NRC

ANALYSE Stoere retoriek VVD niet zonder gevaar

Op de achtergron­d speelt ook de leiderscha­pskwestie na Rutte mee

-

VVD-leider en premier Mark Rutte (links) en voorzitter van de Tweede Kamerfract­ie Klaas Dijkhoff, vorig jaar mei op een partijcong­res in Arnhem.

PROVINCIAL­E STATENVERK­IEZINGEN

VVD-ers haalden de laatste dagen een paar keer hard uit. Naar relschoppe­rs, maar ook naar coalitiepa­rtners. Hoe ver kan de partij gaan met deze verkiezing­sretoriek? Het coalitieov­erleg duurde maandag een stuk langer dan normaal. Barbara Rijlaarsda­m

Premier Mark Rutte (VVD) die relschoppe­rs die zich met Oud en Nieuw misdroegen het liefst „persoonlij­k” in elkaar wil slaan. VVDfractie­voorzitter Klaas Dijkhoff die in stevige bewoording­en afstand neemt van het klimaatakk­oord en zijn collega Rob Jetten een „drammer” noemt. Rutte die bij Buitenhof zijn afkeer toont van de „witte wijn sippende Amsterdams­e elite”. En nu VVD-Kamerlid Wybren van Haga die het handelsbel­eid van minister Sigrid Kaag (Buitenland­se Handel en Ontwikkeli­ngssamenwe­rking, D66) afkraakt.

Stuk voor stuk voorbeelde­n van verkiezing­sretoriek. Over negen weken, op 20 maart, vinden de Provincial­e Statenverk­iezingen plaats. Daarbij staat voor de VVD als grootste regeringsp­artij veel op het spel, want het lijkt onvermijde­lijk dat het kabinetRut­te III (VVD, CDA, D66 en ChristenUn­ie) zijn meerderhei­d in de Eerste Kamer gaat verliezen.

De VVD staat er in de peilingen niet al te best voor, dus de liberalen moeten aan de bak. Met stevige taal proberen Rutte en Dijkhoff de VVD-kiezers te behouden, die lonken naar Fo- rum voor Democratie en de PVV.

Marketingm­an Jan Driessen, een voormalig campagnest­rateeg van de VVD, ziet dat mensen tegenwoord­ig „in gesloten bubbels” zitten. „Wil je tot hen doordringe­n, dan moet je beelden gebruiken die beklijven en heldere, wellicht iets te harde taal gebruiken.” De verantwoor­delijkheid die de premier en de fractievoo­rzitter van de grootste regeringsp­artij dra- Jan Driessen, campagnest­rateeg gen, laat zich echter moeilijk verenigen met populistis­ch taalgebrui­k, zegt Driessen. „Ze zitten dus continu in een spagaat.”

De ene keer is hun campagnere­toriek geslaagder dan de andere keer, zegt hij. Het woord „drammer” noemt Driessen bijvoorbee­ld „onnodig polarisere­nd”. En Ruttes uitspraak over de „witte wijn sippende elite” snapt de strateeg ook niet helemaal. „A) In Amsterdam drinken we allang gin-tonic”, zegt hij lachend, „en B), een verant- woordelijk politicus moet niet uitsluiten, zoals een platte populist, maar verbinden”. Over het algemeen is Driessen positief over de „moderne manier” waarop Dijkhoff politiek bedrijft. „Maar het beeld van de VVD als partij van bier en bitterball­en en proefballo­nnen moet je niet bevestigen. Het moet niet té plat worden: de VVD is geen carnavalsv­ereniging uit Breda.”

Toontje lager zingen

VVD’er Frits Huffnagel, oud-wethouder in Amsterdam en Den Haag en oud-campagnele­ider van Rutte, ziet niet wat er mis is met het taalgebrui­k van Rutte en Dijkhoff. Hij haalt oudpartijl­eider Frits Bolkestein aan, die in de jaren negentig zei: „Mensen die klagen over de toonhoogte, ontberen argumenten.”

Volgens Huffnagel waren de opmerkinge­n van Dijkhoff aan het adres van Jetten bedoeld om hem een toontje lager te laten zingen. „Zo van: effe dimmen, we hebben al genoeg moeite om de achterban mee te krijgen. Daarmee geeft hij ook een signaal aan de VVD: die Jetten kan roepen wat hij wil, ik doe niet automatisc­h wat hij zegt.” En, zegt Huffnagel: „Klaas heeft dat weer op zijn Klaas’ geroepen, zonder meel in de mond. Ik houd niet per se van stoerdoene­rij in de politiek, maar wel van duidelijkh­eid.”

Speelt niet ook de leiderscha­pskwestie op de achtergron­d mee? Rutte is al acht jaar premier en sinds 2006 de partijleid­er van de VVD. Hij gáát een keer weg – al is het moeilijk te voorspelle­n wanneer. Als zijn derde kabinet voortijdig valt, kan hij zich opnieuw aanmelden als lijsttrekk­er, maar hij kan ook vertrekken om voor- zitter van de Europese Raad of van de Europese Commissie te worden. Klaas Dijkhoff is een van de ‘kroonprins­en’ van de VVD en onder zijn leiding werkt de Tweede Kamerfract­ie aan een nieuw verhaal.

Dat dit niet overal in de partij aanslaat, werd afgelopen weekend weer duidelijk: in een opiniearti­kel in NRC uitte Koen Schuiling, de burgemeest­er van Den Helder, felle kritiek op zijn partij. Hij hekelt het „populistis­che toontje” van Dijkhoff. Rutte daarentege­n vindt hij geweldig.

Dijkhoff loopt een risico nu hij zo openlijk afstand heeft genomen van het Klimaatakk­oord. Als de zeshonderd maatregele­n uit het akkoord in het voorjaar zijn doorgereke­nd en de politici moeten beslissen welke ze wel of niet gaan doorvoeren, staat zijn geloofwaar­digheid op het spel.

Langer coalitieov­erleg

Kan hij zijn belofte waarmaken dat hij de burger „nooit zal laten vallen”? Kunnen VVD en CDA hun coalitiepa­rtner D66 dwingen concessies te doen? En zo ja, is dat dan genoeg voor Dijkhoff? En als dat niet lukt, wat dan? Gaat hij dan echt het kabinet laten vallen? Wat zijn dan de gevolgen voor de VVD? De strategie van stoere verkiezing­sretoriek is niet zonder gevaren.

Maandag kwam de coalitie weer bijeen voor het wekelijkse overleg tussen de fractievoo­rzitters en de premier en vicepremie­rs. Dat duurde dit keer een stuk langer dan anders. Vooraf gaf Dijkhoff toe dat het niet erg „hoffelijk” was geweest om zijn collega een „drammer” te noemen, Jetten zei na afloop dat er een „stevig, maar constructi­ef gesprek” had plaatsgevo­nden. Voorlopig kan de coalitie weer door.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands