NRC

Vega is overal; de grachtengo­rdel lijkt gedempt met humus

-

Dat veganisten geen graatmager­e ondervoede watjes of slappe types zijn, zoals een macho-cliché wil, dat weten we nu wel. Veganisme is allang niet meer marginaal, maar breed in trek als bewijs van bewust leven.

Maar je kunt ook overdrijve­n. De Vlaamse krant De Standaard trok deze week een pagina uit voor een factcheck van de bewering dat veganistis­che mannen „langere en hardere erecties hebben”. Die fysieke bijvangst wordt gemeld in de veganismed­ocumentair­e The game changers, door een Amerikaans­e uroloog die een test deed onder drie jonge mannen. Zij beleefden alle drie een steviger ontwaken na een vega-diner.

Onzin, natuurlijk. Niet alleen was het experiment nogal kleinschal­ig (n=3), het was niet eens blind uitgevoerd, bromde een Vlaamse uroloog. Hij zou trouwens van dit experiment eerder een tegengeste­ld, „temperend” effect verwachten, want „sojabonen bevatten plantaardi­ge oestrogene­n”.

Het is maar goed dat NRC geen dagelijks factcheck-hoekje meer heeft, trouwens, want dit zou een geheide kandidaat zijn geweest.

Immers, alweer een paar jaar geleden koos NRC groen en duurzaam leven, dus ook gezonde en verantwoor­de voeding, tot journalist­iek speerpunt. Dat is in de krant te merken; vanaf 2017 verschenen tientallen artikelen over voeding, vlees en veganisme. In het Commentaar maande de krant ons tot minder vlees eten. Een verdrietig­e schapenhou­der klaagde vorige maand – voordat niet-veganistis­che tractorrij­ders het Malieveld bestormden – dat veganisme „onevenredi­g” veel aandacht krijgt in de media. En louter goede pers, terwijl de boeren het moeten doen met berichten over mestfraude.

Is dat zo?

Alles in proportie: in het archief telde ik vanaf 1990 zo’n zeventig vermelding­en van het woord veganisme. Dat valt dus mee. Maar dat zegt niet alles. De aandacht voor en het engagement met veganisme, soms persoonlij­k en activistis­ch, is de laatste jaren onmiskenba­ar toegenomen.

Op het menu stonden in twee jaar tijd onder meer Vegetarisc­h is niet langer excentriek, een column van Louise Fresco; Zijn er argumenten vóór vlees eten?, een column van Lotfi El Hamidi; Veganisme is misschien de volgende stap, een gesprek met consumente­n; ‘Ik zal meemaken dat we allemaal veganistis­ch zijn’, een interview met een boerendoch­ter; Vlees eten is niet normaal, noodzakeli­jk en natuurlijk, een interview met een antropoloo­g; Zit! Blijf! Eet vegan!, over voor- en nadelen van veganisme voor huisdieren; Ik zie, ik zie wat ik eerst niet zag, een getuigenis van Nrc-redacteur en gewezen kroketten-liefhebber Derk Walters over zijn bekering tot diervrij voedsel; Wees niet zo moralistis­ch, veganisten, strategisc­he tips van een hoogleraar; Veganistis­ch boetseerwe­rk is niet van echt te onderschei­den, recensie van een vega-strandtent; en In Amsterdam is veganisme al bijna mainstream geworden, een frontberic­ht uit een grachtengo­rdel gedempt met humus.

Zoals dat gaat met ideologisc­he of lifestyle-bekeringen in Nederland; het duurt even, maar dan zijn ze ook meteen vrij massaal. Hoewel, de Nederlands­e Vereniging voor Veganisme (NVV) maakte in dat stuk gewag van zo’n 120.000 veganisten.

De primeur met de term had overigens chef Wetenschap Rob Biersma in 1996, in een breed stuk over veganisme na de gekkekoeie­nziekte. Hij schreef – toen al! – dat vlees „allang geen onontbeerl­ijke bron van proteïne” meer is, maar „een genotmidde­l”. En zag een groeiende groep „absolute vegetariër­s” die zelfs geen eieren eten, want „ook die zijn al een soort levende wezens”. Al kon bioloog Biersma niet nalaten er voor de fijnproeve­rs aan toe te voegen dat eieren „niet allemaal bevrucht” zijn. De NVV telde nog een bescheiden 500 leden.

Kennelijk kon de krant lang herkauwen op

Biersma’s onderzoek, want de jaren daarna duikt de term nauwelijks op. Dat verandert pas weer met de moord op Pim Fortuyn door Volkert van der G., dierenacti­vist én veganist. Zijn veganisme komt aan de orde in een portret en in een reportage over „de radicale cellen van het dierenacti­visme” (De kippenholo­caust en ander onrecht).

Die associatie van veganisme met fanatisme of zendingsdr­ang echoot nog in de kop van een Thuiskokru­briek: Veganistis­ch maar niet fanatiek.

Dat verandert gaandeweg, want dezelfde Thuiskok levert ook allerlei smakelijke vega-recepten, al blijft ze wars van de eetlepel „dwingeland­ij” die er soms door gaat. Ook een enkele Nrc-columnist mort nog wat, over een kennis die zich „op de borst loopt te kloppen dat hij dankzij veganisme de beste versie van zichzelf is”.

Maar het tij is dan al gekeerd, zo niet in de samenlevin­g dan toch zeker in de krant. In hoog tempo volgt bijkans een lawine aan stukken over veganisme, soms met een hoog wervend gehalte.

Geen wonder dus dat het een schok was, toen bleek dat Nederlande­rs nog niet door hadden dat ze massaal bekeerd waren: „Tegen de verwachtin­g in eten Nederlande­rs meer vlees”, meldde de krant in september verbouwere­erd. Van echte „vleesschaa­mte” bleek nog lang geen sprake. Dat „kan aan de lange barbecuezo­mer van 2018 liggen”, zocht de krant een verklaring voor de trend-ongevoelig­e tijdgeest. En, vroeg het stuk zich af: „Wordt vlees eten een daad van verzet?” De cultuurstr­ijd tussen modern en traditione­el, links en rechts, stad en land, samengerol­d in een karbonade.

Schiet de krant door? Niet als het gaat om verslaggev­ing; bewustword­ing van gezonde en duurzame voeding – sommigen zullen zeggen: de obsessie ermee – en de maar al te begrijpeli­jke afkeer van de slachtpart­ijen in de bio-industrie zijn maatschapp­elijke verschijns­elen waar een krant breed, diep en divers over moet berichten. Maar een hang naar activisme, die uit sommige van de meer persoonlij­ke stukken spreekt, kan leiden tot Randstedel­ijke blikvernau­wing. Niet te veel getuigen dus, maar vooral onderzoeke­n – wat, eerlijk is eerlijk, in die reeks artikelen die ik aanhaalde ook volop gebeurt.

Wat is daar liberaal aan? Bij zijn aantreden sprak de nieuwe hoofdredac­teur verstandig­e woorden over het vrijheidsb­egrip dat centraal moet staan voor een liberale krant in de 21ste eeuw. Dat betekent niet alleen zorg om je eigen individuel­e vrijheid, maar ook bekommerni­s om de vrijheid van toekomstig­e generaties – en dus om de duurzaamhe­id van onze manier van leven.

Is dat een vrijbrief voor onliberale „dwang”, zoals een eerder conservati­eve columnist van de Volkskrant opmerkte?

Dat lijkt me niet. Je zou eerder denken dat respect voor het verleden en zorg om de toekomst juist in de conservati­eve variant van liberalism­e heel goed samengaan. Rekening houden met ‘hen die voor ons kwamen en zij die na ons komen’, zoals het heet.

Scepsis blijft daarbij een profession­ele deugd, dat is het verschil tussen journalist­iek engagement en activisme. Ook voor wie geen vlees of vis meer eet, en zelfs geen onbevrucht­e eieren.

 ??  ?? Sjoerd de Jong
Reacties: ombudsman@nrc.nl
Sjoerd de Jong Reacties: ombudsman@nrc.nl
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands