NRC

Weinig kennis bij tegenstand­ers genvoedsel

Felle tegenstand­ers van genetisch veranderde voeding dénken er veel over te weten. Maar als ze getest worden valt dat erg tegen. Misschien moeten mensen zich eerst bewust worden van gaten in hun kennis

- Door onze redacteur

Wim Köhler

Mensen die erg ongerust zijn over de veiligheid en ongezondhe­id van genetisch gemanipule­erde (GM-)voeding en die ook fel tegenstand­er zijn van het verbouwen van GM-gewassen, weten het minst over genetica en wetenschap. Terwijl ze zelf denken er véél van af te weten – er is sprake van zelfoversc­hatting.

Het is gemeten in de Verenigde Staten, waar veel GM-gewassen worden verbouwd en gebruikt, en ook in de EU-landen Frankrijk en Duitsland, waar nauwelijks GM-gewassen worden verbouwd en er weinig GM-voeding voor mensen te koop is.

Dat schrijven Amerikaans­e onderzoeke­rs in een maandag uitgekomen publicatie in het tijdschrif­t Nature Human Behaviour. De combinatie van een sterke mening, weinig kennis en kenniszelf­overschatt­ing komt wel voor bij tegenstand­ers van GM-voeding, maar niet bij klimaatsce­ptici die vinden dat de mens geen grote invloed heeft op klimaatopw­arming.

Er is nog een groot verschil tussen de GM-tegenstand­ers en de klimaatsce­ptici: de GM-verontrust­en zijn gelijk verdeeld over het politieke spectrum. Van links tot rechts zouden we in Nederland zeggen. In de VS loopt het van liberals, via gematigden naar de conservati­even. De klimaatsce­ptici zitten vrijwel allemaal in de rechtse, conservati­eve hoek.

Kennisgebr­ek

Het is traditie, schrijven de onderzoeke­rs in hun conclusie, om te zeggen dat tegenstand tegen GM-voedsel ontstaat door kennisgebr­ek. En dat wetenschap­svoorlicht­ing die tegenstand kan vermindere­n. Maar dat werkt waarschijn­lijk niet omdat de felste tegenstand­ers dénken dat ze Demonstrat­ie tegen genetische manipulati­e in Kaapstad in mei 2016. Het Zuid-Afrikaanse protest richtte zich ook tegen producent van GM-gewassen Monsanto. goed op de hoogte zijn. Misschien, concludere­n de onderzoeke­rs moeten mensen „zich eerst bewust worden gemaakt van gaten in hun kennis.”

De Amerikaans­e onderzoeke­rs ondervroeg­en, om te beginnen, duizend Amerikanen, een representa­tieve steekproef uit de bevolking, met een internet-enquête. De helft kreeg vragen over GM-voeding. De andere 500 kregen vragen over de menselijke invloed op de klimaatver­andering.

Twee cruciale vragen waren: Bent u tegenstand­er van GM-voedsel op de markt? En: Maakt u zich zorgen over de effecten van GM-voeding? Daarna volgde de vraag wat mensen, naar eigen mening, wisten over GM-voeding. De ondervraag­den scoorden hun antwoord op een zevenpunts­schaal. Lage score betekent weinig kennis, hoge score veel kennis.

Vervolgens volgde een korte

MICHAEL ATIYAH (1929-2019)

test met 15 ja-nee-vragen op wetenschap­pelijke kennis (bijvoorbee­ld: „elektronen zijn kleiner dan atomen”). Vijf ervan gingen over genetica („Alle planten en dieren hebben dna”).

Uit de analyse kwam overduidel­ijk dat de felste tegenstand­ers van GMvoeding vonden dat ze het meest van wetenschap en trouwens ook van genetica wisten. De gemiddelde score op de zevenpunts­schaal varieerde hier overigens slechts tussen 3 en 5. De mensen die fel tegen waren scoor- den die 5 punten. Mensen met een afnemend sterke mening scoorden geleidelij­k lager (tot 3), maar de vóórstande­rs van GM-voeding klommen weer naar 4 punten. Die laatsten kwamen als besten uit de kennistest.

Die test is daarna herhaald in de VS, Frankrijk en Duitsland. De uitslag was in grote lijnen hetzelfde. Uit eerder onderzoek, uit 2005, in alle EU-landen was al eens gebleken dat sterke oppositie vaak samengaat met weinig kennis over GM-voedsel.

Tenslotte is het onderzoek in de VS nog een keer gedaan om een eind te maken aan twijfels. Misschien, was de kritiek, was de volgorde waarin de vragen waren gesteld wel van invloed op het resultaat. En trouwens: is het zo erg dat de GM-tegenstand­ers weinig feitenkenn­is over wetenschap­pelijke weetjes hebben? Als ze om geloofsred­enen tegen zijn, of om morele redenen, of misschien wel vinden dat het dierenwelz­ijn wordt geschaad door GM-voeding, dan kun je heel goed tegen zijn zonder veel te weten. Het is, in de enigszins normatieve redenering van de onderzoeke­rs, alleen irrationee­l om tegen te zijn als je vanwege voedselvei­ligheid of gezondheid­svrees tegen GM-voeding bent.

Dus in die replicatie­studie werd de vragenvolg­orde veranderd en werd gevraagd waaróm tegenstand­ers tegen zijn. Driekwart was tegen om redenen waar kennis aan ten grondslag ligt. Bij hen ging het over veiligheid of gezondheid.

Het is duidelijk, uit inleiding en conclusie, dat de onderzoeke­rs ervan uitgaan dat het voor de wereld en de mensen het best is als mensen de wetenschap­pelijke vooruitgan­g en de vernieuwin­gen die daaruit voortvloei­en omarmen.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands