Groeiend extremisme na de boerenprotesten
We beleven maanden van protest en dat lijkt me een teken van nationale gezondheid. In de kern is protest een daad van optimisme – ruimte voor verwachting en verandering. Je zag het woensdag aan de meterslange rij leraren voor de Tweede Kamer. Mensen die in superieure kalmte uitdroegen dat ook zij, uiteindelijk, gehoord zullen worden. Je hebt altijd politici die daar knorrig over doen, of het protest afwijzen, maar zij hebben er weinig van begrepen: zolang burgers een appèl op de democratie doen, hebben zij vertrouwen in de democratie.
Protest gaat soms gepaard met verharding en radicalisering, en onder boeren zie je daar nu onheilspellende tekenen van. Het Farmers Defence Force (FDF), ontstaan na stalbezettingen door dierenactivisten, organiseerde in oktober met succes het tweede boerenprotest op het Malieveld in Den Haag. Toen viel al op dat de politieke voorkeur van het FDF op de flanken zit: alleen Geert Wilders (PVV) en Thierry Baudet (FVD) waren welkom om te komen spreken.
Hierna werd het niet beter. Twee weken terug, 25 oktober, trok het CDA in Brabant aan het kortste eind in een provinciaal beleidsdebat over stikstof. De Brabantse leider van het Farmers Defence Force schreef op Facebook: „Moeten we CDA-Statenleden in Brabant persoonlijk aanpakken na het verraad van 25 oktober?” De boerenvoorman zei later dat het een ludieke actie was. Al zal het even geduurd hebben voordat mensen deze humor doorzagen.
„Wij zijn strijders. En strijders laten een medestrijder nooit achter op het slagveld”
In Groningen werd het deze week ernstiger. Boeren bezetten een politiebureau in Zuidhorn na de arrestatie van een man in een nabij dorp. De man zou volgens de politie maandag twee rechercheurs hebben ‘vastgehouden’ die onderzoek deden naar een incident bij een recente boerenactie, waarbij een agent te paard door een trekker was aangereden. De rechercheurs wilden die trekker inspecteren en de man had dit volgens het Dagblad van het Noorden belemmerd, waarna hij was gearresteerd. Daarop waren boeren in een kolonne naar het politiebureau gereden, en dinsdagavond zei een boer van Farmers Defense Force op RTV Noord: „Wij noemen onszelf strijders. En strijders laten een medestrijder niet achter op het slagveld.”
Heldere aanwijzingen van radicalisering. En wie zich realiseert dat de traditionele steunpilaar van boeren in Den Haag, het CDA, donderdag in een discussiestuk meer waarde toekent aan „inkomen”, „duurzaamheid” en „dierenwelzijn” dan aan de landbouwexport, weet ook hoe gevaarlijk dit is. Het onderstreept het manco van al dat boerenprotest: ook dit heeft hoge verwachtingen gewekt, maar het is allang duidelijk dat die niet waar te maken zijn. En we kennen de prijs van overmatig optimisme: wanhoop en extremisme.