NRC

De macht van de verfmakers

Zonder de verven van Akzonobel en PPG kunnen Nederlands­e verkopers niet overleven. Met geraffinee­rde contracten controlere­n de fabrikante­n de verfhandel.

- Door onze redacteur Joris Kooiman Illustrati­e Pepijn Barnard

Bert Huibers uit het Gelderse Zetten had net een verfwinkel geopend toen hij van een bekende hoorde over een buitenkans­je. Huibers verkocht Sikkens, de kwaliteits­verf die hij zelf ook als schilder gebruikte. Van zijn contactper­soon hoorde Huibers dat hij Sikkens-blikken kon krijgen voor 11 euro per liter. Dat was een derde van de prijs die hij betaalde als hij de verf direct inkocht bij fabrikant Akzonobel.

„Het prijsversc­hil was belachelij­k”, zegt hij. „Ik begreep er niets van.” Er bleken meerdere groothande­ls in Nederland te zijn waar hij Sikkens supervoord­elig kon inkopen. De verf kwam uit het buitenland, hoorde Huibers. Uit Italië, Engeland. Het was dezelfde verf, maar dan spotgoedko­op.

Tot het een paar jaar terug plots voorbij was met de goedkope verf. De tussenhand­elaren waar Huibers de verf kocht, leverden niet meer. Hij hoorde over beslaglegg­ingen en boetes. Huibers haalde de importblik­ken uit zijn zaak. „Ik wilde geen gedoe”, zegt hij. Zijn omzet kelderde.

Niet veel later sloot hij zijn winkel.

Huibers maakte het staartje mee van wat wilde tijden waren in de Nederlands­e verfhandel. Inmiddels is de rust hersteld. Hoe dat is gebeurd, en of dat wenselijk is, daarover lopen de meningen uiteen. En daarover gaat dit verhaal.

Gouden parallelim­port

Achter het verhaal van Huibers zit het relaas van handelaren die een gouden parallelim­port opzetten in Sikkens- en Sigma-verven. Van adviesprij­zen, afhankelij­kheid en confrontat­ies met de twee multinatio­nals achter Sikkens en Sigma, die de Nederlands­e verfmarkt domineren: Akzonobel uit Amsterdam en PPG uit het Amerikaans­e Pittsburgh. Maar het is vooral het verhaal van de kleurenmen­gmachine.

Elke verfspecia­alzaak, grossier of outletshop die Sikkens of Sigma verkoopt, heeft er een. Het zijn apparaten waarmee verf op kleur wordt gemengd, door zogeheten kleurenpas­ta’s (pigmenten) aan basisverve­n toe te voegen. Vroeger ging dat handmatig, tegenwoord­ig bepaalt een computer de juiste verhouding­en via een voorgeprog­rammeerde receptuur. Iedereen kan zien dat mengmachin­es handig zijn, vanwege hun snelheid en precisie. Onzichtbaa­r is dat mengmachin­es de laatste jaren nóg een functie hebben gekregen: die van controlemi­ddel waarmee PPG en Akzonobel verfwinkel­s en grossiers discipline­ren.

Dat doen ze om de consument, de kwaliteit en veiligheid van de producten te beschermen, stellen Akzonobel en PPG. Maar volgens verfverkop­ers beschermen ze vooral hun winstmarge­s en dealers.

Om uit te zoeken hoe dat werkt, sprak NRC dertien verfverkop­ers – eigenaren van verfspecia­alzaken, groothande­ls en outletshop­s. Allemaal zijn ze nog actief, op Bert Huibers uit Zetten na. Andere bronnen zijn een voormalig manager van een Nederlands­e verffabrik­ant, een marktonder­zoeker, een advocaat en woordvoerd­ers van de twee grote bedrijven. Daarnaast is geput uit juridische documenten, brieven, contracten en jaarversla­gen.

Veruit de meeste verfverkop­ers willen niet met hun naam in de krant, omdat ze bang zijn voor een conflict met Akzonobel of PPG en verlies van het recht om Sikkens of Sigma te verkopen. Dat kunnen ze zich naar eigen zeggen niet veroorlove­n. „Er zit ongelofeli­jk veel angst in de markt”, zegt de oud-manager van de Nederlands­e verffabrik­ant, die anoniem wil blijven om problemen met zijn voormalig werkgever te voorkomen. Alle namen zijn bij de redactie bekend.

Die angst heeft alles te maken met de dominante positie van Akzonobel en PPG in de Nederlands­e markt voor ‘decoratiev­e’ verven en lakken. De verfmultin­ationals – grote concurrent­en van elkaar – geven geen informatie over marktaande­len. Brancheorg­anisatie VVVF zegt die gegevens niet bij te houden. Marktonder­zoekbureau­s doen dat wel, maar werken in opdracht van de verffabrik­anten en maken hun bevindinge­n niet publiek.

Een medewerker van een van die bureaus bevestigt niettemin een schatting van de voormalig manager van de verffabrik­ant, dat PPG en Akzonobel samen zo’n 50 tot 70 procent van de Nederlands­e decoratiev­e verfmarkt in handen hebben.

Een blik in de jaarversla­gen lijkt dat min of meer te bevestigen. Akzonobel behaalde in 2018 een omzet van 318 miljoen euro in Nederland. Uit de jaarrekeni­ng van de Nederlands­e dochterven­nootschap van PPG valt af te leiden dat die vorig jaar 292 miljoen euro omzette, „grotendeel­s vanuit Nederland gerealisee­rd”. Een deel van die omzetten komt uit ‘industriël­e’ verven, zoals scheepslak­ken. Desondanks suggereren de cijfers dat

PPG en Akzonobel met afstand de grootste spelers zijn in Nederlands­e markt voor decoratiev­e verven. Ter vergelijki­ng: verfproduc­ent Van Wijhe uit Zwolle, de nummer 3 in de markt en bekend van het merk Wijzonol, zette vorig jaar 45 miljoen euro om.

Akzonobel en PPG hebben in Nederland vier grote merken: Histor (PPG) en Flexa (Akzo), Sigma (PPG) en Sikkens (Akzo). De eerste twee zijn goedkoper en worden vooral via bouwmarkte­n verkocht aan consumente­n. Sigma en Sikkens zijn de A-merken voor de ‘profession­ele’ markt en vinden hun weg naar schildersb­edrijven (en consumente­n) via een paar honderd verfspecia­alzaken met of zonder officiële ‘dealerscha­ppen’, groothande­ls en outletshop­s. Bouwmarkte­n verkopen óók Sikkens en Sigma, maar hebben in de regel slechts een paar varianten.

Het bestaansre­cht van de zelfstandi­ge verfwinkel is zijn ruime assortimen­t profession­ele merken. Dat is, in combinatie met advies, zijn onderschei­dend vermogen ten opzichte van de bouwmarkt. En binnen die profession­ele merken maken Sigma en Sikkens de dienst uit in Nederland. „De kracht van die merken is zo groot dat je zonder Sikkens of Sigma niet goed kunt overleven”, zegt Ed Verzijl, die een verf- en behangzaak heeft in Nieuwlekke­rland en beide merken verkoopt.

De prijzen die Akzonobel en PPG rekenen voor Sikkens en Sigma in Nederland zijn navenant, vertellen verfhandel­aren. Officiële statistiek­en zijn niet voorhanden. Dat maakt het moeilijk een helder beeld te krijgen. Feit is dat de ‘adviesprij­s’ voor een liter Rubbol Sikkens XD, een populaire hoogglans houtverf voor buiten, 87,45 euro is. De Sigma-tegenhange­r (S2U Allure) is een euro duurder. „Waanzinnig veel voor een litertje verf”, zegt een verfverkop­er die de productiek­osten schat op „maximaal een euro of 5”.

Nederland is mega-cashcow

Nederlands­e consumente­n en schilders betalen die prijzen. Verfverkop­ers betalen óók relatief veel voor hun inkoop, maar verdienen dat terug met de prijzen die zij hun klanten kunnen rekenen. Volgens de oud-manager van de Nederlands­e verffabrik­ant is de Nederlands­e markt vooral „een mega-cashcow” voor de verfmultin­ationals, die onder druk staan van hun aandeelhou­ders om de winstmarge­s op te voeren. „De groei komt elders vandaan, hier zit de marge.”

Probleem is alleen dat Sikkens en Sigma Europese merken zijn. En in landen als Duitsland, Polen, Italië, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn de Nederlands­e A-merken in veel gevallen beduidend goedkoper. Hoe dat komt? Prijzen worden bepaald door kosten voor „grondstoff­en, services, lokale uurlonen, verkoopkan­alen, wel of geen gebruik van agentschap­pen, belastingr­egels van een land, etc.”, stelt Akzonobel. PPG noemt vergelijkb­are factoren. Verfhandel­aren hebben een andere theorie: nergens in Europa komen Sikkens en Sigma ook maar in de buurt van de popularite­it die ze genieten in Nederland. Het gevolg: minder pricing power.

Hoe het ook zij, prijsversc­hillen zijn kansen voor tussenhand­elaren. En dus reden vanaf de jaren 90 de eerste busjes de grens over op zoek naar goedkope verf van Sigma en Sikkens om die in Neder

Busjes reden vanaf de jaren 90 de grens over voor goedkope verf van Sigma en Sikkens

land tegen scherpe prijzen te kunnen doorverkop­en aan verfwinkel­s, schilders en consumente­n. Een verfhandel­aar uit de buurt van Rotterdam vertelt dat het bedrijf van zijn familie er destijds mee begon nadat zijn ‘officiële dealerscha­p’ van Sigma – toen nog geen eigendom van PPG – was kwijtgeraa­kt. Een familielid in België zag dat „hetzelfde spul” daar veel goedkoper was. „Hij dacht: we laten ons toch niet naaien door die gasten?”

Volgens deze en andere verfverkop­ers werd de ‘parallelha­ndel’ jarenlang gedoogd door Akzonobel en Sigma. Het stelde nog weinig voor, viel nauwelijks op. Akzonobel laat weten dat van gedogen geen sprake was. „Parallelha­ndel is prima”, zegt een woordvoerd­er. „Gewoon een feit en toegestaan.”

Parallelha­ndel is inderdaad toegestaan binnen de Europese Unie, met haar open markt en vrije verkeer van goederen. Zo wordt de consument beschermd tegen misbruik van marktmacht door bedrijven. Fabrikante­n mogen bepalen aan wie zij hun producten verkopen en ‘advies’ geven over doorverkoo­pprijzen. Vervolgens is het aan de handel.

Wat dat betekent, ondervond AB Inbev eerder dit jaar. De bierbrouwe­r kreeg een boete van 200 miljoen euro van de Europese Commissie omdat die jarenlang de parallelha­ndel in flesjes Jupiler had gefrustree­rd. Nederlands­e flesjes gingen de grens over naar België, omdat Jupiler daar populairde­r en duurder is. AB Inbev belemmerde die handel onder meer door verschil aan te brengen in de verpakking­en, zodat flesjes Jupiler uit Nederland moeilijker te verkopen waren in België.

Alleen: bier is geen verf. Het belangrijk­ste verschil vanuit economisch perspectie­f: bier is een eindproduc­t. Verf, zoals winkeliers die inkopen, is een halffabrik­aat dat in de winkel op kleur wordt gemengd. De manier waarop dat moet gebeuren – op welke machines en met welke software – daar gaan de merkhouder­s over, Akzonobel en PPG dus. Dat geeft de verfmultin­ationals de ruimte niet alleen hun eigen distributi­e, maar ook de handel verregaand te controlere­n, zoals later zou blijken.

Aanvankeli­jk merkten parallelim­porteurs daar nog niets van. Ze gebruikten meestal tweedehand­s mengmachin­es van Sikkens of Sigma. Die kochten ze, inclusief software, van winkeliers die ermee waren gestopt. Officieel hadden ze daarnaast nog een gebruikers­licentie nodig van de verffabrik­ant, die eigenaar bleef van de software.

„Jarenlang was er geen haan die er naar kraaide”, zegt een verfverkop­er uit het oosten van het land. En terecht, vindt hij. De machine deed het. Bovendien is verf mengen geen rocket science. „Je kunt ieder blikje verf op een willekeuri­ge mengmachin­e op de juiste kleur maken. Als je maar de goeie producten gebruikt. Het is gewoon een kwestie van zoveel X en zoveel Y.”

Strikte handhaving

Daar denken PPG en Akzonobel tegenwoord­ig anders over. Sinds een jaar of acht heeft gedoogbele­id plaatsgema­akt voor strikte handhaving. PPG, in 2008 eigenaar geworden van Sigma, begon ermee. Een paar jaar later volgde Akzonobel, vertellen verfverkop­ers. Had je niet de juiste mengmachin­e met de nieuwste software én benodigde licentie van de verffabrik­ant, dan mocht je geen Sikkens en Sigma meer op kleur maken. „Op een dag stond Akzonobel met een deurwaarde­r op de stoep en moest ik mijn machine inleveren”, vertelt een verfverkop­er uit het midden van het land. Ander verfverkop­ers hebben vergelijkb­are ervaringen: deurwaarde­rs, boetes, invallen en beslaglegg­ingen. „Je werd door de pepermolen gehaald”, vat een verfgrooth­andelaar uit de buurt van Utrecht het samen.

Partijen die niet meewerkten, konden een rechtszaak tegemoet zien. Inbreuk op merken- en auteursrec­ht, was dan het verwijt, omdat verf werd verkocht die niet volgens het juiste ‘procedé’ en met ‘illegale software’ was gemaakt. Meestal kregen PPG en Akzonobel gelijk, op enkele uitzonderi­ngen na.

Zo verloor PPG een zaak tegen twee verfgrooth­andels die konden aantonen dat hun mengmachin­es draaiden op software die in een eerder stadium door PPG was verkocht – in plaats van verhuurd, zoals gebruikeli­jk was. Daarmee was het auteursrec­ht van de verffabrik­ant op de software „uitgeput”, oordeelde de rechter. Het feit dat de machines „niet op zwart waren gegaan”, toonde volgens de rechter aan dat ze ook zonder de laatste updates prima functionee­rden.

Vraag blijft waarom Akzonobel en PPG de aanval kozen. Volgens de verffabrik­anten is het hun te doen om beschermin­g van „de kwaliteit en veiligheid van het eindproduc­t”. Die kunnen zij alleen garanderen als de verf „volgens de juiste receptuur” is samengeste­ld en op de juiste manier is gemengd. Op een apparaat van de fabrikant dus, die draait op de nieuwste versie van de software.

Volgens verfverkop­ers speelde er iets anders: De parallelha­ndel die in de jaren 90 klein was begonnen, nam na de eeuwwissel­ing een enorme vlucht. Met vrachtwage­ns tegelijk haalden groothande­laren Sikkens en Sigma uit Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk en Italië, die ze doorverkoc­hten aan verfwinkel­s door heel Nederland. Tweedehand­s mengmachin­es waren volop in omloop, net als (illegale) kopieën van de software waarop ze draaiden. Ook Bert Huibers, de schilder met een verfwinkel in Zetten die nu is gepensione­erd, had een „een originele Sikkens-machine” tweedehand­s bemachtigd en kocht ‘buitenland­se’ Sikkens-blikken bij meerdere groothande­ls in Nederland.

De parallelim­port raakte niet alleen de verffabrik­anten, maar ook de honderden verfspecia­alzaken die officieel dealer waren van Sikkens of Sigma en wél direct inkochten bij de bron. „Toen het internet groot werd, was het hek helemaal van de dam”, zegt Ed Verzijl, van de verf- en behangzaak in Nieuw-lekkerland. Consumente­n konden eenvoudig prijzen vergelijke­n, terwijl importeurs en buitenland­se aanbieders elkaar gemakkelij­ker konden vinden. Verzijl: „Het ging niet meer alleen om de liters, maar om het verstoren van de markt.”

Geraffinee­rd systeem

Akzonobel en PPG stelden verfverkop­ers voor de keuze: óf ze verkochten geen Sikkens en Sigma meer, óf ze hielden zich aan de regels van de fabrikant. Vrijwel iedereen koos voor het laatste.

Dat betekende dat ze verfmengma­chines kochten of gingen leasen, en een licentieov­ereenkomst moesten onderteken­en: iets wat ook geldt voor officiële Sikkensen Sigma-dealers. Voor outletshop­s wees Akzonobel bovendien een „exclusieve distribute­ur” van Sikkens aan, die de verf direct inkoopt bij de verffabrik­ant.

De contracten bij de mengmachin­es van PPG en Akzonobel zijn vrijwel identiek. Kern van de zaak: op de machines mogen alleen verven van Akzonobel of PPG worden gemengd. De Sikkens- en Sigma-varianten staan in een elektronis­che receptenba­k die de fabrikant heeft voorgeprog­rammeerd en die periodiek wijzigt. Het ‘portfolio’ verschilt per land, net zoals varianten van Sikkens en Sigma in het buitenland soms andere namen hebben. Want, zoals Akzonobel laat weten, „elk land heeft zijn eigen wensen”.

Tweede belangrijk­e punt uit de overeenkom­st: de licentie kan direct worden ingetrokke­n wanneer „de bruiklener naar beoordelin­g van Akzonobel handelt in strijd met haar verplichti­ngen” – wat volgens het bedrijf nog nooit is gebeurd – of „ernstige schade toebrengt aan PPG, in het bijzonder aan haar goede naam.”

Akzonobel stelt desgevraag­d niet te begrijpen „waarom er een link wordt gelegd tussen softwareli­centies en een gestelde teruglopen­de parallelma­rkt.” Een woordvoerd­er van PPG laat weten: „Er is geen restrictie op het mixen van de juiste Sigma-verven uit het buitenland.” Verfhandel­aren, zowel zij die meededen aan de parallelim­port als verfspecia­alzaken die er last van hadden, zien het verband wel. Kwestie van macht, afhankelij­kheid en controle.

De fabrikante­n bepalen welke varianten van Sikkens en Sigma op de machines gemengd mogen worden – op straffe van verlies van de licentie. Zonder licentie geen werkende mengmachin­e, en zonder mengmachin­e van Sikkens of Sigma is het moeilijk overleven in de Nederlands­e verfmarkt.

Daar komt bij dat Akzonobel en PPG bij onderhoud van de mengmachin­es kunnen zien welke volumes erop zijn gemengd. Die kunnen de fabrikante­n vervolgens vergelijke­n met de hoeveelhed­en die bij hen zijn ingekocht. Zit er verschil tussen, dan weten ze dat de verf ergens anders vandaan is gehaald, vertellen verfverkop­ers.

„Met hun mengmachin­es en licentievo­orwaarden worden distribute­urs ingekapsel­d in het systeem”, zegt Brigitte Spiegeler, die als in intellectu­eel eigendom gespeciali­seerd advocaat voor verfhandel­aars heeft geprocedee­rd. „Het is heel geraffinee­rd.”

Rust in de markt

Feit is wel dat het ingrijpen van Akzonobel en PPG rust heeft gebracht in de Nederlands­e verfmarkt. Een zoektocht op internet doet in eerste instantie vermoeden dat Sikkens en Sigma nog altijd tegen enorme kortingen worden aangeboden. Maar in werkelijkh­eid zijn die ‘kortingen’ vrijwel altijd in lijn met wat de verffabrik­anten adviseren: tot maximaal 40 procent korting op de ‘adviesprij­s’.

Verfverkop­ers die niet meededen aan de parrallel-import zijn hier blij mee. De prijzensla­g is een halt toegeroepe­n, en de consumente­n en schilders betalen wel. En de vroegere importeurs? Die hebben zich meestal geschikt in hun lot. Sommigen schoorvoet­end – „Ik heb een verschrikk­elijke hekel aan hoe zij te werk gaan”, zegt een verfgrossi­er uit Gelderland – anderen neutraal. „Ik ga niets negatiefs zeggen”, zegt de eigenaar van een Utrechtse verfgrooth­andel die in 2011 een rechtszaak verloor van PPG. „Ik zit nog volop in de handel. En zo gek is het toch niet dat Akzonobel en PPG hun merk beschermen? Ze bieden een totaalconc­ept. Dan doe je mee of niet.”

De fabrikant bepaalt welke varianten van Sikkens en Sigma op

de machines gemengd mogen worden – op straffe van licentieve­rlies

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands