Er is geen verbetering
Toen ik in 2001 mijn proefschrift over de geschiedenis van de armoede en armenzorg in de provincie Zeeland verdedigde, kon ik nog met stelligheid beweren dat de armoede in het moderne Nederland was verdwenen. Maar het meer dan aangrijpende verhaal over Ben uit Olst ( Voor de nieuwe dakloze is maar weinig plek, 11/1) toont echter maar weer eens dat deze stelling ietwat voorbarig was en dat de armoede voor veel mensen nog steeds bittere realiteit is. Met armoede bedoel ik dan een gebrek aan primaire levensbehoeften, zoals een enigszins fatsoenlijke woonruimte. Wat me verder in het verhaal opviel, is de vaak frappante gelijkenis in de behandeling tussen de hulpbehoevenden nu en in het verleden. Schoven de plaatselijke armbesturen de bedeelden in de 19de eeuw vaak op elkaar af, vandaag lijkt het erop alsof zij door de verschillende hulpinstanties van het kastje naar de muur worden gestuurd. Ben kan zich misschien troosten met de gedachte dat hij niet de enige is die in onze maatschappij tussen wal en schip valt. Albert Kort ’s-Heer Hendrikskinderen