‘Nu is het alsof we er niet mogen zijn’
De ophef is groot over wat orthodoxe christenen vinden van homoseksualiteit. Wat vinden christelijke homo’s zelf?
Een golf van afkeuring heeft het land overspoeld na de Nashville-verklaring over „bijbelse seksualiteit” die stelt dat het in strijd is met Gods „heilige bedoelingen” om jezelf bewust te zien als persoon met een homoseksuele of transgenderidentiteit. De meeste homo’s en transgenders hebben de verklaring al dan niet woedend naast zich neer kunnen leggen. Lastiger is dat voor diep gelovige homo’s en transgenders die uit dezelfde orthodoxe protestantse kerk komen als de ondertekenaars.
„Wij delen de opvatting dat het huwelijk is voorbehouden aan de unieke relatie tussen man en vrouw”, zegt Herman van Wijngaarden (55), medewerker van Hart van Homo’s, een organisatie die gelovige homo’s ondersteunt. „Ons is gevraagd de verklaring te ondertekenen. Voor een deel herkennen wij ons in de tekst. Maar de passages waarin wordt ontkend dat je jezelf homo mag noemen en wordt gesuggereerd dat je er van kunt genezen, markeren een verschil binnen de orthodoxie. Ik werd er verdrietig van. Wij zeggen: ja, je mag homo zijn en nee, je kunt niet genezen.”
Seks is een grens
Gelovige homo’s uit orthodox-christelijke kring hebben hun geaardheid veelal na een innerlijke strijd geaccepteerd. „Voor veel van onze mensen is het een eyeopener als ze horen dat God een bedoeling met je leven heeft, niet ondanks je homozijn, maar inclusief je homo-zijn.”
Seks is niettemin een „grens” die zij niet overgaan. Van Wijngaarden: „De meesten van ons kiezen ervoor single te blijven omdat we geloven dat God de beleving van seks in enge zin heeft voorbehouden aan een relatie van man en vrouw. Dat betekent niet dat je geen vriendschappen kunt onderhouden. Zelf ben ik er jarenlang krampachtig mee omgegaan. Ik voelde me schuldig als ik een man of jongen mooi vond. Inmiddels weten mijn vrienden welk type mannen ik mooi vind, zoals acteur Matt Damon. Als mijn vrienden me begroeten, geven ze me een zoen.”
Eén van de homo’s die pijnlijk zijn getroffen door de verklaring is Gerrit van den Berg (30) uit Gorinchem. Hij werkt in de jeugdzorg en is aangesloten bij Hart van Homo’s. „Ik ken de meeste predikanten die de verklaring hebben getekend”, vertelt hij. „De dominees gaan bij mij in de gemeente voor. Ik had de hoop dat het taboe op homoseksualiteit eraf was. Maar nu is het alsof we er niet mogen zijn. De toon is dat je het maar het beste nooit ter sprake kunt brengen.”
Gerrit van den Berg leeft celibatair. „Een relatie aangaan is voor mij geen optie”, zegt hij. „Ik heb een tijd lang getwijfeld, maar uiteindelijk heb ik deze beslissing genomen. Ik heb vrede met het idee Gerrit van den Berg
Lacherig op school
Gerrit van den Berg was twaalf jaar oud toen hij dacht: ik voel me anders, ik hou meer van jongens dan van meisjes. „Op mijn veertiende wist ik het zeker. Ik vond het moeilijk, maar ik heb er ontspannen mee om kunnen gaan. In de kerk was men niet positief over homo’s en op school werd er lacherig over gedaan. Maar ik heb nooit gedacht dat God mij erom haatte. Ik heb me altijd geliefd gevoeld. Ik kom uit een conservatief christelijk gezin. Ik ben opgevoed volgens het idee dat je bij God met alle zorgen terecht kunt, dat Hij je gebed hoort zonder voorwaarden vooraf. Ik had een oom die uit de kast kwam toen ik twaalf was, en over wie bij mij thuis aan tafel op een integere, totaal niet veroordelende manier werd gesproken. Dat heeft me geholpen ermee te komen. Ik was negentien toen mijn moeder tijdens de koffie zei dat als ik op mijn oom leek, ik dat altijd zou kunnen zeggen. Toen heb ik gezegd dat dit ook zo was. Het was een fijn gesprek.”
Van den Berg zegt te begrijpen dat mensen die de Nashville-verklaring tekenden, vallen over het aangaan van een seksuele relatie. „Die drempel kunnen ze niet over.” Waar hij wél moeite mee heeft, is het „afwijzen” van homo’s. „Het suggereert dat mijn seksualiteit per definitie zondig is. Ik mag er dan niet zijn. Terwijl ik die homoseksualiteit niet kan ontkennen, dat zou een miskenning zijn van mijn persoon. Hoe denken die mensen dan trouwens over heteroseksualiteit? Is dat dan wél perfect? Voor mezelf is iemand begeren overspel en een zonde. Maar ook hetero’s moeten dealen met lustgevoelens. Ik begrijp de angst voor de zonde van de mensen die de verklaring hebben ondertekend, maar het zijn heteromannen die thuis allemaal een vrouw hebben. Terwijl wíj ermee moeten leven.”