Banketletter met pistachespijs
Voor het amandelspijs: 300 g gepelde amandelen; 300 g suiker; 2 kleine eieren; rasp van 1 schoongeboende citroen.
Voor de banketletter: 100 g gepelde pistachenoten, grof gehakt; 3 - 5 el slagroom; oranjebloesemwater; 8 plakjes roomboterbladerdeeg, ontdooid; 1 eidooier, losgeklopt met een paar druppels melk; bloem om te bestuiven.
Maal de amandelen fijn in de keukenmachine. Voeg de suiker en citroenrasp toe en laat het mes een tijdje draaien. Scheid de eieren. Voeg de eidooiers toe aan het amandelmengsel en laat het mes opnieuw draaien. Na een minuut of zo moet een smeuïge, samenhangende massa ontstaan. Als dat niet zo is en het mengsel korrelig blijft, voegt u wat eiwit toe. Geleidelijk, want de spijs moet niet te nat worden. Schep het in een schone glazen pot en laat een dag of 4 rijpen in de koelkast.
Verwarm voor de banketletter de oven voor tot 210 graden. Kneed de pistachenoten, zoveel slagroom als nodig is voor een soepele massa, en naar smaak een paar druppels oranjebloesemwater door het amandelspijs. Bestuif het werkvlak en een deegroller met bloem. Stapel de plakjes bladerdeeg op en rol ze uit tot een dunne, langwerpige lap van ongeveer 15 cm breed en 70 cm lang. Maak van het pistachespijs een bijna even lange rol en leg deze in het midden van de deeglap.
Vouw het deeg om de worst en plak de naden en uiteinden dicht met wat losgeklopt ei. Leg de rol met de naad aan de onderzijde op een met bakpapier beklede bakplaat en vorm er een S van Sint van (of een andere letter). Bestrijk hem met het losgeklopte eigeel en bak in 35 – 40 minuten goudbruin en gaar in de oven.