Als het met Canada niet lukt, met welk land dan wel?
Nederland moet het Europese handelsverdrag met Canada, CETA, nog ratificeren. En dat is nog geen uitgemaakte zaak.
Als Europa met Canada geen handelsverdrag kan sluiten, met welk land dan nog wel?
De vraag werd woensdag in de Tweede Kamer herhaaldelijk gesteld door voorstanders van CETA, het handelsverdrag tussen Canada en de Europese Unie.
Het Nederlandse parlement moet nog stemmen over het verdrag, om het te ratificeren. En dat wordt spannend. De PvdA besloot half oktober tegen het verdrag te stemmen. Daarmee is er geen duidelijke meerderheid in de Eerste Kamer voor CETA. Ook in de Tweede Kamer is het nog onduidelijk of een meerderheid voor is. Joël Voordewind, Tweede Kamerlid van coalitiepartij ChristenUnie, zegt nog niet te weten of zijn partij wil ratificeren. „In 2016 hebben we tegen CETA gestemd, we komen van ver.”
Canada lijkt op Europa, als het gaat om democratische waarden of om bijvoorbeeld klimaatdoelen, betoogden vertegenwoordigers van bedrijven, van landbouworganisatie LTO, van Canada en van de Europese Commissie, die in een hoorzitting woensdag voor CETA pleitten. Canada is net als Nederland een handelsland dat hecht aan internationale samenwerking, benadrukte de Canadese ambassadeur Lisa Hefland. „Kunt u één land buiten Europa aanwijzen dat meer op ons lijkt dan Canada? Het bestaat niet”, zei Hiddo Houben, hoofd handelsrelaties met Noord-Amerika van de Europese Commissie.
Vanwaar dan toch die bezwaren tegen CETA? Volgens voorstanders zijn de voordelen nu al zichtbaar. CETA is in 2017 al grotendeels ‘voorlopig’ van kracht geworden. Het overgrote deel van de importtarieven tussen Canada en de EU is al geschrapt. De export van Nederland naar Canada groeide in 2018 direct, aldus voorstanders.
De critici van het verdrag draaiden de redenering van de voorstanders woensdag om: juist omdat CETA een verdrag is tussen twee hoogwaardige democratieën, moet het de gouden standaard worden voor toekomstige verdragen met andere landen. En dat is het volgens tegenstanders niet.
Arbitragehof
De kritiek die woensdag kwam van de Consumentenbond, van een deel van de boeren en van vakbond FNV concentreert zich op twee punten. Eén: ze hebben zorgen over lagere milieuen dierenwelzijnsnormen in Canada. Twee: ze hebben zorgen over het speciale arbitragehof, ICS in jargon, waar buitenlandse investeerders schade kunnen claimen als ze zich benadeeld voelen door overheden. Als het gaat om lagere milieustandaarden, dan richten de zorgen zich vooral op de landbouwsector. Maar de drie vertegenwoordigers van de Nederlandse boeren waren het woensdag opvallend oneens over het verdrag. Landbouworganisatie LTO is vóór CETA. Voorman Marc Calon: „Dit verdrag is geen 10 maar wel een 8 of een 9. Ik zou heel erg ongelukkig zijn namens al die boeren als de Kamer dit verdrag blokkeert.”
Volgens Keimpe van der Heide van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond brengt CETA boeren in een moeilijke positie, omdat er straks goedkopere maar minder duurzame Canadese producten in de winkels liggen. Calon denkt dat de meeste boeren profiteren. „We hebben het over Canada. Voor onze standaarden is de Brexit veel gevaarlijker.”
Ook over het andere punt van zorg, het arbitragetribunaal voor investeerders, ICS, verschillen de meningen sterk. Dit is het enige deel van CETA dat nog niet van kracht is, dat wordt het pas als alle 28 lidstaten ratificeren. Critici vrezen dat overheden minder ingrijpend beleid durven te voeren als er claims van buitenlandse investeerders dreigen. Waarom hebben bedrijven wel een speciale plek om te klagen en vakbonden en milieuorganisaties niet?
De Consumentenbond vreest dat regeringen kopschuw worden om regels te maken die consumenten beschermen op het gebied van bijvoorbeeld voedselveiligheid en privacy. Ook FNV maakt zich zorgen over de beleidsvrijheid van de overheid, net als de PvdA en de ChristenUnie.
Volgens bedrijfslobbyclub VNONCW zijn dat spookverhalen. Verantwoordelijk minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel, D66) schreef vorige week aan de Kamer dat in de afgelopen vijftig jaar nog nooit een zaak tegen Nederland is begonnen, terwijl Nederland al meer dan tachtig bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten heeft gesloten. In CETA is juist extra vastgelegd dat overheden het recht hebben om nieuwe regels te maken, zei de Europese Commissie.
Wat er gebeurt als Nederland CETA niet ratificeert, is nog onduidelijk. Dertien lidstaten hebben CETA inmiddels geratificeerd. Volgens de Europese Commissie moet de Europese Raad, het gremium waarin alle EUleiders zitten, besluiten over beëindiging van het verdrag.