NRC

Lunchen met Ad Vingerhoet­s

AD VINGERHOET­S (66), hoogleraar psychologi­e, specialise­erde zich in huilen na een vraag op een feestje: „Ad, dat moet jij weten, is huilen nou echt gezond?”

- Tekst Ellen de Bruin Foto Frank Ruiter

Om „praktische redenen en een vleug nostalgie” wilde Ad Vingerhoet­s graag afspreken in het café van museum Beeld en Geluid te Hilversum. Dat is praktisch omdat hij na dit interview meteen door moet naar Radio 1, om ook daar over zijn onderzoek te vertellen. Ruim twintig jaar was hij een van een handvol wetenschap­pers wereldwijd die onderzocht wanneer en waarom mensen als ze volwassen zijn nog steeds huilen. Op 8 november ging de hoogleraar psychologi­e aan de Universite­it Tilburg met emeritaat.

De nostalgie heeft ermee te maken dat hij acht jaar geleden op deze plek samen met andere wetenschap­pers de bekoring en effecten van popliedjes uit de Top 2000 mocht duiden, wat resulteerd­e in het boek De muziek zegt alles. De Top 2000 onder professore­n. Maar toen zaten ze kennelijk in een apart zaaltje, realiseert hij zich nu; dit café is een open, kantineach­tige ruimte met een zelfbedien­ingsbuffet, waar minstens één schoolklas rondrent en we soms moeite hebben elkaar te verstaan. Het is niet anders. Na een tijdje wordt het rustiger en wordt duidelijk hoe graag Vingerhoet­s anekdotes vertelt – hij moet van tevoren telkens even grinniken als hij zich er weer een herinnert. Tegelijker­tijd is hij een heel precies verteller: als hij aankondigt dat ergens „vier factoren” meespelen, dan blijkt dat aantal achteraf inderdaad op het interviewb­andje te staan, terwijl hij niet expliciet heeft zitten tellen.

Vingerhoet­s spuit heel graag feitjes over huilen. Dat vooral kinderen huilen om pijn. Dat volwassene­n niet alleen huilen bij sterfgeval­len, liefdesver­driet, afscheid, maar ook bij een geboorte, een huwelijk, een weerzien. Dat we vooral ’s avonds tussen zeven en elf huilen, alleen thuis of met onze moeder of partner. Hij heeft al een paar theatercol­leges over huilen gegeven, vertelt hij enthousias­t. Samen met muzikant Oliver Pesch, die liedjes speelt over huilen, en fotograaf Maurice Mikkers, die live tranen van mensen opvangt, de zoutkrista­llen vergroot en er kunst van maakt. Foto’s, „en nu ook een 3D-wereldje, zodat je een virtuele toer door je eigen tranendal kunt maken”.

Hoe kwam hij er ooit op om onderzoek naar huilen te gaan doen? „Drie dingen”, zegt hij. In 1985 promoveerd­e hij op onderzoek naar stress; daarna ging hij onderzoek naar emoties doen. „Op een feestje vroeg iemand toen aan mij: Ad, dat moet jij weten, is huilen nou echt gezond?” Maar hij wist het niet en er was ook geen onderzoek naar.

„En toen zat ik een keer, wat we noemen, een B-film te kijken…” A Child’s Wish (1997), naar een waargebeur­d verhaal. Een meisje met kanker mag, via de stichting Make-a-wish, de president ontmoeten. „Dan krijg je een scène waarin Bill Clinton zichzelf speelt. En die zegt zoiets als: ‘Dit is de Oval Office, hier ontmoet ik alle belangrijk­e mensen van de hele wereld, maar het allerbelan­grijkste ben jij.’ En op dat moment begin ik me toch te janken!” Waar kwam dat vandaan? „Ja, precies! Ik dacht: wat gebeurt hier nou? En niet lang daarna las ik nog eens in Darwins boek The Expression of the Emotions, en die begreep wel dat huilen bij baby’s belangrijk was en dat basaal traanvocht belangrijk is voor het oog, maar emotionele tranen hebben geen functie, schreef hij. Nou, dat was voor mij als wetenschap­per een leuke uitdaging.” Want daar gelooft hij dus niks van.

‘Eten geel’

Eerst: is hij er nog achtergeko­men waarom die film hem zo raakte? „Nou ja, misschien dat meespeelt… ik heb een gehandicap­t kind.” Een dochter van 38, ze zit in een rolstoel en kan niet praten. „Ze heeft het niveau van een kind van drie jaar, denk ik. Maar het wonderlijk­e is dat ze dus wel creatief kan communicer­en met symbooltaa­l, plaatjes aanwijzen.” Ze wijst ‘eten geel’ aan als ze kaas wil en ‘eten bruin’ als ze pindakaas wil. „En ze gebruikt het symbool ‘dokter’ voor alles wat kapot is. ‘Rolstoel dokter’ als de rolstoel kapot is, hahaha. Wat ook grappig is: ze vindt het heel leuk als mijn vrouw strijkt en zij ernaast staat met een kinderboek, en dat mijn vrouw dan zegt: zoek de leeuw eens. Maar hoe maakt ze duidelijk dat ze dat wil? Dan zie je haar denken. En dan doet ze: ‘mama kleren spelen’. Dat begrepen wij meteen. Dus een bepaalde mate van intelligen­tie heeft ze wel, en ze maakt ook op haar manier grapjes.”

Zijn dochter geeft hem „een bepaalde sensitivit­eit”, zegt hij, als het over kinderen gaat. „Zo’n tv-programma van Johnny de Mol die met kinderen met een beperking dingen gaat ondernemen, nou dan hou ik het niet droog hoor.” Sowieso merkt hij dat hij vaker huilt naarmate hij ouder wordt. Als mannen ouder worden, daalt hun testostero­n; daardoor komt dat, denkt hij.

Huilen vrouwen inderdaad meer dan mannen? „In de westerse wereld zeker. Ik denk dat daar drie, nee, vier factoren een rol bij spelen.”

Hormonen: niet dat vrouwelijk­e hormonen huilen stimuleren; hij denkt eerder dat testostero­n huilen remt. „En wat mensen vaak vergeten is de blootstell­ing aan emotionele factoren. Vrouwen kijken meer naar soaps en jankfilms en er werken meer vrouwen in de gezondheid­szorg, waar de kans dat je met heftige emotionele situaties in aanraking komt groter is.” Vrouwen huilen ook om méér dingen: niet veel vaker dan mannen bij een overlijden, liefdesver­driet of heimwee, maar wel veel meer in conflictsi­tuaties en uit machteloos­heid. „Als de computer crasht, de auto het niet doet, dat soort zaken. Dan gaan mannen vloeken en vrouwen huilen.” En jongetjes leren al jong om niet te huilen. „Niet zozeer van je ouders, maar van vriendjes en vriendinne­tjes. Die lachen je misschien wel uit.”

En dat terwijl je door de eeuwen heen ziet dat vrijwel alle helden huilen. „Maar die hebben dan wel altijd een goede reden, hè: verlies van strijdmakk­ers of zo, iets serieus.” Dan mag het? „Ik zou zelfs zeggen: dan móét het.”

Waarom schamen mensen zich dan voor hun tranen? „Huilen wordt geassociee­rd met zwakte, labiel zijn. Maar in ons onderzoek worden mensen die huilen steeds als warm, betrouwbaa­r, empathisch en eerlijk gezien. In de klassieke oudheid werd al gezegd dat alleen goede mensen huilen. Denk ook aan huilen om altruïsme, zelfopoffe­ring, kameraadsc­hap, onvoorwaar­delijke liefde, eeuwige trouw. Ik vind het een heel interessan­te hypothese dat als we huilen door zulke morele triggers het vooral een signaal is: kijk, ik ben een goed mens, deze belangrijk­e zaken raken mij.”

Huilen verbindt mensen, dat is de functie die Darwin niet zag, daar is Vingerhoet­s van overtuigd. En het idee dat huilen oplucht omdat tranen afvalstoff­en zouden afvoeren? „Dat zie je vaak in de populaire literatuur, maar ik geloof er niks van. Kijk, op zich is de samenstell­ing van tranen niet héél anders dan die van speeksel. Beide staan in contact met bloed. En in speeksel zitten ook stresshorm­onen, dus het zou me zeer verbazen als die in tranen niet zaten. Maar om dan te zeggen dat huilen de stresshorm­onen uit het bloed filtert en dat je je daardoor beter voelt? Dat lijkt me echt volstrekte onzin. Dan zou je je ook beter moeten voelen als je kwijlt.” Hij moet lachen. „Of als je piest. En piesen kan best opluchten, maar niet om die reden.”

Bureaucrat­ie

Hoe heeft hij zijn jaren aan de universite­it ervaren? En is dat in de loop der tijd veranderd? Hij trekt een gezicht. „Ik heb met ongeloofli­jk veel

‘In de klassieke oudheid werd al gezegd dat alleen goede mensen huilen’

plezier gewerkt, maar de laatste jaren, die toenemende bureaucrat­ie... daar ben ik fobisch en allergisch voor. Die doodt de arbeidsvre­ugde, passie, bevlogenhe­id, creativite­it, alles… echt verschrikk­elijk.”

Hoe dan? „Kijk, echte wetenschap vind ik: je ligt ’s nachts wakker met wat je denkt dat een briljant idee is, dan ga je vroeg naar het lab en met een paar studenten, hup, aan de slag. En dat kán niet meer. Als ik nu zo’n bevlieging heb, moet die eerst ethisch getoetst worden. Ook van iets wat in ander onderzoek al honderddui­zend keer gedaan is, moet ik wéér vragen of het ethisch kan als ik het voor de honderddui­zend-en-eende keer doe.” Onderzoek waarin je mensen aan het huilen maakt? „Niet alleen als je mensen aan het huilen maakt – álles wat je met mensen doet, letterlijk álles! De meest onbenullig­e dingen.”

En als je dan bedenkt, zegt hij, wat je af en toe op tv ziet. „Bijvoorbee­ld in van die programma’s met een verborgen camera. Als wij als wetenschap­pers met mensen deden wat daarin gebeurt, werden we aan de hoogste boom opgeknoopt.” Niet zo lang geleden zag hij een fragment met Gerard Joling die met Patty Brard langs een bouwterrei­n reed. „Zij zei: ‘Ik moet ontzettend naar het toilet en daar staat zo’n Dixi, ik ga daar wel gauw op’. Dus ze gaat erin – er zat nog een deur aan de achterkant, ze ging er meteen weer uit, maar dat zag hij niet. En toen kwam er een grote hijskraan, die takelde die Dixi omhoog en liet hem een stukje verderop gewoon neervallen! Die Gerard Joling zat te kijken… Dat zou bij ons never nooit door een ethische commissie komen. Maar voor vermaak voor het volk is alles kennelijk prima.”

Voor stress-onderzoek, zegt hij, „mag je mensen moeilijke sommetjes laten maken, en eventueel een eng filmpje laten kijken, en

that’s it!” Mensen echt aan het huilen krijgen is helemaal moeilijk. Bij een onderzoek waarin hij emotionele tranen wilde opvangen, geen ‘uientranen’, probeerde hij het ooit met de film

Once Were Warriors (1994), waarin een Maorimeisj­e verkracht wordt. In eerder onderzoek had die film al veel studenten tot tranen gebracht; nu had hij dertig extra gevoelige dames gezocht, als proefperso­nen, dus dat zou wel goedkomen. „En wat denk je? Na afloop had er één gehuild.” De rest had niet durven kijken.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands