‘Ik pretendeer geen objectiviteit’
De Amerikaanse fotograaf Mitch Epstein maakt series over grote onderwerpen als energiewinning en landonteigening. Museum Helmond toont nu een overzicht van zijn werk.
De Amerikaanse fotograaf Mitch Epstein (1952) denkt groot. Hij kiest diepe, brede onderwerpen waar hij veeljarig aan werkt, met veel research en lange reizen. Het energielandschap van Amerika bijvoorbeeld, over hoe energie gewonnen wordt, de impact ervan op mensen en het landschap. Maar ook zijn vader en de teloorgang van zijn bedrijf én zijn stadje.
Epstein is in Nederland voor de opening van een overzicht van zijn werk vanaf het jaar 2000 in Museum Helmond, in samenwerking met zijn Keulse galerie Thomas Zander. Daar zijn vijftig beelden te zien uit vier grote projecten: Family Business (2003) over zijn familie en geboorteplaats, American Power (2009) over zijn land en New York Arbor (2013) en Rocks and Clouds (2018), over de natuur in New York, zijn geadopteerde woonplaats.
Epstein beschouwt zichzelf als een kunstenaar die fotografie gebruikt. „Ik heb geen enkele pretentie tot objectiviteit. En als het zo uitkomt, gebruik ik ook andere middelen, zoals film, interviews, gevonden objecten, mijn eigen stem als verteller en ook muziek.” Werk van hem is opgenomen in de collectie van het MoMA in New York en Tate Modern in Londen.
Voor American Power heeft hij vijf jaar lang in 25 staten het energielandschap in beeld gebracht. Bij zo’n groots onderwerp horen ook grote afdrukken, van 180 bij 230 centimeter. „Het gaat immer over een cultuur waarin alles supersize is: grote huizen, grote auto’s, groot landschap.” Toen Epstein de Prix Pictet voor American Power won, heeft hij met het prijzengeld de cellist Erik Friedlander opdracht gegeven er muziek bij te componeren; die is ook op de expositie in Helmond te beluisteren.
Daarvóór had hij zijn lens gericht op zijn eigen wereld, voor het multimediaproject Family Business, inclusief twee films. In het plaatsje Holyoke, Massachusetts, was zijn vader een man met aanzien. Hij had een goedlopende meubelzaak en deed ook wat in onroerend goed. Maar zoals in zo veel post-industriële stadjes trokken de mensen weg, stonden de huizen leeg, trokken de drugsdealers erin. Terwijl zijn vader in het ziekenhuis lag bij te komen van een hartaanval werd hij aangeklaagd voor 15 miljoen dollar: in een van zijn panden was ingebroken, ze hadden een fikkie gestookt en het hele blok was afgebrand. De verzekering bleek verlopen.
Het verhaal van zijn vader was het verhaal van Holyoke, maar ook van iets universelers, zegt Epstein. „Mijn vader was van de generatie die dacht dat als je maar hard werkte en je best deed, it would all be ok.” Maar het was niet ok, en daar kon zijn vader als eenling niets tegen doen. De serie bracht vader en zoon dichter bij elkaar. „Het maken was voor hem soms pijnlijk, hij was een succesvol man geweest. En hij had altijd gewild dat ik terug zou komen naar Holyoke, maar ik woon al lang in New York. Nu kwam ik wel terug, om hem te troosten. En het heeft mij verzoend met de plaats waar ik vandaan kom, waar ik tot dan niets van wilde weten.”
Dit najaar verschijnt een boek met een overzicht van Epsteins werk, onder de titel Sunshine Hotel. Maar hij is er niet de man naar om op zijn 72ste alleen maar achteruit te kijken: hij werkt nu aan een onverminderd groot en ambitieus project onder de naam
Property Rights. „Het is begonnen met het protest van de native Americans bij het reservaat Standing Rock in North Dakota. Twee weken nadat Trump in het Witte Huis kwam, kondigde hij aan dat er dwars over hun land een pijplijn zou worden aangelegd. De oorspronkelijke bevolking kent niet eens het begrip dat het land privé-eigendom zou kunnen zijn. Ik wil breed kijken naar ‘land’ als hoofdpersonage van dit verhaal.”
Wel weer een actueel maatschappelijk onderwerp? „Dit is de eerste keer dat ik als kunstenaar zo dicht op de actualiteit zit. Maar ook dit is geen documentaire, het is een onderzoek naar deze landschappen van conflict. Ik heb al vroeg geleerd dat een foto iets autonooms is – iets anders dan datgene wat op de foto staat. Dat was een bevrijding. Mijn foto’s ontleen ik aan de echte wereld, maar ik ben vrij om er iets fictiefs, iets eigens mee uit te beelden.”