NRC

Vergeten? Nee. Rutte weet niet of hij het ooit wist

Zware debatten draaien vaak uit op woordspell­etjes. Principiël­e vragen komen minder aan bod.

- Door onze redacteur Barbara Rijlaarsda­m

DEN HAAG. Hoe vaak mag een premier zeggen dat hij iets niet weet? Minister-president Mark Rutte (VVD) heeft menig debat overleefd door te zeggen dat hij ergens „geen herinnerin­g” aan heeft. Soms zelfs „geen actieve herinnerin­g”. En dan gaat het niet over onbeduiden­de zaken. We hebben het over het bestaan van memo’s over de afschaffin­g van de dividendbe­lasting. Over de vraag of de premier de leugens van Halbe Zijlstra (VVD), de minister van Buitenland­se Zaken die zei dat hij in de datsja van de Russische president Poetin had gezeten, intern had besproken. Of over de ‘bonnetjesa­ffaire’, ook bekend als de ‘Teevendeal’, die leidde tot het aftreden van Vvd-bewindslie­den Ivo Opstelten en Fred Teeven.

Deze week kon Rutte zich niet herinneren of de toenmalige minister van Defensie, partijgeno­te en vertrouwel­ing Jeanine Hennis, hem in 2015 had verteld over burgerslac­htoffers in Irak als gevolg van een Nederlands­e bom. In het debat herhaalde hij het woensdagav­ond tientallen keren, in steeds nét andere bewoording­en. Hij kan „niet uitsluiten” dat hij destijds is geïnformee­rd, zei hij, maar hij heeft er gewoon geen herinnerin­g aan. „Nul herinnerin­g. Dat is wat ik u zeg. Ik kan het niet mooier maken.”

Politiek strategisc­h een slimme truc, want zo hoeft hij niet te liegen. De oppositie kan immers niet bewijzen of hij zich iets herinnert en kan de kwestie hooguit „ongeloofwa­ardig” noemen. Mocht later toch bewijs opduiken waaruit blijkt dat Rutte op de hoogte was, dan zal hij erop wijzen dat hij dat nooit heeft uitgeslote­n. In het debat drukte Rutte zich dan ook zéér precies uit. Toen Salima Belhaj (D66) hem in een tussenzin verweet „zoiets te vergeten”, wees de premier haar erop dat Jeanine Hennis heeft gezegd dat ze hem „vermoedeli­jk” heeft geïnformee­rd. „Dat wil ik toch even scherp hebben.” Hij is het niet vergeten, wil hij maar zeggen, hij herinnert zich niet dat hij het heeft geweten.

Woordspell­etjes

Deze sluitende cirkelrede­nering vormde een verdedigin­gslinie waar de oppositie in het nachtelijk­e debat van woensdag niet doorheen kon breken. In zijn tiende jaar als premier bewijst Rutte zo opnieuw dat hij de onbetwiste winnaar is van woordspel

letjes. Maar wat vindt de kiezer van de Haagse bezwerings­formules waarmee hij zijn premiersch­ap veiligstel­t? Zijn taalgebrui­k staat zó ver af van hoe gewone mensen denken en praten.

Bedenk eens hoe het voor nabestaand­en is als die teksten bij hen terechtkom­en, zegt Pvda-politicus en staatsrech­tdeskundig­e Peter Rehwinkel. „Het moet toch onverteerb­aar zijn als zo’n menselijk drama wordt gereduceer­d tot een debat over de vraag of de herinnerin­g daaraan al dan niet bestaat.”

Als Tweede Kamerlid was Rehwinkel lid van de onderzoeks­commissie die de besluitvor­ming rond Srebrenica onderzocht. Hij constateer­t dat de debatten over de bom op Hawija vrijwel alleen gingen over de vraag wie wat wist – en wanneer. „Iedereen redeneert zo onder die Haagse kaasstolp, maar debatten moeten niet altijd gaan over de informatie­voorzienin­g. Het hoort te gaan over de meer principiël­e vragen. Kan Nederland de verantwoor­delijkheid aanvaarden voor wat er in Hawija is misgegaan? Ik zeg niet dat de uitkomst dezelfde moet zijn als destijds bij Srebrenica [het tweede kabinet-kok trad af, red], maar práát daarover. En niet alleen maar zijdelings.”

Politieke doodzonde

Het is de Tweede Kamer zélf die steeds op die informatie­voorzienin­g terugkomt, zegt oud-vvd-spindoctor Henri Kruithof. „De oppositie gaat er prat op te kunnen zeggen dat een bewindsper­soon het parlement niet goed heeft geïnformee­rd, want dat is een politieke doodzonde. Vervolgens gaat het niet meer om de inhoud.” En ja, zegt Kruithof, dan verzandt een debat al snel in technocrat­ische details en wordt er over de hoofden van de kiezer heen gepraat. De bezwerings­formules zijn „op een goudschaal­tje” gewogen, zegt hij, en niet bedoeld voor de kiezer, maar puur om een debat politiek tot een goed einde te brengen. „Bij de kiezer blijft het toch niet hangen”, zegt Kruithof. Want, een geluk voor Rutte: ook de kiezer is „kort van memorie”.

Nul herinnerin­g. Ik kan het niet mooier maken.

Premier Mark Rutte

 ??  ?? Premier Mark Rutte heeft vaak geen herinnerin­g aan gebeurteni­ssen als het op cruciale details aankomt.
Premier Mark Rutte heeft vaak geen herinnerin­g aan gebeurteni­ssen als het op cruciale details aankomt.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands