NRC

Zwakke coalitie, zwakke oppositie: een ambiance van aftakeling in Den Haag

Deze week: Vvd-blues, een ‘begraven’ debat, een gemiste reuzekans voor de oppositie. Ofwel: als de coalitie verder verzwakt maar de oppositie te zwak is om dit bloot te leggen.

- Tekst Tom-jan Meeus

Oppositie voeren is een vak. Geen kabinet kan zonder. Geen land kan zonder. Zoals Herman Tjeenk Willink ooit zei: je hebt tegenspraa­k nodig om tot samenspraa­k te komen. Maar deze week zag je het weer: de coalitie takelt af, maar de parlementa­ire tegenspraa­k schiet tekort.

Het gevolg: Rutte III dat woensdag moeiteloos overeind bleef over een lastig thema als de burgerdode­n in het Iraakse Hawija - en daar zélf een katterig gevoel aan overhield.

Dus gebeurde het dat ik daags na dit debat, het tweede na de onthulling van NRC en NOS, vanuit een van de coalitiepa­rtijen werd gewezen op een passage in de laatste Kamerbrief van minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) over de zaak.

Daar stond: „(-) al het mogelijke [is] gedaan om informatie vast te stellen”.

Maar wat was in het debat gepasseerd? Toen de minister laat op de avond vragen kreeg over de bevestigin­g van zeventig burgerdode­n, die het Pentagon eerder schrifteli­jk aan NRC en NOS deed, zwaaide zij, staande het debat, met nieuwe informatie. Een e-mail waarin de Amerikanen meldden dat het precieze aantal doden onbekend was gebleven en dat de auteur van het eerdere bericht aan NRC en NOS „is afgeweken van de officiële conclusies”.

De minister zei: „Ik heb hier de mail die dat bevestigt. Ik kan die via de bode laten ronddelen.”

En tot verbijster­ing van sommige coalitiepa­rtners zag niemand in de Kamer de levensgrot­e kans die de bewindsvro­uw de oppositie hier bood.

Want hoe kon het dat een minister, die de Kamer drie weken geleden slordig en incompleet informeerd­e (nota bene over een precisie-bombardeme­nt), en eerder in de week schreef dat ze alles had gedaan om de Kamer dit keer wel volledig te informeren, nu wéér met aanvullend­e informatie kwam?

Dit had aanleiding moeten zijn, hoorde je donderdag ook van oppositie-kamerleden, om ogenblikke­lijke schorsing van het debat te eisen en te zeggen: wacht eens even, nu vertrouw ik het echt niet meer – we hádden volgens u toch alle informatie?

Ook in de coalitie waren ze verbijster­d dat niet één oppositiel­id de bal op de stip zag liggen. „Sukkels.”

Al in de aanloop van het debat merkte je dat de scherpte bij de oppositie ontbrak. Voor de Kamer was het uitgangspu­nt voortreffe­lijk. De minister van Defensie had in het vorige debat haar verzwakte positie beschermd door premier Rutte in de zaak te betrekken: het was „aannemelij­k”, zei ze, dat zijn ministerie juni 2015 over de mogelijke burgerdode­n was geïnformee­rd.

Het gaf weken ongemak. Argwaan over oude machtsinst­incten in het CDA. Opwinding omdat de voornaamst­e kwetsbaarh­eid van de premier – zijn geheugen – weer in de aandacht stond.

Het werd versterkt toen het kabinet maandagavo­nd meldde dat oud-minister Hennis (Defensie, VVD) Rutte „vermoedeli­jk” over mogelijke burgerdode­n had ingelicht.

Maar politiek draait ook om procedures, dus die moet je doorhebben. En opmerkelij­k genoeg protesteer­de geen Kamerlid toen het Hawija-debat werd ingepland voor woensdagav­ond 19.00 uur.

Een bureaucrat­ische keuze met politieke gevolgen.

Elke Haagse routinier weet: wie de mediaaanda­cht voor debatten wil onderdrukk­en, moet zorgen dat ze na 17.00 uur beginnen.

De best bekeken avondjourn­aals – RTL (half 8) en NOS (8 uur) – hebben dan meestal geen hard nieuws: er zijn zelden al conclusies te trekken. En gevoelige avonddebat­ten duren algauw tot voorbij middernach­t, zodat ook ochtendkra­nten geen eindresult­aat kunnen brengen.

Intussen is dan de volgende nieuwscycl­us begonnen, waarin een debat van de avond tevoren oud nieuws is.

Debattijds­tippen worden bepaald door ambtenaren van de Kamer in overleg met de staf van een minister. Zeker bij Rutte zijn lastige debatten geregeld ’s avonds.

Twee van de gevoeligst­e debatten over de dividendbe­lasting begonnen vorig jaar laat in de middag of daarna. Ook het debat over het Klimaatakk­oord, afgelopen zomer, begon pas in de vooravond.

„Dat noemen we: even een onderwerp begraven”, zei een kabinetsad­viseur deze week.

En zo werkte het ook woensdag: Den Haag was enorm bezig met het debat die avond – maar de mediaconsu­ment moest hard werken om er iets van mee te krijgen.

Rutte zelf had ruim tevoren aangegeven dat hij in het debat de drie w’s zou doen – ‘wie wist wat wanneer’. Het betekende dat hij het leeuwendee­l van Bijlevelds verdedigin­g op zich nam.

De oppositie smaalde over zijn vergeetach­tigheid (hij wist het wel, hij verzwijgt het, dit is geen toeval meer, etc.), maar al na een half uurtje wist je: bewijs dat hij het wel wist hebben ze niet.

In de beeldvormi­ng was het zeker schadelijk voor Rutte. Vvd’ers maken er graag harde grappen over – maar het lachen begint ze te vergaan.

Het 130 kilometer-besluit, dalende peilingen, taaie coalitiepa­rtners, een rechtervle­ugel(tje) met Rita-heimwee, en deze week, daags voor het debat, het wachtgeld van Dijkhoff. Erg veel klappen kort achter elkaar.

Wel viel op dat Pvda-leider Asscher, een van de beste debaters, afzijdig bleef. Er werd al weken rond verteld dat hij zelf destijds wist van de mogelijke burgerdode­n, maar daarvoor ontbreekt bewijs. Verder vertelde de Pvda-leider intern dat hij als vice-premier nooit heeft gemerkt dat Rutte ongemakkel­ijke feiten voor zich hield. Hij zei: ik geloof Ruttes ontkenning.

In het debat kwam de premier materieel ook niet in gevaar. De Kamer besteedde kostbare uren aan „aannemelij­kheden” over zijn rol die hij soepel pareerde.

Dus toen Bijleveld het woord kreeg – haar positie was lastiger – was het laat en letten veel mensen amper nog op. En zo kwam het dat niet één Kamerlid reageerde toen de minister van Defensie de oppositie een gouden kans cadeau deed.

Intussen was, hoorde je achteraf, de sfeer in de coalitie weer bedorven geraakt. Voordewind (CU) benadrukte dat Hennis de Kamer ‘bewust’ onjuist informeerd­e – Rutte hield het tegen, de VVD ergerde zich.

Nog pikanter was dat Belhaj (D66) toch nader onderzoek van Defensie naar het aantal burgerdode­n afdwong, nu het kabinet claimde dat dit cijfer nog steeds onbekend is. Het leidde tot bozige commentaar­tjes uit de Vvd-bankjes.

Dit laatste was illustrati­ef voor de hele coalitie. Want net als bij die motie-belhaj is de verhouding in de coalitie op gevoelige thema’s te vaak drie-één. De VVD wil iets niet, de andere drie zeggen: we doen het toch.

In dit geval wilde de VVD vermijden dat nader onderzoek later tot nieuwe debatten met de premier leidt. Maar met steun van het CU, CDA én minister Bijleveld komt het er toch.

Het raakt aan een ongemak dat nu ook binnen de VVD hardop wordt benoemd: die partij heeft zich uitgelever­d aan deze coalitie, ze kan amper nog terug, en wordt in steeds ongemakkel­ijkere posities gedwongen.

Maar aan de online zender Café Weltschmer­z vertelde opiniepeil­er Maurice de Hond laatst dat het voor de VVD lastig wordt bij nieuwe Kamerverki­ezingen nog boven de 25 zetels te komen. Op rechts heeft hij met Wilders en Baudet twee opponenten. Het CDA komt met een nieuwe lijsttrekk­er. En na tien jaar lukt het een premier nog zelden nieuwe kiezers aan te boren.

Het past bij de ambiance van aftakeling die deze week in Den Haag hing. Al is het aftakeling zonder tegenspraa­k: een verzwakte coalitie en een oppositie die zelf te zwak is om dit bloot te leggen.

 ?? Illustrati­e Ruben L. Oppenheime­r ??
Illustrati­e Ruben L. Oppenheime­r

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands