REPORTAGE Niet meer opschrijven
Drie ziekenhuizen proberen zich te verlossen van inefficiënte registratiedruk. Liza van Lonkhuyzen
Een 52-jarige patiënte wordt de intensive care binnengereden. In de operatiekamer is zojuist haar hartklep vervangen. Ze is bewusteloos, aan de beademing. Haar donkere haar verstopt in een haarnetje.
Een zucht van opluchting klinkt als de verpleegkundigen horen dat de operatie – behalve een kortstondige lage bloeddruk – probleemloos is verlopen. De familie wordt gebeld.
Vanaf nu is verpleegkundige Wendy Meerman (52) aan zet. Op deze afdeling van het Radboudumc in Nijmegen houdt overdag elke verpleegkundige fulltime één patiënt in de gaten. Wanneer deze is aangesloten op de systemen van de intensive care onderwerpt Meerman haar routinematig aan een controle. Zijn de glucosewaarden en bloeduitslagen in orde? Is er een pijngrimas waar te nemen op het gezicht van de vrouw? Ziet de huid er normaal uit bij de insteekopeningen van de lijnen, zoals het infuus? Is er bloed in de urine die via een slang uit haar blaas loopt te bespeuren?
Tot half mei stond ze daarna steevast uitkomsten in te voeren in de pc. Urine: geel, pijnscore: nul, roodheid: geen. Over operatiewonden werd een apart formulier ingevuld. Hoe lang, hoe diep, hoe rood, welke pleister. „Het voelde alsof het vertrouwen in verpleegkundigen langzaam was verdwenen”, zegt Meerman.
Sinds een paar maanden moet ze vooral registreren wat afwijkt. Dus als de patiënt bijvoorbeeld wél onacceptabele pijn heeft. Het Radboudumc doet samen met het UMC Groningen en Rijnstate het experiment ZIRE (‘Zinvolle Registraties’). De ziekenhuizen hebben een tijdelijke ontheffing van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Bij het Radboudumc hoeft de intensive care nog maar 16 zogeheten kwaliteitsindicatoren te registreren, in plaats van 122. Voorheen verantwoordde de afdeling zich met de uitgebreide registratie aan de inspectie, het Zorginstituut, zorgverzekeraars en wetenschappelijke verenigingen. Dat was behalve arbeidsintensief ook inefficiënt. Hypoglycemie, een te lage bloedsuikerspiegel, moest bijvoorbeeld op drie manieren aan instanties worden doorgegeven. „Het voelde voor verpleegkundigen alsof ze, bij wijze van spreken, moesten opschrijven dat ze naar het toilet waren geweest en hoeveel velletjes wc-papier ze hadden gebruikt”, zegt Marieke Zegers, projectleider van ZIRE in het Radboudumc.
Medisch specialisten zijn circa 40 procent van hun werktijd bezig met administratie, blijkt uit onderzoek van VvAA, ledenorganisatie en dienstverlener in de