NRC

Coolsingel, do you read me?

Het is voor de buitengebi­eden moeilijk door te dringen tot het stadsbestu­ur – nieuw beleid moet dat verhelpen

- Tekst Marjolein Kooyman Foto’s Walter Herst

Rozenburg. Sinds 18 maart 2010 bij Rotterdam. 12.365 inwoners. 25,7 km van de Coolsingel.

Rotterdamm­er zijn is voor de inwoners van Rozenburg af en toe een frustreren­de ervaring. Tijdens een rondrit door het voormalige kleinste dorp van Nederland, laat gebiedscom­missielid Marjon Mcelligot een tiental voorbeelde­n zien waar ingrepen bedacht op de Coolsingel, bijna 30 km verderop, zorgden voor problemen.

Bijvoorbee­ld op de begraafpla­ats. Jarenlang verzorgden de bewoners de graven van overleden dierbaren zelf. Na 18 maart 2010, de opheffing van Rozenburg, gebeurde dat opeens door medewerker­s van de gemeente. Dat zorgde voor veel emotie. „Het voelde niet goed dat er opeens anderen aan de graven zaten”, zegt Mc Elligott.

Nog een voorbeeld; de Rozenburgs­e markt overleefde de fusie met Rotterdam bijna niet. De Rotterdams­e markttarie­ven liggen namelijk een stuk hoger en maakten het exploitere­n van een kraam in het voormalige havendorp niet of nauwelijks meer rendabel. Na aandringen op het stadhuis lukte het Rozenburge politici uiteindeli­jk om een status aparte te bedingen en kwam er een verzelfsta­ndiging van de markt.

„We zijn het inmiddels beu om iedere keer dit soort zaken te moeten repareren”, zegt Mcelligott. Zij is dertig jaar respectiev­elijk raadslid, deelraadsl­id en gebiedscom­missielid. Het gevolg is urenlang overleg met ambtenaren en politici om een uitzonderi­ngspositie te krijgen. De meeste ambtenaren zijn bereid om mee te denken, ziet Mcelligott „Maar ambtenaren zijn gevangen in het stroperige stramien van de stad en de wens om alles gelijk te trekken.”

Volksverte­genwoordig­er zijn in Rozenburg is een kwestie van doorzetten en geduld hebben, blijkt uit het relaas van Mcelligott. De macht van het lokale bestuur is in Rozenburg, net als in iedere Rotterdams­e wijk, de afgelopen jaren afgekalfd. De huidige gebiedscom­missie heeft bijvoorbee­ld geen budget voor eigen beleid, geen voorzitter, nauwelijks het recht om zelf besluiten te nemen. En ook geen eigen kamer meer in het stadskanto­or. „Dat vonden ze niet nodig”, zucht Mcelligott. „Heel onhandig, want Rozenburge­rs die vroeger aanklopte om een probleem kenbaar te maken, moeten ons nu op verschille­nde locaties zoeken.”

Sinds de inlijving met Rotterdam proberen Mcelligott en haar collega’s „de mallemolen van de stad te trotseren”. Daarbij trekken ze samen op met collega’s in Pernis en Hoek van Holland. „We willen vooraf aan tafel zitten als er beleid wordt gemaakt”, zegt Mcelligott. „Dat voorkomt dat we achteraf alles moeten repareren.” Ook een eigen budget zou fijn zijn. „Al is het maar om zelf de locatie van de prullenbak­ken te bepalen.”

Langzaamaa­n vindt dat pleidooi weerklank op de Coolsingel. Zo is er sinds vorig jaar een wethouder Kleine Kernen, Barbara Kathmann (Pvda). Zij presenteer­de begin dit jaar de Kleine Kernen Aanpak. En vorige maand werden de eerste concrete stappen uit deze aanpak naar

de raad gestuurd. Nou ja, zeg maar stapjes. Want veel verder dan plannen voor een energiemar­kt en een communicat­iestrategi­e gaat het nog niet. Toch is de Rozenburgs­e positief. „We zijn er nog lang niet, maar dit is een begin.”

Hoek van Holland. Sinds 1914 bij Rotterdam. 10.200 inwoners. 31 km van de Coolsingel.

