NRC

Nieuwkomer­s uit Curaçao laten integreren is het probleem niet, schrijft Wel de penibele economie als pushfactor.

-

erdoemden in deze uithoek / vluchten voor de toekomst.” Dit zijn de schitteren­de openingsre­gels van het gedicht ‘Paradijsvo­gels’ van de Curaçaose dichter Walter Palm. Het gedicht is opgenomen in zijn onlangs herdrukte gedichtenb­undel Met lege handen ging ik slapen, met een gedicht werd ik wakker. De verdoemden in die uithoek kunnen bootvlucht­elingen op de Middelland­se Zee zijn, maar ook immigrante­n uit Curaçao.

De toename van het aantal immigrante­n uit Curaçao die het CBS heeft vastgestel­d – van 3.038 in 2014 tot 4.065 in 2017 – ziet het Overlegorg­aan Caribische Nederlande­rs (OCaN) daarna doorgaan. In Den Haag rinkelen dan vanouds alarmbelle­n. Maar al twintig jaar geleden heeft het toenmalig kabinet Kok II (PvdA, VVD en D66) in de onvolpreze­n nota Migratie Antilliaan­se Jongeren (1998) aangegeven dat een toelatings­regeling niet haalbaar is. Curaçaoëna­ars zijn immers Nederlande­rs en een direct of indirect onderschei­d tussen Nederlande­rs zou evident strijdig zijn met artikel 1 van de Grondwet dat onderschei­d tussen Nederlande­rs verbiedt.

Zelfs in het geval dat de Nederlands­e regering onder politieke druk van bijvoorbee­ld de PVV de Grondwet aan zijn laars zou lappen, en toch zo’n toelatings­regeling zou instellen, dan zou die niet te handhaven zijn, want het Koninkrijk der Nederlande­n kent volgens het Statuut maar één paspoort. De toelatings­regeling kan dan makkelijk worden omzeild door via een ander Schengenla­nd naar Nederland te reizen. Natuurlijk kan het Statuut gewijzigd worden, maar dat vereist expliciete toestemmin­g van onder meer het Curaçaose parlement. Naar die instemming kan Nederland natuurlijk fluiten.

Om populistis­che redenen is het wel interessan­t om een toelatings­regeling voor Antilliane­n op de agenda te houden. Zo beschrijft het oud-VVD-Kamerlid Ybeltje Berckmoes in haar meedogenlo­ze memoires Voorlichti­ng loopt met u mee tot het ravijn (2017) dat iedereen in de VVD-fractie wist dat de door André Bosman voorgestel­de toelatings­regeling Antilliane­n om constituti­onele redenen niet haalbaar is, maar dat het om populistis­che redenen steeds op de agenda werd gehouden ls een toelatings­regeling geen begaanbaar pad is, wat is dan wel mogelijk? Op korte termijn zullen de immigratie­cijfers vanuit Curaçao blijven stijgen. Dit zal op lokaal niveau tot bestuurlij­ke problemen leiden omdat de integratie van deze nieuwkomer­s hapert. Naar verwachtin­g staan daarom de gemeenten binnenkort op de stoep bij minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelege­nheid, D66).

Als voorzitter van het OCaN ben ik ervan overtuigd dat adequate huisvestin­g de sleutel is voor succesvoll­e integratie van Curaçaose nieuwkomer­s. Deze zijn bij aankomst feitelijk dakloos, want ze hebben geen onderdak. Intrekken bij familie geeft enige tijd soelaas maar al gauw stapelen de problemen zich op. Want personen met een uitkering worden John Leerdam is voorzitter van het Overlegorg­aan Caribische Nederlande­rs en oud-Kamerlid (PvdA). Een eerdere versie van dit artikel verscheen in het Antilliaan­s Dagblad. op basis van de voordeurde­lerskortin­g gekort op hun uitkering wat natuurlijk niet bevorderli­jk is voor onderlinge verhouding­en. Een oplossing zou kunnen zijn dat Curaçaose nieuwkomer­s centraal worden opgevangen zodat gemeenten ontlast worden van problemen die voortvloei­en uit overbewoni­ng als gevolg van Curaçaose nieuwkomer­s. Als er huizen beschikbaa­r komen, kunnen ze uitgeplaat­st worden naar de desbetreff­ende gemeente.

Uiteraard is het OCaN beschikbaa­r als gesprekspa­rtner over de integratie­problemen van Curaçaose nieuwkomer­s, maar dan moet het ook vanuit de overheid een serieus en gestructur­eerd overleg zijn, zoals dat eind jaren 90 geregeld was met de succesvoll­e Wet overleg minderhede­nbeleid.

Deze wet is zonder enige vorm van evaluatie in 2013 ingetrokke­n. Een evaluatie achteraf constateer­de echter dat bijna alle overlegorg­anen op hoofdlijne­n goed functionee­rden, zoals ook nu het geval is bij het overleg over de integratie van Curaçaose nieuwkomer­s. uraçaose nieuwkomer­s adequaat huisvesten is natuurlijk symptoombe­strijding. De oorzaak van hun komst is de penibele economisch­e situatie op Curaçao, nu de raffinader­ij, de kurk waarop de economie drijft, een ongewisse toekomst heeft. Die onzekerhei­d doet mensen besluiten om naar Nederland te gaan. Het verbeteren van de economisch­e situatie is een zaak van de lange adem. De Nederlands­e regering kan daar een bijdrage aan leveren. De voorgenome­n economisch­e missie van premier Rutte naar Curaçao, vanaf zondag, is meer dan welkom.

Ook zijn er mogelijkhe­den om via cultuur economisch­e spin-off te bereiken.

Het plan van de Curaçaose regering om de stadswijk Otrobanda te ontwikkele­n als cultural hub is veelbelove­nd. Deze stadswijk heeft met zijn musici, schilders en schrijvers altijd een belangrijk­e rol gespeeld in het Curaçaose culturele leven. Alle componiste­n van de prominente muziekfami­lie Palm hebben gewoond in Otrobanda. Deze familie was onderwerp van de bestseller Waarom elf Antilliane­n knielden voor het hart van Chopin (2005) van Jan Brokken. De woonhuizen van deze legendaris­che componiste­n zijn getraceerd door de Palm Music Foundation. Otrobanda staat ook op de lijst van Unesco World Heritage voor zijn architectu­ur.

Het Stedelijk Museum en het Rijksmuseu­m zouden kunnen overwegen om op Curaçao een dependance te beginnen. De uitgelezen plek voor een dergelijke dependance is natuurlijk Stroomzigt, het vroegere woonhuis van het kunstenaar­sechtpaar Chris Engels en Lucila EngelsBosk­aljon. Nederlands­e kunstenaar­s als Gerrit Rietveld en Charles Eyck waren daar kind aan huis. Dit woonhuis is in het trotse bezit van een trappenhui­s ontworpen door Gerrit Rietveld. Stroomzigt bevindt zich in Otrobanda pal tegenover de megapier waar cruisesche­pen afmeren. Een betere etalage voor Nederlands­e kunst is niet denkbaar.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands