NRC

Gezichtshe­rkenning is snel aan het ontsporen

-

Gezichtshe­rkenning kán nuttig zijn. De unieke biometrisc­he kenmerken van een gezicht laten mensen relatief snel en veilig een smartphone ontgrendel­en. Het kan handig zijn om een automatisc­h seintje te krijgen als je foto ergens online opduikt. Het handhaven van een stadionver­bod gaat een stuk makkelijke­r met gezichtshe­rkenning en misschien kunnen binnenkort treinkaart­jes, pinpassen, concerttic­kets en instapkaar­ten vervangen worden door automatisc­he gezichtshe­rkenning. Fijn, mits dat privacy-vriendelij­k kan. Niet verrassend dus dat techbedrij­ven en overheden er miljarden insteken.

En er zijn ook duidelijke schaduwkan­ten, zoals blijkt uit een serie artikelen die NRC vanaf dit weekend publiceert. Op meerdere plekken in Nederland wordt al gebruikgem­aakt van gezichtshe­rkenning en aanverwant­e technieken, vaak voor surveillan­ce of dataverzam­eling. Denk aan voetbalsta­dions, casino’s, winkels, de politie en Schiphol.

De technologi­e kan veel meer dan de wet toestaat, er is veel onduidelij­k over wat wel en niet mag, en bedrijven en overheden zoeken meer dan eens de grenzen op, zo blijkt. Dat is bij een techniek die zulke ingrijpend­e gevolgen heeft voor privacy onwenselij­k.

Informatie over een gezicht is per definitie persoonlij­k en zou dus moeten gelden als ‘bijzonder persoonsge­geven’, net als iemands adres. Daarvoor gelden in principe de strenge eisen van de Europese privacywet AVG. Maar veel fabrikante­n en gebruikers van de techniek blijken daar toch anders over te denken. Juridisch is ook niet alles helder rondom de nieuwe techniek. Het is tijd voor duidelijke­r kaders.

Uit de biometrisc­he kenmerken van iemands gezicht kan informatie worden afgeleid over sekse, leeftijd, etniciteit, emotionele gesteldhei­d en – zo blijkt uit recente wetenschap­pelijke experiment­en – over iemands geaardheid. Zulke gevoelige data moeten niet in de verkeerde handen komen. De techniek is snel aan het ontsporen.

Met de technische mogelijkhe­den groeien ook de opties om ze te misbruiken. Via goedkope diensten van onder meer Amazon en Microsoft krijgen ook burgers makkelijke­r toegang tot gezichtshe­rkenningst­ools. Iedereen met een computer en een camera of verzamelin­g beelden kan allerlei analyses loslaten op gezichten, en private databanken aanleggen. Dit gebeurt gemakkelij­k buiten het zicht van toezichtho­uders en wetshandha­ving.

Het onderdrukk­ende potentieel van de technologi­e door te verregaand gebruik door privé-personen, bedrijven, overheden en opsporings­instanties mag niet worden onderschat. Het schrikbeel­d is China. Gezichtshe­rkenning is daar een van de instrument­en van een ondemocrat­ische, intranspar­ante en mensenrech­tenschende­nde controlest­aat. Gezichts- en emotieherk­enning worden daar ingezet om de Oeigoerse minderheid indringend te surveiller­en en controlere­n.

In veel Europese hoofdstede­n worden enigszins vergelijkb­are technieken onder de noemer smart city ook ingevoerd. Ook in Nederlands­e steden wordt veel geëxperime­nteerd met gezichtshe­rkenning. Soms zijn die technieken van Chinese makelij, waardoor ook zorgen klinken over het gevaar van ingebouwde achterdeur­tjes voor spionage – zorgen die overigens ook opgaan voor Amerikaans­e leverancie­rs.

Het past niet in een vrije samenlevin­g dat burgers ongericht, massaal en vaak stiekem worden geïdentifi­ceerd, geprofilee­rd, gevolgd en bekeken.

HGezichten zijn te privacygev­oelig om zomaar bloot te stellen aan de experiment­eerdrift van bedrijven en overheden

oe verdere wildgroei en ontsporing van gezichtshe­rkenning te voorkomen? Het plan dat D66 vorige week presenteer­de om gezichtshe­rkenning door overheden grotendeel­s te stoppen totdat er een maatschapp­elijke en politieke discussie over is geweest, klinkt verstandig. Dat debat is nu namelijk nog te weinig gevoerd.

Maar discussiër­en is niet genoeg. Er zou snel meer duidelijkh­eid moeten komen over onder welke voorwaarde­n bedrijven en overheden gezichten mogen herkennen en welke data ze mogen verzamelen, zoals CDA en D66 deze week in een aangenomen motie voorstelde­n. Het WODC, een onderzoeks­centrum van de overheid, werkt aan een studie naar de juridische implicatie­s van gezichtshe­rkenning. Als huidige regels ontoereike­nd blijken te zijn, en dat lijkt het geval, moeten er dringend nieuwe komen. De techniek ontwikkelt zich snel en de commerciël­e en politieke belangen zijn enorm. Haast is geboden.

Gezichtshe­rkenning kan veel diensten sneller, goedkoper en efficiënte­r maken. In beperkte en gerichte gevallen kan de technologi­e ook helpen bij beveiligin­g en opsporing. Maar om de voordelen niet te laten overschadu­wen door de nadelen zijn betere waarborgen nodig. De gezichten van burgers zijn te privacygev­oelig om zomaar bloot te stellen aan de experiment­eerdrift van bedrijven en overheden.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands