Langzamer rijden verdeelt ‘vroempartij’
De VVD lijkt te overwegen om in te stemmen met verlaging van de maximumsnelheid. Maar vanuit de traditionele, rechtse hoek klinkt kritiek.
Hij weet niet beter: de VVD komt op voor autobezitters. Voor middenstanders, mensen met een modaal inkomen, een eigen huis én een auto. Het was oud-VVD-Kamerlid Gert-Jan Oplaat die in 2002 een motie indiende om de snelheidslimiet op de snelwegen te verhogen naar 130 kilometer per uur. Zijn voorstel werd verworpen, maar in de jaren daarna groeide de steun in de Tweede Kamer gestaag. Het resulteerde er, vele jaren later, in dat Melanie Schultz van Haegen, minister van Infrastructuur en Milieu én VVD’er, het ene na het andere 130km-bord mocht onthullen. Het was één grote verkiezingscampagne voor de VVD.
En nu overweegt diezelfde partij in te stemmen met een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur. Oplaat kan er niet bij. „De ruggengraat van de VVD is van elastiek geworden”, zegt hij. Hij snapt dat je in een coalitie „soms water bij de wijn” moet doen. Maar nu gebeurt dat de hele tijd. En waarom? „Omdat ze al zo lang regeren. Omdat ze in die machtspositie willen blijven.”
Desnoods een kabinetscrisis
Maandag zei VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff dat een verlaging van de maximumsnelheid naar 100 kilometer per uur voor hem bespreekbaar is. Mits dat bijdraagt aan het oplossen van de stikstofcrisis, die de bouwsector stil heeft gelegd. Minder hard rijden wil hij „liever niet”, zei Dijkhoff, maar als dat voorkomt dat in de bouw duizenden banen verloren gaan, dan moet het maar.
Gert-Jan Oplaat vindt dat de VVD desnoods moet dreigen met een kabinetscrisis. „Zeg gewoon tegen D66: dit gaat ons te ver. En als het je niet zint, dan stap je er maar uit. Dan leggen we het wel voor aan de kiezer.”
Oplaat vertolkt het oude rechtse VVD-geluid. Sinds mensenheugenis komt de VVD op voor autominnend Nederland, dat zit in het dna van die partij. Al lijken steeds meer liberalen ervan doordrongen dat ‘130’ onhoudbaar is. Zoals een relatief nieuw Kamerlid zegt: „Het credo was altijd ‘130 waar het kan’. Maar als het niet meer kan, is dat de nieuwe realiteit.”
Overigens is ook Pieter Hofstra, de VVD’er die als Kamerlid (1994-2006) jarenlang de belangen van de automobilist verdedigde, ‘om’. Hij noemt de auto nog altijd een „geweldige uitvinding”, die de mensen „vrijheid” heeft gebracht. Maar: „Op het moment dat in een dichtbevolkt land als Nederland iedereen één of twee auto’s voor de deur heeft staan, zie je ook de keerzijde.” Hij vindt langzamer rijden nog niet zo’n gek idee. Voor het milieu, voor de veiligheid, voor de doorstroming. Het is goedkoper. En het kan ook werken tegen al dat „opfokgedrag”. „Als mensen wat rustiger rijden, kunnen ze nadenken over de dingen des levens.”
Oppositie voeren tegen Den Uyl
In 1974 werd door het kabinet-Den Uyl voor het eerst een snelheidslimiet ingevoerd: 100 kilometer per uur op de snelwegen en 80 op de provinciale wegen. De VVD, die toen in de oppositie zat, besloot onder leiding van Hans Wiegel voor de automobilist op te komen. Die moest gewoon lekker door kunnen rijden. Het bleef altijd een speerpunt van de VVD. Eind jaren tachtig was het minister Neelie Kroes (VVD) die de limiet opkrikte naar 120 kilometer per uur.
Uiteindelijk was het CDA’er Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet-Balkenende IV, een kabinet zónder de VVD, die de 130kilometer-maatregel invoerde op de A2. Kan dat niet op meer plekken, vroeg een Kamermeerderheid van CDA, VVD en PVV daarna. Toen de VVD in 2010 de grootste partij werd en ging regeren met het CDA, met gedoogsteun van de PVV,
De ruggengraat van de VVD is van elastiek geworden
kwam de nieuwe limiet ogenblikkelijk in het regeerakkoord: „De maximumsnelheid op autosnelwegen gaat omhoog naar 130 km/u.” Maar: „Indien nodig voor de luchtkwaliteit, geluidsbelasting of verkeersveiligheid geldt een lagere maximumsnelheid.”
Intussen lijkt de partij al afscheid te hebben genomen van hard rijden, in ieder geval in de buurt van natuurgebieden. Op het congres van de bestuurdersvereniging van de VVD, begin oktober in Lunteren, zei premier Rutte: „Overal de snelheid omlaag gooien heeft geen zin. Maar je moet wel kijken of het helpt als je bij Natura 2000-gebieden iets langzamer rijdt.” Al blijft de VVD, zo verzekerde hij, de „vroempartij”. Maar of die gedachte helpt, als de VVD’ers straks noodgedwongen 100 kilometer per uur op de snelweg tuffen?