Is slangengif gevaarlijk voor gifslangen?
Gifslangen zetten een heel arsenaal aan enzymen en toxines in om hun vijanden en prooien te verlammen, te doden of af te schrikken. Maar wat gebeurt er als ze zelf door een gifslang gebeten worden, of, per ongeluk hun gevaarlijke giftanden in eigen vlees zetten?
Geen probleem, mailt de Australische slangenkenner Bryan Fry opgewekt: „Slangen zijn door een heel scala aan mechanismen immuun voor hun eigen gif. Dat varieert van antilichamen die circuleren in hun bloed tot fysieke aanpassingen in hun zenuwreceptoren.”
Inderdaad beschrijft de Italiaanse natuurwetenschapper Felice Fontana al in 1767 in zijn verhandeling over adders Sopra Il Veleno Della Vipera een serie gruwelijke experimenten waarin hij liet zien dat een adder geen last heeft van gifbeten van andere adders of van zichzelf.
In de moderne wetenschappelijke literatuur keren soortgelijke observaties terug, zoals het relaas van twee doodsadders die samen in een terrarium leefden. Toen de ene slang tijdens het voeren een levende muis pakte, hapte de ander hem in zijn kop, waarna een gevecht ontstond. Hoewel beide slangen elkaar verschillende malen gif hadden geïnjecteerd leken ze nergens last van te hebben.
Toch zijn er ook beschrijvingen van gifslangen die ten onder gingen aan hun eigen gifbeet. Bijvoorbeeld van de bruine nachtboomslang in Australië die door een auto was aangereden maar dankzij goede verzorging weer was opgelapt. Toen de slang werd overgezet naar een ander verblijf, ging het mis. Met zijn kop vast in een klem zag het wild kronkelende dier kans in zijn eigen staart te bijten. Twee uur later begon hij vreemd gedrag te vertonen. Na zes uur raakte de bovenste helft van het lichaam verlamd, en nog eens vier uur later was hij roerloos en koud – er was nog wel een hartslag te voelen. Een halve dag na de zelfbeet was het dier dood. Mogelijk is het eigen gif voor sommige soorten wél gevaarlijk.
En hoe zit het dan wanneer verschillende soorten gifslangen elkaar te lijf gaan? Australische biologen waren in het Kroombit Tops National Park in Queensland getuige van een strijd tussen een bruine slang met een doodsadder. In het half uur durende gevecht beten ze elkaar flink, zonder dat een van hen er last van leek te hebben. Uiteindelijk lukte het de bruine slang om de adder bij de kop te pakken en hem in zijn bek te schuiven, waarna hij hem langzaam verslond.
En in de Kalahariwoestijn in Zuidafrika ontdekte Bryan Maritz en zijn team van de University of the Western Cape dat het dieet van Kaapse cobra’s voor wel een derde uit slangen bestaat, giftig of niet. Een cobramannetje kreeg de bijnaam Hannibal, vanwege zijn kannibalistische neigingen.
„Onze observaties in het veld suggereren dat het gif een rol speelt in het doden van prooislangen”, zegt Maritz per e-mail, „Maar het lijkt erop dat het gif bij slangen wel langzamer werkt dan bij andere prooidieren.”
Maritz zag hoe een Kaapse cobra een pofadder aanviel en uiteindelijk doodde. Hem viel op dat de pofadder nauwelijks terugbeet, maar toch standhield. „Het hele proces duurde meer dan 20 uur, ondanks de vele gifbeten die het slachtoffer te verduren kreeg”, schrijft Maritz. „Ik heb ook gezien dat pofadders die waren aangevallen door een wipneuscobra een maand lang overleefden om uiteindelijk alsnog het loodje te leggen.”
Pofadders zijn dus misschien een klein beetje immuun voor het gif van cobra’s, concludeert Maritz. „Maar hoe dat werkt, weten we niet.”