Onwetendheid
oen ik nog student was mocht ik van mezelf, zodra ik mijn propedeuse had gehaald, er een studie naast gaan doen (dat kon in die goede ouwe tijd nog kosteloos) en zo begon ik na mijn eerste jaar Nederlands ook aan mediëvistiek. Aan die opleiding hield ik uiteraard geen baan over, maar wel een vrolijke club oud-studiegenoten die jaarlijks bijeenkomt om een avond lang alleen maar over de Middeleeuwen te kletsen. En zo puilde afgelopen zaterdag mijn woonkamer uit van de geschiedkundigen.
We bespraken de laatste Van Oostrom, gaven af op al die inaccurate historische series (die we uiteraard allemaal kijken), wisselden tips uit voor tentoonstellingen maar bovenal was het een feitjesregen. De ene na de andere wetenswaardigheid kwam voorbij. Natuurlijk, wanneer je je onder medekenners bevindt, vertel je elkaar zelden iets nieuws. Een goed deel van de lol is dat je elkaars zinnen kan afmaken. Toch had iemand een nieuwtje.
„Ik las laatst”, begon D., „dat men onlangs heeft ontdekt dat er op diverse Schotse eilanden kruiden werden verbouwd die in de Middeleeuwen werden gebruikt als eetlustremmer.”
„Ze deden toen al aan de lijn!”, grapte J., waarop het gehele gezelschap in lachen uitbarstte. Natuurlijk was destijds bijna niemand, misschien uitgezonderd Karel de Dikke, bezig met zijn figuur. Men vreesde afvallen meer dan aankomen. Er mislukte immers regelmatig een oogst en de wintervoorraden werden aanhoudend bedreigd door ongedierte en schimmels. Regelmatig verhongerden er hele volksstammen.