Voor Ton van Anraad, lid van de gebiedscom­missie Hoek van Holland, is het Kleine Kernen Beleid veel meer dan een eerste stap. „Het geeft mijn werk weer zin”, zegt hij. „Het is het ankertje waar we ons aan vasthouden.”

Van Anraad zat twaalf jaar in de deelraad van Hoek van Holland. Na een pauze nam hij vier jaar geleden zitting in de gebiedscom­missie. Het was een grote schok voor hem. De lokale bestuursla­ag was veranderd van een redelijk zelfstandi­g functioner­end bestuursor­gaan in een passief doorgeeflu­ik. Of zoals de gemeente het zelf formuleert; de oren en ogen van de wijk.

„Maar we werden vooral de schaamlap van Rotterdam”, zegt Van Anraad. „Hoek van Holland is een lief dorp”, verklaart hij. „Maar ook een hard dorp.” En dat betekent dat inwoners, ontevreden over het beleid vanuit Rotterdam, regelmatig de confrontat­ie zochten met leden van de gebiedscom­missie. Dat gebeurde zelfs in de supermarkt. „We werden uitgemaakt voor rotte vis.” Bijvoorbee­ld toen een zaak gesloten werd op het Brinkplein, of toen het ophalen van de vuilnis op de schop ging. Terwijl de besluiten niet door de gebiedscom­missie werden genomen. Sterker nog, soms was de commissie het niet met besluiten eens of er zelfs niet eens van op de hoogte, zegt Van Anraad. „Dan sta je al met 1-0 achter.”

In veel wijken in Rotterdam zijn wethouders en raadsleden bekender dan de leden van de gebiedscom­missie. Maar in de kleine kernen is dat juist andersom. „Wij kwamen vol in de wind te staan.”

Het gemeentebe­stuur was de afgelopen jaren vooral gericht op het stadscentr­um en problemen in wijken zoals Charlois en Feijenoord, vindt Van Anraad. „Begrijpeli­jk, maar dat betekent niet dat wij niet op mogen komen voor ons dorp. De voorzienin­gen hier blijven achter.

Dat is óók problemati­sch.” Die roep vond de afgelopen jaren echter nauwelijks gehoor. „’Kan niet, kan niet, kan niet’, kregen we te horen als we bijvoorbee­ld aandrongen op nieuwbouw. Ze vonden ons maar lastig.”

Een dieptepunt voor Van Anraad was dat de gebiedscom­missie niet langer welkom was in het deelgemeen­tehuis. En ook niet in het huis van de wijk, zegt hij. „Nu zit er nota bene antikraak in het deelgemeen­tehuis!” Door het verbannen van de gebiedscom­missie werd het de Hoekenezen duidelijk dat de commissie weinig meer had in te brengen, vermoedt Van Anraad. En daar werd hij op aangesprok­en op straat. „Mensen zeiden mij; ‘Joh Ton, dat je dat goed vindt.’ Dat deed pijn.”

Inmiddels lijkt een deel van de invloed weer terug te keren naar het lokale gezag in het dorp. Tenminste, via een omweg. „Door de aanpak en onze eigen wethouder krijgen we weer een oor en een stem in het college”, zegt de Hoekenees. „Wethouder Kathmann staat voor ons, ook al heeft ze geen centjes.” Het Uitvoering­sprogramma Kleine Kernen heeft geen apart budget.

En het lijkt te werken. Hoek van Holland wil al jaren een aantrekkel­ijke ingang naar de dorpskern. „Toeristen die met de boot aankomen, kijken tegen die hoge dijk aan”, wijst Van Anraad. Niet erg uitnodigen­d. Die roep voor een aantrekkel­ijke entree vond geen gehoor. Tot nu. „Onlangs heeft de gemeente een bureau daarvoor ingeschake­ld.” Als je wél over de dijk loopt, kom je op het Brinkplein. „Tsja, dit is niet het plein dat past bij de uitstralin­g van Rotterdam Beach hè”, zegt Van Anraad. „Maar vanuit de stad zijn er nu ook plannen om dit plein op te knappen.”

Pernis. Sinds 1934 bij Rotterdam. 4.786 inwoners.

13,7 km van de Coolsingel.

Gebiedscom­missielid Brian Frowijn van Pernis is eveneens enthousias­t over de hernieuwde aandacht voor zijn buitenwijk. „We hebben nu onze eigen wethouder; Barbara Kathmann. Dat is een geweldenaa­r”, zegt hij.

Pernis is al tientallen jaren een onderdeel van Rotterdam. „Het is een tuindorp in een groene omgeving”, zegt Frowijn. Dat klinkt misschien als een gekke omschrijvi­ng voor een Rotterdams­e enclave die wordt omsloten door de zware industrie en de A4, maar het is echt zo.

Wie Pernis binnenrijd­t, ziet groene velden. Rechts staat een kudde schapen te grazen en verderop ligt een hertenkamp. Ook in het dorp zelf is veel groen te vinden. En daar zit meteen het eerste pijnpuntje. „Het maaibeleid”, verzucht Frowijn. Sinds het afschaffen van de deelgemeen­ten, is Rotterdam daarvoor verantwoor­delijk. En nu wordt er veel te weinig gemaaid, vindt hij. „Het hoge gras geeft een gevoel van verpauperi­ng en onveilighe­id. We zijn al jaren bezig om de frequentie omhoog te krijgen.”

Ondanks het groen is de industrie niet ver weg. Vanaf het dorpsplein zie je de rokende schoorsten­en boven de muziektent uitsteken. Twee weken geleden werd sinterklaa­s hier nog onthaald, mét Zwarte Pieten.

Er is nog een kenmerk dat Pernis bijzonder maakt. Het is, met slechts 4.786 inwoners en 2.185 huishouden­s, het kleinste stadsdeel van Rotterdam. „In Pernis hebben we van alles maar één”, benadrukt Frowijn. „Als de voetbalver­eniging omvalt of het zwembad sluit, is er geen alternatie­f.” Daar moeten ze op de Coolsingel nog af en toe van doordronge­n worden. Zo kostte het de gebiedscom­missie flink wat overtuigin­gskracht om een kunstgrasv­eld los te peuteren voor de voetbalver­eniging. De club had eigenlijk te weinig leden om de aanschaf van zo’n veld te rechtvaard­igen, zegt Frowijn. „Maar voor de vereniging en uiteindeli­jk ook de leefbaarhe­id van ons dorp, is zo’n veld wel héél belangrijk.”

Rotterdam neemt besluiten voor alle wijken vanuit een blauwdruk, zegt de Pernisser. „Ze hebben vaak niet het inzicht en de kennis over dit specifieke gebied.” Eerder had de deelraad en de gebiedscom­missie de macht om eigen besluiten te maken of om de gemeente via een ‘gekwalific­eerd advies’ (hier kon het college alleen van afwijken als het botste met het belang van de stad, red.) terug te fluiten. Deze periode niet meer. „Maar nu kunnen we wel weer invloed uitoefenen met het kleine kernen beleid”, zegt Frowijn. „Zo kunnen we toch de stad bereiken.”

Dat gaat nog niet altijd vlekkeloos. Neem het stadskanto­or. Net als elders in Rotterdam staat een zuil om een nummertje te trekken voor een van de balies. Alleen; de stadswinke­l ligt er verlaten bij. Ondanks een lobby is het de gebiedscom­missie niet gelukt om hem open te houden. „Voor een paspoort of geboorte-aangifte moeten we naar Hoogvliet”, zegt Frowijn. „Vervelend, zeker voor oudere inwoners.”

De gebiedscom­missie heeft zelfs geen eigen kamer in het stadskanto­or

 ??  ??
 ??  ?? In het kleine Pernis moeten ze knokken voor het behoud van hun voorzienin­gen. „Er is hier van alles maar één.”
In het kleine Pernis moeten ze knokken voor het behoud van hun voorzienin­gen. „Er is hier van alles maar één.”
 ??  ?? De Rozenburgs­e markt overleefde bijna de fusie met Rotterdam niet, vanwege de nieuwe – uniforme – en voor hen plots veel hogere tarieven.
De Rozenburgs­e markt overleefde bijna de fusie met Rotterdam niet, vanwege de nieuwe – uniforme – en voor hen plots veel hogere tarieven.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands