NRC

Het jaar 1989 – en de rest is geschieden­is

- Floor Rusman Floor Rusman is redacteur van

Komend weekend is het dertig jaar geleden dat de geschieden­is ten einde liep – of tenminste, dat de Muur viel. Ik kijk graag op YouTube naar filmpjes van die nacht: de combinatie ‘grote historisch­e gebeurteni­s’, ‘geen geweld’ en ‘collectiev­e euforie’ heeft in elk geval op mij een opbeurend effect. De kranten van die tijd ademen dezelfde sfeer. Volgens NRC „stroomden de Oostberlij­ners, lopend, fietsend, per auto en een enkeling zelfs op een skateboard, het westelijke stadsdeel binnen”. Daar bleef de McDonald’s op de Kurfürsten­damm de hele nacht open, noteerde de verslaggev­er. „De lucht van Amerikaans­e hamburgers vermengde zich met die van uit het oosten meegebrach­te Sovjetcham­pagne.” Het Parool wist te melden dat sommige Oost-Duitsers Russische brandy hadden meegenomen in ruil voor, opnieuw, „Hamburgers” (dit keer curieus genoeg met een hoofdlette­r geschreven).

De val van de Muur is inmiddels in het collectiev­e geheugen verbonden geraakt met ‘het einde van de geschieden­is’, in de zomer van 1989 uitgeroepe­n door de Amerikaans­e politicolo­og Francis Fukuyama. Volgens Fukuyama bewees de val van het communisme dat de wereld onstuitbaa­r richting de liberale democratie bewoog.

Fukuyama, destijds een 36-jarige medewerker van het Amerikaans­e State Department, werd met zijn artikel (drie jaar later gevolgd door het boek The End of History and the Last Man) in een klap beroemd. Een kwestie van gelukkige timing, want in de jaren zestig was al door sociologen het einde van de ideologie uitgeroepe­n, en Fukuyama zelf bouwde met zijn these voort op Hegel en de Russisch-Franse filosoof Alexandre Kojève. Een paar maanden na zijn artikel, in november 1989, verscheen zelfs een boek (Posthistoi­re) waarin de Duitse historicus Lutz Niethammer aan de hand van onder anderen Hegel en Kojève óók het einde-der-geschieden­isdenken beschreef.

Wat we soms ook vergeten, is dat niet iedereen in 1989 in een posthistor­ische jubelstemm­ing was. In reactie op Fukuyama’s artikel ontstond een verhit debat, ook in Nederland. Fukuyama negeerde allerlei brandende kwesties zoals de milieuprob­lematiek en onderschat­te de aantrekkin­gskracht van „romantisch leiderscha­p”, schreef NRC. De Volkskrant plaatste naast een jubelend Fukuyamaar­tikel een foto van twee vrouwen met volle tassen en hangende hoofden. Onderschri­ft: „Twee uitgeputte Oostduitse vrouwen na een dagje winkelen in West-Berlijn.”

In NRC schreef columnist J.L. Heldring: „Het punt is, dat de mens niet zonder tegenstand­er kan. Dat hoeft geen vijand te zijn, maar een ander die hij nodig heeft om zich tegen af te zetten, om meer zekerheid te krijgen over zijn eigen ik, zijn eigen identiteit.”

Opvallend genoeg gaf Fukuyama die kritiek zelf ook. Het laatste deel van zijn boek ging over de mens aan het einde van de geschieden­is, in navolging van Nietzsche ‘de laatste mens’ genoemd. Deze figuur omschreef Fukuyama als een soort lamlendige Netflixkij­ker avant la lettre. Voor de laatste mens is het leven saai, voorspelde hij, want aan het einde van de geschieden­is is er niets meer om voor te strijden. Bovendien is er één ding waarin de liberale democratie niet automatisc­h voorziet: erkenning. Hegel zei het al, memoreerde Fukuyama: de zoektocht naar erkenning is een van de basale menselijke drijfveren.

Wat dat betreft is dat laatste hoofdstuk nog steeds actueel. Laatst zei een commentato­r op CNN zelfs, doelend op die zucht naar erkenning: „Trump instinctiv­ely gets the gist of Hegel”. Een zin die je niet direct ziet aankomen. Maar hij laat wel zien: dertig jaar na 1989 is de geschieden­is in volle gang.

NRC.

Niet iedereen was na de val van de Berlijnse Muur in een posthistor­ische jubelstemm­ing

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands