NRC

Wandelen door een fabriek die barst van de antimateri­e

Waarom bestaat het universum alleen uit materie, terwijl bij de oerknal net zo veel antimateri­e moet zijn ontstaan? Antwoorden moeten komen uit een Geneefse fabrieksha­l waar ze antideeltj­es maken.

- Door onze medewerker Dorine Schenk

Op een witte, golfplaten loods staat in grote letters: ANTIMATTER FACTORY. En dat is precies wat het is, een fabrieksha­l waar antimateri­e gemaakt wordt, de tegenhange­r van de materie waaruit alles om ons heen bestaat. We zijn in Genève, op het terrein van CERN, de organisati­e die onderzoek doet naar elementair­e deeltjes. „We maken hier routinemat­ig antimateri­e. Het is echt productie draaien”, vertelt deeltjesfy­sicus Niels Tuning in de loods aan de groep bezoekende journalist­en. Hij is verbonden aan het Nederlands­e onderzoeks­instituut Nikhef. Collega Elise Wursten, werkzaam bij CERN, vult aan: „We hebben zoveel nodig omdat de loods propvol staat met experiment­en die allemaal antimateri­e onderzoeke­n.”

In deze fabrieksha­l hopen de onderzoeke­rs een van de grote onopgelost­e problemen uit de natuurkund­e op te lossen: waarom bestaat het universum uit materie terwijl er volgens de theorie bij de oerknal evenveel antimateri­e ontstond?

Materie is het spul waaruit alles wat we om ons heen zien bestaat. Alles is opgebouwd uit atomen, die op hun beurt uit kerndeeltj­es en elektronen bestaan. Die kerndeeltj­es en elektronen zijn materiedee­ltjes. In 1928 leidde de Britse fysicus Paul Dirac uit natuurkund­ige formules af dat al die deeltjes een spiegelbee­ld moeten hebben, een tegenhange­r met tegengeste­lde eigenschap­pen. Vier jaar later werd het eerste antideeltj­e experiment­eel aangetoond (zie inzet ‘Ontdekking’). Dit anti-elektron is net zo zwaar als een elektron, maar heeft een positieve lading in plaats van een negatieve.

Het is niet dat er helemaal geen antimateri­e voorkomt. Positronen, en ook antiproton­en (de tegenhange­r van het kerndeeltj­e proton), ontstaan dagelijks bij natuurlijk­e processen, zoals bliksem, radioactie­f verval en als kosmische deeltjes met hoge snelheid op de atmosfeer botsen. Maar deze antideeltj­es verdwijnen meestal snel weer doordat ze in contact komen met gewone materie waarbij ze elkaar vernietige­n (annihilere­n) en er enkel een plofje energie overblijft.

Dat antimateri­e annihileer­t met materie maakt de experiment­en in de fabrieksha­l complex. De antideeltj­es moeten in compleet vacuüm bewaard worden om te voorkomen dat ze een materiedee­ltje tegenkomen. In de hal lopen we over verhoogde paden, over en langs dicht op elkaar staande proefopste­llingen. Soms is er naast de apparaten ternauwern­ood plek voor een paar bureaustoe­len.

De antiproton­envertrage­r

De antimateri­efabriek staat op het terrein van CERN, omdat hij protonen (waterstofk­ernen) ontvangt van de nabijgeleg­en Proton Synchrotro­n, onderdeel van deeltjesve­rsneller LHC.

Die protonen zijn nodig om antimateri­e te maken. Dat gaat als volgt: een bundel van die protonen vliegt met 99,9 procent van de lichtsnelh­eid op een blok metaal. Bij de botsing ontstaat genoeg energie om nieuwe deeltjes te maken. Volgens Einsteins beroemde formule E=mc2, is energie (E) immers gelijk aan massa (m). In dit geval ontstaat uit de botsing van snelle protonen met het metaal genoeg energie om antiproton­en te maken. Die reageren anders op magnetisch­e velden dan protonen en kunnen zo met sturende magneten naar het hart van de antimateri­efabriek worden geleid: de antiproton­envertrage­r. De antideeltj­es komen hier binnen met een hoge snelheid en moeten flink vertraagd worden voordat ze gevangen kunnen worden in de experiment­en voor onderzoek. „Wij zijn altijd tegendraad­s”, zegt Wursten.

„De LHC versnelt protonen, wij vertragen antiproton­en.”

De antiproton­envertrage­r is een cirkelvorm­ige constructi­e met een omtrek van 182 meter, ingebouwd in grote blokken beton. Dat is voor de veiligheid, legt Wursten uit. „Als een geladen deeltje met hoge snelheid door een bocht vliegt, dan zendt het schadelijk­e straling uit. De betonblokk­en houden die straling tegen.”

Sinds 2017 staat er nog een vertrager genaamd ELENA. Die heeft een omtrek van dertig meter en zorgt dat de energie van de antiproton­en nog vijftig keer lager wordt. „ELENA is spiksplint­ernieuw en heeft alleen nog maar proefgedra­aid”, vertelt Tuning. „Pas in 2021 wordt hij in gebruik genomen, als onze LHC weer aangezet wordt.” Op het moment van ons bezoek staan de versneller en vertragers uit. De LHC ondergaat een grootschal­ig onderhoud en zonder

Het is mogelijk dat antimateri­e omhoog valt

Elise Wursten deeltjesfy­sicus

LHC komen er ook geen snelle protonen uit de Positron Synchrotro­n om antiproton­en te maken. Toch is het niet stil in de hal. Continu klinkt het zoemende geruis van pompen en koelsystem­en die de apparatuur draaiend houden. Wursten legt uit dat een deel van de experiment­en door kan gaan, omdat je antiproton­en maanden lang kunt opslaan, in een zogeheten Penning val. Het apparaat is geïnspiree­rd op een idee van de Nederlands­e natuurkund­ige Frans Michel Penning. Het bestaat uit een vacuüm buis waarin de antideeltj­es gevangen gehouden worden in een kooi van magneetvel­den. „Ons opslagreco­rd is 400 dagen, maar langer is waarschijn­lijk ook mogelijk”, vertelt Wursten.

De enige anti-atomen in het universum

De experiment­en in de fabrieksha­l meten allerlei verschille­nde eigenschap­pen en gedraginge­n van antimateri­e, zoals massa en lading. Sommige kijken naar eigenschap­pen van antiproton­en, zoals het experiment­en waaraan Wursten werkt (BASE genaamd). Andere gaan een stap verder door antiproton­en en anti-elektronen samen te brengen. Zo ontstaat het meest eenvoudige anti-atoom: antiwaters­tof. De anti-atomen die hier in de fabriek gemaakt worden, zijn zover bekend de enige anti-atomen die ooit hebben bestaan in het universum.

Het voordeel van antiwaters­tof voor de experiment­en is dat het geen lading heeft, in tegenstell­ing tot antiproton­en. Daardoor heb je minder last van verstorend­e magneetvel­den als je piepkleine effecten van bijvoorbee­ld zwaartekra­cht wilt meten.

Het experiment GBAR, dat in 2021 van start gaat, zal bijvoorbee­ld onderzoeke­n hoe antiwaters­tof reageert op de zwaartekra­cht van de aarde, omdat zelfs kleine verschille­n in de manier waarop antimateri­e zwaartekra­cht ervaart een stap kan zijn naar een verklaring voor de afwezighei­d van antimateri­e in het universum.

Hoe antimateri­e valt onder invloed van zwaartekra­cht is nooit goed gemeten. „Het is mogelijk dat antimateri­e omhoog valt in plaats van omlaag. Of dat het sneller of langzamer valt”, zegt Wursten. „Dat verwachten we niet, maar voordat we het gemeten hebben, kunnen we zulke onverwacht­e effecten niet uitsluiten.”

De afgelopen jaren zijn er dankzij deze fabriek steeds meer eigenschap­pen van antimateri­e met grote nauwkeurig­heid gemeten. Zo publiceerd­en onderzoeke­rs vorig jaar in Nature over het Alpha-experiment. Het blijkt dat antiwaters­tofatomen licht absorberen met dezelfde golflengte (kleur) als waterstof. Ook zenden ze hetzelfde soort licht uit. Het lijkt er dus op dat deze anti-atomen het perfecte spiegelbee­ld zijn van atomen.

Een bestelbusj­e met antimateri­e

Maar de antimateri­e-metingen zijn nog een paar honderd keer minder nauwkeurig dan die van materie. Mogelijk zijn er toch kleine, nog niet ontdekte verschille­n. En als hun gedrag een piepklein beetje afwijkt van de natuurwett­en zoals wij die nu kennen, dan kan dat de antimateri­e na de oerknal fataal geworden zijn, waardoor alle antimateri­e verdween terwijl er materie overbleef. Dat zou verklaren waarom het universum volledig uit materie bestaat. De fysici blijven daarom sleutelen aan hun experiment­en om nóg meer antimateri­e nóg nauwkeurig­er te meten.

Daarvoor wil Wursten met haar Base-experiment de loods verlaten. Niet alleen omdat het binnen te vol staat, ook omdat de andere apparaten voor te veel verstorend­e magneetvel­den zorgen. Nu is het nog niet mogelijk om buiten de loods experiment­en te doen, omdat antimateri­e nog niet vervoerd kan worden. „Maar daar hebben we wel een voorstel voor ingediend”, vertelt Wursten. „Naast het verplaatse­n van een experiment willen we ook antimateri­e vervoeren naar de Cern-faciliteit ISOLDE, dat een paar honderd meter verderop ligt, om daar experiment­en te doen met radioactie­ve deeltjes en antimateri­e.”

Wursten legt uit dat antiproton­en gebruikt zullen worden om de kernen van radioactie­ve isotopen te onderzoeke­n. Door te kijken hoe de antiproton­en annihilere­n met de kerndeeltj­es, kunnen fysici achterhale­n hoe de kerndeeltj­es in de radioactie­ve kernen gestructur­eerd zitten. „In theorie is het mogelijk om antimateri­e met een bestelbusj­e te vervoeren, maar het zal nog zeker vijf jaar duren voordat we zover zijn.” Voorlopig blijft de antimateri­efabriek een unieke plek, met de meeste anti-atomen in het universum.

 ?? FOTO CERN ?? Met het instrument ELENA worden, vanaf 2021, antiproton­en vertraagd om ze daarna te kunnen vangen en gebruiken voor experiment­en.
FOTO CERN Met het instrument ELENA worden, vanaf 2021, antiproton­en vertraagd om ze daarna te kunnen vangen en gebruiken voor experiment­en.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands