Hij komt eraan. Maar is het ook voordeliger?
Er rijden komend jaar naar schatting 150.000 leasefietsen rond. Werknemers kunnen eenvoudig een rijwiel ‘leasen’ voor een paar euro per maand. Maar is het echt voordelig?
Lees even mee: „Fietsen kan een duurzaam en efficiënt alternatief zijn voor reizen met de auto of het openbaar vervoer. Fietsen belast de luchtkwaliteit minder en kan zorgen voor minder drukte op de weg of in het openbaar vervoer. Bovendien brengt het gebruik van de fiets gezondheidsvoordelen met zich mee ten opzichte van het gebruik van de auto of het openbaar vervoer.”
Aan het woord is staatssecretaris Menno Snel (Financiën, D66). Met deze tekst zette hij op Prinsjesdag 2018 de deur wagenwijd open voor een staaltje typisch Nederlands fiscaal ‘nudgen’: de leasefiets.
De leasefiets kwam er door een uitgekiende lobby van de Nederlandse autoleasebedrijven, verenigd in de VNA. Samen met de ANWB, de Fietsersbond, vereniging Natuur en Milieu en Rai/bovag mixten zij een woest aantrekkelijke cocktail in elkaar van verminderde filedruk, een beter milieu, minder parkeerproblemen, een gezondere leefstijl, en dat alles werd afgemaakt met een flinke scheut fiscale versimpeling. Kamerlid Matthijs Sienot (D66) zette het onderwerp in februari 2018 welwillend op de kaart en zijn partijgenoot Snel maakte het een half jaar later trefzeker af.
Het resultaat rijdt vanaf volgend jaar over de fietspaden. Per 1 januari verandert de fiscale regeling voor fietsen van de zaak ingrijpend. Voor de administratief complexe methode, waarbij een gebruiker zijn woon-werkverkeer en privékilometers met de fiets voor de baas moest bijhouden en verrekenen, komt nu een nieuwe, eenvoudige regeling in de plaats. Die is gebaseerd op de regeling die al geldt voor lease-auto’s: een forfaitaire bijtelling, in fiscaal jargon.
Een paar euro per maand
De essentie is simpel: werkgevers die hun werknemers een fiets van de zaak willen
aanbieden, sluiten een deal met een leasebedrijf. Of, wat minder voor de hand ligt: ze kopen zelf fietsen in. Dat vergt echter grote investeringen, wat veel werkgevers zal afschrikken. De werknemer kan de fiets ‘lenen’ (leasen) van de werkgever tegen een fiscale bijtelling van 7 procent van de consumentenadviesprijs van de fiets. Aan het eind van de looptijd van het contract, vaak standaard drie jaar, gaat de fiets terug naar het leasebedrijf.
Wat betekent dit in de praktijk? Een werkgever die een deal sluit met een leasebedrijf zal daar gemiddeld zo’n 20 tot 30 euro per fiets per maand voor kwijt zijn, schatten fiscalisten. Daarvoor koopt het leasebedrijf de fietsen in en levert ze aan de werknemers die van de regeling gebruik (mogen) maken. Net als voor het leasen van auto’s hebben leasebedrijven al online tooltjes gemaakt waarin de werknemer kan kiezen uit een assortiment aan fietsen, verzekeringen en onderhoudspakketten.
Voor een werknemer kan de deal er als volgt uitzien: je kiest een mooie elektrische fiets uit, van bijvoorbeeld 2.000 euro. Omdat die fiets een waarde vertegenwoordigt – het is loon in natura – wordt jaarlijks 7 procent van de waarde van die fiets opgeteld bij het inkomen van de werknemer. Over die 140 euro wordt vervolgens belasting geheven.
Wie minder dan 68.000 euro per jaar verdient, betaalt 38,1 procent belasting. Dat betekent dat deze leasefiets op jaarbasis netto 53,34 euro kost, ofwel 4,45 euro per maand. Voor mensen die meer verdienen, kost diezelfde fiets 6,04 euro per maand. Zij betalen immers 51,75 procent belasting over alles boven die
68.000 euro.
Het bijhouden van woon-werkverkeer en privé-kilometers met de ‘oude’ fiets van de zaak komt met de bijtelling te vervallen. Ook wordt geen onderscheid gemaakt tussen soorten fietsen. Van stadsfiets tot bakfiets. en van racefiets tot snelle elektrische ‘speed pedelec’, allemaal vallen ze onder de 7-procentsregeling.
Net als bij de leaseauto bepaalt de werkgever welke fietsen aangeboden worden. Werknemers die een hele dure fiets willen leasen, kunnen dan te maken krijgen met een eigen bijdrage in de leasekosten. Voor directeuren-grootaandeelhouders (ondernemers met een eigen bedrijf) worden de mogelijkheden onbeperkt. Een superdeluxe racefiets van 10.000 euro op de zaak neerzetten voor een maandelijkse bijtelling van 58 euro? Het staat ze vrij.
