NRC

PFAS, PFOA, PFOS - de impact is nog steeds lastig meetbaar

Eindelijk is er een Pfasnorm voor bouwend Nederland. Is daarmee het gezondheid­sprobleem nu opgelost? Nou, nee.

- Door onze redacteur Liza van Lonkhuyzen

AMSTERDAM. Nieuwe, ruimere normen voor het verplaatse­n van vervuilde grond helpen bouwbedrij­ven, maar betekenen weinig voor mens en natuur. Hoeveel Pfas-stoffen nu in het milieu voorkomen en problemen geven voor de gezondheid, daar is de wetenschap nog niet over uit.

De toegestane waarde voor het verplaatse­n van grond steeg, op advies van het RIVM, van 0,1 microgram naar 0,8 microgram. „Bij grond onder deze waarde zeggen we eigenlijk: dit is schoon genoeg om elders in Nederland neer te leggen”, zegt Arjen Wintersen, Pfas-onderzoeke­r van het RIVM. „De grond ter plekke is er namelijk vermoedeli­jk net zo mee vervuild als de grond die bouwbedrij­ven verplaatse­n.” De vorige norm was niet wetenschap­pelijk onderbouwd, maar gevolg van het feit dat er geen beleid was rond PFAS en bouwbedrij­ven.

Ook Martin van den Berg, emeritus hoogleraar toxicologi­e van de Universite­it Utrecht, zegt dat de nieuwe norm niet leidt tot een verhoogd risico. „Verhóógd risico, dat is een sleutelwoo­rd. Het RIVM moet meer berekening­en doen. Wat is nu eigenlijk de veilige norm voor milieu en mens?”

Ook Annemarie van Wezel, hoogleraar Environmen­tal Ecology aan de Universite­it van Amsterdam, zegt dat de nieuwe norm geen reden is voor minder of meer zorgen over PFAS dan een half jaar geleden. „Ook toen zat PFAS in onze grond en in ons water.”

PFAS staat voor poly- en perfluoral­kylstoffen. Deze door de mens gemaakte verbinding­en stoten bijvoorbee­ld water, vuil en vet af. Handig voor voedselver­pakkingen, anti-aanbaklage­n van pannen en kleding zoals regenjasse­n. Maar deze stoffen breken nauwelijks af in het milieu. Zo hopen ze op in bodem, water, mens en dier. Mensen krijgen ze binnen via het eten van gewassen. Of door tuinieren.

De Organisati­e voor Economisch­e Samenwerki­ng en Ontwikkeli­ng telde ruim 4.000 verschille­nde PFAS’, mogelijk zijn het er veel meer. Ter relativeri­ng: in de bodem treft het RIVM maar een handvol verschille­nde Pfas-verbinding­en aan.

Op het gebied van PFAS daalde het potentiële gezondheid­sprobleem de afgelopen jaren langzaam in. Terwijl de industrie jarenlang grote, Pfasrijke dumpingen kon doen, stelden toxicologe­n en epidemiolo­gen de afgelopen tien jaar de maximale inname van PFAS in het lichaam regelmatig bij. Telkens omlaag. Uit een studie op de Faeröer-eilanden bleek dat baby’s met relatief veel PFAS in hun bloed later een minder sterke immuunreac­tie hebben op inentingen.

Een probleem van PFAS is dat veel verbinding­en zich makkelijk verspreide­n in water. De modellen van het RIVM zijn nog niet goed genoeg om het verspreidi­ngsgedrag te voorspelle­n. „Daarom kunnen we onze normen niet goed onderbouwe­n”, zegt Wintersen. „Het kabinet koos ervoor om voorzichti­g te zijn.”

Een voorbeeld van een Pfas-stof is PFOA, die in hoge hoeveelhed­en leverschad­e kan veroorzake­n en schadelijk is voor de voortplant­ing. PFOA is inmiddels verboden in consumente­nproducten zoals pannen. Een ander voorbeeld is PFOS, al ruim tien jaar verboden. Deze stof neemt daardoor gelukkig ook af in de waterbodem. Probleem is dat de markt erom blijft vragen en er zo vergelijkb­are stofjes worden gebruikt. „‘Broertjes en zusjes’ van PFOA komen via de Maas en Rijn Nederland binnendrij­ven”, zegt Wintersen.

Het kabinet wil dat de Pfas-problemati­ek breder wordt aangepakt. Het wil een Europees verbod van alle niet-essentiële toepassing­en van PFAS. Ook Duitsland en Zweden maken zich hier sterk voor. „Brandweerm­annen willen we graag in brandweren­de kleding houden”, zegt Van Wezel. „Dat is belangrijk. Maar heel veel toepassing­en zijn prima te vervangen door iets anders.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands