Markt Bos en Lommerplein moet weg, marktkooplui zijn boos
De gemeente wil de markt op het Bos en Lommerplein na meer dan 50 jaar sluiten. „Nu zijn al die mensen met gezinnen hun inkomsten kwijt.”
AMSTERDAM. De zaal in het stadsdeelkantoor van Amsterdam-west is dinsdagavond gevuld met tientallen boze marktlieden voor een inspraakavond. Woorden als „belachelijk”, „ongelofelijk” en „debiel” vullen de ruimte. Emoties voeren de boventoon. Hún markt op het Bos en Lommerplein dreigt te verdwijnen. De markt is bekend in de wijk. Vijf dagen per week staan er kramen, weer of geen weer. Maar daar lijkt nu een einde aan te komen. Stadsdeel West kondigde de opheffing van de markt aan, per 1 juli 2021.
„Het is wel een voorgenomen besluit”, zegt stadsdeelbestuurder Melanie van der Horst (D66). Het uiteindelijke besluit valt op 14 januari. Toch lijkt het erop dat er al beslist is. „We zien al jarenlang dat het niet goed gaat met deze markt”, vertelt Van der Horst. De minimale bezettingsgraad voor een markt om levensvatbaar te zijn is 70 procent. „Op deze markt is er nu gemiddeld een bezetting van 41 procent.” De enige optie is volgens Van der Horst opheffing.
Naar een andere locatie
„Onzin”, roept Mark van Dalen (36) dinsdag vanuit de zaal. „Het gaat inderdaad niet goed met de markt, maar toen we een aantal jaren geleden op de straat mochten staan, omdat het plein ingezakt was, gingen we als een tierelier”, zegt hij geëmotioneerd.
Van Dalen werkt 19 jaar als kledingverkoper op de markt. „Ik heb het overgenomen van mijn vader toen ik 17 was, en dat ga ik niet zomaar opgeven omdat de gemeente dat eventjes wil”, vertelt hij. Daarna vervolgt Melanie van der Horst haar betoog: „We kunnen na 2021 kijken of er op een andere locatie ruimte is voor een markt.”
„Maar waarom heffen we die héle markt dan nu meteen op”, vraagt kledingverkoper Robert van Duin (44) zich hardop af. „We kunnen toch samen met het stadsdeel kijken naar een oplossing?”
Volgens Van Duin kan het aantal dagen dat de markt er staat best worden teruggeschroefd. „De meesten van ons staan hier toch niet de hele week”, vertelt hij.
Daarnaast hebben de mensen hier volgens hem heel erg lang gewerkt om een vaste standplaats te krijgen. „En nu zijn al die mensen met gezinnen hun inkomsten kwijt. Wat ontzettend dom.”
‘Een verzonnen verhaaltje’
Nu terugschroeven naar minder dagen gaat volgens Melanie van der Horst de boel niet redden. Het aanbod op de markt sluit volgens haar namelijk niet aan op de vraag van de inwoners van de wijk.
„Dat is gewoon aperte onzin!”, roept Leo Hessing (58), groente- en fruitboer op de markt. „We passen met alle liefde het aanbod aan.” Hessing meent dat iedereen kan voldoen aan de vraag van de bewoners. „Jullie willen ons hier gewoon weg hebben, en verzinnen er een leuk verhaaltje bij”, stelt hij.
Van der Horst begrijpt de woede van de marktkooplieden.
„We hebben er echt wel bij stil gestaan”, legt ze uit. „Maar soms heb je even slecht nieuws.” Volgens haar moet het stadsdeel nu hard zijn: „Dat is beter dan de boel hier te laten doodbloeden.”
Na de inspraakavond vertelt Leo Hessing dat de marktkooplui zich niet willen neerleggen bij een besluit om de markt te sluiten: „Als ze in januari besluiten om ons weg te jagen, spannen we gewoon een rechtszaak aan. Die markt blijft.”
We hebben er echt wel bij stil gestaan. Maar soms heb je even slecht nieuws
Melanie van der
Horst Stadsdeelbestuurder West (D66)