Vlag uit bij leasebedrijven
Nu de regeling bijna van start gaat, bereiden leasebedrijven zich voor op een grootschalige introductie van de leasefiets. Schattingen van de leasebranche en Rai/bovag gaan uit van 150.000 zakelijke e-bikes alleen al in 2020.
Leaseplan, de grootste autoleaser van Nederland, tekende in september een contract met fietsenverkoper International Bike Group voor de levering van de fietsen. Het biedt straks onder meer elektrische fietsen van merken als Cube, Stromers en Cortina. De prijzen variëren van 1.100 tot 9.500 euro. Een woordvoerder van Leaseplan: „We zijn wekelijks in gesprek met meerdere geïnteresseerde bedrijven.”
Namen wil het leasebedrijf niet noemen. Het gaat vaak om wat grotere bedrijven, zegt de woordvoerder. En dan vooral om bedrijven met weinig of heel dure parkeerruimte, zoals op de Zuidas in Amsterdam en in de binnensteden. Daar kan de rekensom snel gemaakt worden: als we iedereen onder een bepaalde salarisschaal geen leaseauto, maar een leasefiets geven, scheelt dat tientallen parkeerplekken per jaar.
Wie bang is binnenkort te moeten kiezen tussen een leasefiets, een lease-auto of een businesskaart van de NS, kan gerust zijn. Die kunnen naast elkaar bestaan, mits de werkgever dat aanbiedt natuurlijk. Fiscaal is het hebben van meerdere regelingen voor een werknemer geen enkel probleem. Voor de leaseauto geldt dat het gebruik daarvan ook via een bijtelling bij het inkomen wordt verdisconteerd. Bij de Ns-businesskaart, waarmee een werknemer vrij kan reizen, worden de daadwerkelijk gemaakte kosten maandelijks bij de werkgever in rekening gebracht.
Zelf rekenen loont (altijd)
Prachtig allemaal, die leasefietsen. Toch is het niet alleen maar goed nieuws, zeggen fiscalisten. Jan-bertram Rietveld, loonbelastingexpert en partner bij adviesbureau EY, is kritisch. „Vooropgesteld: ik ben onder de indruk van de eenvoud van de regeling. Daar is duidelijk lef getoond”, zegt hij. En toch ziet hij één hele grote keerzijde aan het nieuwe plan. Veel werknemers die met eigen vervoer naar hun werk komen (auto of fiets) hebben nu recht op de belastingvrije reiskostenvergoeding van 19 cent per kilometer. Wie zijn eigen auto of fiets inruilt voor een leasefiets, verliest dat recht. „Dat wordt dus rekenen voor werknemers die nu ook al met de fiets of de eigen auto naar hun werk komen”, zegt Rietveld.
Een voorbeeld: wie 15 kilometer van zijn of haar werk woont en dagelijks op en neer fietst (uitgaande van 214 werkdagen in een jaar), krijgt daarvoor op jaarbasis nu 1.219,80 euro aan reiskostenvergoeding. Doe dat twee jaar en je hebt genoeg geld voor een goede elektrische fiets, die ook nog eens volledig van jou is en blijft.
Rietveld van EY: „Daar komt nog bij dat de kilometervergoeding alleen vervalt voor zover de werknemer met de leasefiets naar zijn werk komt. Komt de werknemer met de auto, of met een andere fiets, dan maakt die in theorie wel weer aanspraak op de vergoeding van 19 cent per kilometer. En dat mag gewoon, omdat het privégebruik van de leasefiets al verdisconteerd is in de bijtelling.” Hij raadt werkgevers dan ook aan weg te blijven van de reiskostenvergoeding. Anders blijft de administratie immers alsnog complex, omdat de werkgever dan individueel moet controleren hoe iemand naar het werk komt.
Alternatieve fietsen
Werkgevers die niet aan de leasefiets willen, hebben nog andere opties om hun personeel uit de auto en in het zadel te krijgen. Zo mogen zij hun werknemers een renteloze lening geven voor de aanschaf van een fiets. De aflossing kan plaatsvinden door inhouding van reiskosten (de 19 cent per kilometer). Zodoende wordt de fiets met elke gereden kilometer een klein beetje meer van de werknemer, en mag hij hem na aflossing gewoon houden. Als de lening is afgelost, blijft de reiskostenvergoeding gewoon doorlopen.
Een laatste optie is de fiets van de zaak onder te brengen in de zogenoemde vrije ruimte van de werkkostenvergoeding. Werkgevers mogen jaarlijks 1,2 procent van de totale loonsom besteden aan belastingvrije extra’s. Denk aan mobiele telefoons en kerstpakketten. Als de fiets daar ook in ondergebracht wordt, soupeert die een fors deel van die vrije ruimte op. Overigens wordt die vrije ruimte vanaf 2020 verhoogd naar 1,7 procent van de loonsom (tot 400.000 euro, daarboven geldt weer 1,2 procent).
Er valt dus nogal wat af te dingen op de leasefiets. Toch hoopt Rietveld van EY dat het een succes wordt: „Het feit dat een eind wordt gemaakt aan de huidige administratieve rompslomp is al genoeg om dat te hopen. Nu alleen nog dat probleem met die reiskostenvergoeding oplossen.”