Weleens staande gehouden door zijn collega’s bij de politie. Daarbij speelt zijn huidskleur een rol, denkt hij.
et gemengde gevoelens heb ik de documentaire Verdacht bekeken, die 10 december is uitgezonden. Een documentaire over etnisch profileren door de politie. Veertien mannen, onder wie twee collega’s, vertelden voor de camera hoe zij door de politie werden aangesproken, staande gehouden en in sommige gevallen zelfs aangehouden. Alle veertien mannen hadden een donkere huidskleur. Er kwam ook één vrouw aan het woord, maar zij sprak namens haar mannelijke collega’s.
Schrijnende verhalen. Ik vind het niet eens zo belangrijk of de betreffende verhalen volledig zijn, het beeld en gevoel dat is ontstaan bij deze mannen (en de kijkers) is alles behalve positief voor ons als politie.
Overigens weet ik uit eigen ervaring, dat een ‘staandehouding’ als je zelf diender bent, vervelend voelt. Met name als je het gevoel hebt dat jouw huidskleur heeft meegewogen bij de betreffende col- werk gaan. Want dat geeft je de mogelijkheid om te begrijpen waarom ze doen wat ze doen – waarvoor je overigens geen begrip hoeft te hebben. In reacties en publicaties op de documentaire wordt een beeld opgeroepen van een racistische organisatie. En daarmee doe je mij en duizenden van mijn collega’s onrecht.
Een dergelijk programma mag ons als politie gerust een spiegel voorhouden, liefst kritisch. Dat kan in een rechtsstaat wat mij betreft niet vaak genoeg. Deze documentaire lijkt polarisatie op te roepen, brengt partijen niet tot elkaar maar roept op tot verdeling. Een verdeling die onze hele samenleving dreigt te polariseren. Voorstanders van Zwarte Piet kunnen gewoon voorstanders van Zwarte Piet zijn en niet automatisch racisten. Politiemensen kunnen profileren tijdens hun werk, ook op uiterlijk, en dat maakt van hen nog geen racisten. Max Daniel is hoofd operaties bij de politie, eenheid Noord-Nederland. Hij publiceerde dit artikel aanvankelijk op het intranet van de politie.