Reacties op overlijden Jansons
Gustavo Gimeno, dirigent en oud slagwerker Concertgebouworkest:
„Toen Jansons begon als chef van het Concertgebouworkest markeerde dat een omslag in mijn leven als musicus. Elk concert met hem was boeiend. Zijn houding, zijn gedrevenheid, zijn hartstocht spraken tot onze verbeelding. Hij gaf alles wat hij in zich had tot het einde toe. Ook in repetities of op kleinere podia. Een spaarstand kende Jansons niet. Hij was de eerste beroemde dirigent die ik mocht assisteren, en hij zal altijd mijn grote voorbeeld blijven. Hij opende deuren voor mij. Acht maanden geleden sprak ik hem voor het laatst in Wenen. En typisch Jansons vuurde hij duizend vragen in een minuut op mij af: hoe het met me ging. Altijd geïnteresseerd in anderen. Hij eiste veel van zichzelf: hij wilde geen kans missen om te leren, te ontwikkelen en te inspireren. Iedereen hield van hem.”
Dominic Seldis, contrabassist Concertgebouworkest
„Eén keer was Jansons bij ons om een symfonie van Mahler te dirigeren, ik weet niet meer welke. Stel je voor hoe vaak hij die stukken niet heeft gedirigeerd. Duizend keer? We repeteerden tot een uur of één in de middag, daarna waren we vrij. ’s Avonds liep ik rond zeven uur langs de dirigentenkamer. Daar staat mevrouw Jansons. ‘Kom binnen Dominic’, zegt ze. Binnen zie ik Mariss op zijn knieën prutsen aan de dvd-speler. Uiteraard maak ik een grap: ‘Dit hoeft niet Mariss, kom overeind. Noem me Dominic, dat is prima.’ Het was een grappige situatie. Ik liet mijn ogen de kamer rondgaan en zag op het bureau de Mahlerpartituur met een potlood en gum ernaast – het was me duidelijk dat hij de afgelopen zes uur daaraan gewerkt had, terwijl het concert pas dagen later was. Hij was al in de zeventig, maar had opmerkingen weg zitten gummen, om er andere in te zetten. Zo zijn al zijn partituren gevuld met ideeën en gedachten. Er is zo veel verbeelding die hij wil opschrijven. In zijn hoofd ontwikkelt de muziek zich voortdurend. Dat geldt niet voor iedere dirigent.”