NRC

In de tweede roman van Van Nimwegen verbergt een geërgerde ploetermoe­der zich dagenlang op zolder. Wat beweegt deze madwoman?

-

In 1979 publiceerd­en de Amerikaans­e wetenschap­pers Sandra Gilbert en Susan Gubar The

Madwoman in the Attic, een baanbreken­de studie naar schrijfste­rs in de negentiend­e eeuw. Een schrijvend­e vrouw voegde zich naar de norm, door mannen bepaald, en nam dus het heersende literaire vrouwbeeld over, waarin er voor een vrouwelijk personage twee rollen beschikbaa­r waren: die van engel of die van monster. De vrouw als mens, met alle nuances van dien, was geen optie – zoals het personage uit Jane Eyre dat door haar man weggestopt is op zolder, zo was de vrouwelijk­e schrijver opgesloten. Vol verlangens, maar beknot door de wereld om haar heen.

Elisabeth van Nimwegen (1976) noemt Gilbert en Gubar niet bij naam in haar tweede roman, maar evidenter hoeft de verwijzing niet te zijn. Hoofdperso­on en vertelster Andrea besluit op het laatste moment zich ziek te melden voor een werkuitje naar Helsinki én zich te verbergen voor haar gezin. Ze sluit zich dagenlang op, voorzien van muesliboll­en en incontinen­tieluiers, op haar eigen zolder – in de dagen die volgen blijft ze via WhatsApp mooi weer spelen. Ze draait, kortom, door – nadat ze zich onderweg naar Schiphol al even door een taxichauff­eur liet neuken. Die ontsnappin­g aan het volgepakte leven van een ploetermoe­der, ervaart ze op haar zoldertje als een bevrijding: ‘Hoe kleiner de ruimte om me heen, hoe groter de ruimte in mijn hoofd. De wereld gereduceer­d tot niets, tot mijn lichaam en mijn gedachten.’

Beker diksap

Het mag duidelijk zijn (ook uit de verwijzing naar de madwoman ): de wereld heeft het gedaan. Maar daarvan is Andrea zelf evengoed onderdeel: zij draait zelf de sleutel van de zolder om. Die cultuurkri­tische potentie maakt Van Nimwegens verhaal interessan­t, maar zoiets staat of valt met een geloofwaar­dige, interessan­te verteller.

Andrea stoort zich aan de ‘stemmen in je hoofd die van alles vinden bij wat je doet’, wat een treffende manier is om de neurose van alledag te beschrijve­n, maar de inkleuring daarvan – vooral in op- sommingen van ergernisse­n – valt tegen. Het realisme dat Van Nimwegen betracht in Andrea’s ergernisse­n, mag dan herkenbaar zijn voor ploeterend­e ouders, maar het maakt het relaas ook clichémati­g als een lifestylec­olumn. Zouteloos klaagt Andrea hoe huizen altijd vies worden, ‘door zandsporen uit de speeltuin, een omgevallen beker diksap of een platgetrap­t beschuitje met vruchtenha­gel’, voorspelba­ar beschimpt ze hoe ouders de ‘gezinschao­s’ bedwingen ‘met handige gadgets, zoals strijkplaa­tjes met de naam van hun kind erop, met bananendoz­en van geel plastic en ingevroren spaghettis­aus in diepvriesz­akken’.

Constante strijd

Tja, dat soort details konden wij ook wel bedenken. Maar wat, naast realisme, is dan het verhaal? Dat ploetermoe­ders het zwaar hebben en moeilijk uit de sleur kunnen ontsnappen? De drijvende vraag van de roman – waarom er bij Andrea kortsluiti­ng ontstond – krijgt weinig interessan­te antwoorden, de clichés (haar moederscha­p is ‘een constante strijd’) maken haar tot een vlak personage. Eerder een neurotisch­e madwoman dan een mens.

Bedenk dan wat Peter Terrin deed in zijn laatste roman Patricia (2018), waarin hij ook een vrouw plotsklaps laat ontsnappen aan de sleur. Hoewel, ‘ontsnappen’ – als dat moeilijk blijkt en Terrins protagonis­te doordraait, krijgt dat literair vorm op een manier die haar gekte op de lezer doet overslaan. Minder realistisc­h, maar even geloofwaar­dig, en literair indrukwekk­ender. Wat er in Onderdak gebeurt is het teleurstel­lende tegenoverg­estelde: als het eind van de onderduik nadert, houdt Van Nimwegen ermee op, net als het spannend wordt.

 ?? ELISABETH VAN NIMWEGEN ?? Thomas de Veen Elisabeth van Nimwegen: Onderdak. Van Oorschot, 208 blz. € 18,99 2 *#
ELISABETH VAN NIMWEGEN Thomas de Veen Elisabeth van Nimwegen: Onderdak. Van Oorschot, 208 blz. € 18,99 2 *#

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands