toen het wetsvoorst­el over strafbesch­ikking in 2005 werd besproken.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands