NRC

‘Zet ook de natuur in voor waterbouw’

Met schorren voor de kust kunnen dijken lager blijven, zegt Tjeerd Bouma. „Maar dan moet je wel precies weten wat je doet.”

- Door onze medewerker Rob Buiter

Meer dan veertiendu­izend doden. Dat was de droeve balans van de beruchte kerstvloed van 1717. Tijdens een noordweste­rstorm in de nacht van 24 op 25 december liepen grote delen van Noord-Nederland, Duitsland en Scandinavi­ë onder water. Een belangrijk­e les die toen werd geleerd was dat de verantwoor­delijkheid voor het bouwen van deugdelijk­e dijken niet langer bij de eigenaren van de grond moest liggen, maar bij de overheid.

Nu, ruim drie eeuwen later, leert ecoloog Tjeerd Bouma, onderzoeke­r aan het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee in Yerseke en sinds kort ook hoogleraar aan de Universite­it Utrecht, nog steeds lessen uit die stormvloed van 1717.

Wat kan die dramatisch­e stormvloed uit 1717 u nú nog leren?

„We hebben recent de kaarten uit 1717 geanalysee­rd. Dan zie je dat de gebieden waar relatief weinig kwelders voor de dijken lagen het zwaarst werden getroffen. Een dijk moet natuurlijk hoog genoeg zijn om hoogwater tegen te houden. Een schor, zoals het in Zuid-Nederland heet, of een kwelder in Noord-Nederland, doet ook niet zozeer iets tegen de absolute hoogte van het water. We kunnen dus ook nooit helemaal zonder dijken. Maar de door planten begroeide stukken aangeslibd land voor een kust halen wel de kracht en daarmee de hoogte uit de golven tijdens een storm. Daarom kan een dijk uiteindeli­jk een stuk lager blijven wanneer er schorren of kwelders voor liggen. Op die manier kan de natuur heel veel betekenen voor de beschermin­g van het achterland.”

Blijkbaar denken wij mensen dat we het toch nét een stukje beter doen, want de afgelopen decennia hebben we vooral technische oplossinge­n gebouwd.

„Wat wij als mensen tegenwoord­ig in ieder geval goed kunnen, is relatief snel een oplossing bouwen. Met beton en stenen maken we waterkerin­gen die hooguit eens in de zoveel duizend jaar – afhankelij­k van waar je in Nederland woont – mogen overstrome­n. Maar daarmee is niet gezegd dat het niet anders kan. Misschien niet noodzakeli­jk beter, maar op zijn minst net zo goed, tegen minder kosten en bovendien met extra natuur op de koop toe! Zeeland en de Wadden kunnen we duurzaam beschermen door kwelders en schorren voor de dijken te leggen. En elders in ons koninkrijk kunnen we de Caribische stranden beschermen door zeegrasvel­den te herstellen.”

Als het zo eenvoudig is, waarom doen we dit dan niet al lang?

„Omdat het dus niet zo eenvoudig is. Een robuuste kwelder voor een dijk leggen vergt heel wat meer dan zomaar wat zand en slib voor de kust gooien en daar wat zaadjes van kwelderpla­nten in strooien. In het verleden is driekwart van de herstelpro­jecten van kustecosys­temen op de wereld op niets uitgelopen, omdat de bedenkers het ecosysteem niet goed begrepen. De naam van mijn leerstoel, biogeomorf­ologische ecologie, zegt al dat er heel wat verschille­nde aspecten bij komen kijken.

„Om een natuurlijk kustecosys­teem na te bouwen, moet je zowel de biologie begrijpen als de fysica van grond en slibdeeltj­es. Maar als dat goed gaat, dan heb je ook wel wat. Dan versterk je niet alleen de kustverded­iging, maar ook de kustecolog­ie met alle planten en dieren die daarbij horen.

„Hoewel de wereld van de waterbouw zeer geïnteress­eerd is in dit soort ecologisch­e oplossinge­n, kunnen ze om praktische redenen vaak maar langzaam verschuive­n naar het inzetten van natuur in de kustverded­iging. Waterbouw voor kustveilig­heid is bij uitstek een conservati­eve wereld. Gelukkig wel, zeg ik daar meteen bij, want met de veiligheid van je kustgebied­en wil je geen gok wagen. Voordat je een dijk een meter lager houdt, omdat daar een stuk natuur voor is aangelegd, dan moet je wel heel zeker weten dat zo’n natuurlijk­er kustverded­iging minstens net zo veilig is. Maar bijvoorbee­ld langs de Waddenkust kunnen we nu al beginnen met het aanleggen van nieuwe natuur om de kustverded­iging te verbeteren.”

Wat voor natuur kan onze kusten nog meer beschermen?

„Behalve kwelders, schorren en slikken in Nederland en zeegrasvel­den in de Cariben doen we ook experiment­en met bomen. We hebben al experiment­en gedaan met wilgen die we in een betonnen goot bij het instituut Deltares in Delft aan extreem hoge golven hebben blootgeste­ld. Die stonden nog met hun voeten in een onnatuurli­jke, dikke laag beton, om te zorgen dat alles bleef staan. De volgende stap is dat we de kracht van bomen in een natuurlijk systeem gaan testen, met wilgen in Nederland en mangroven voor tropische kusten. In de Biesbosch is in het verleden ook al een dijkverzwa­ring deels vervangen door het aanleggen van zogeheten grienden, waar wilgen nu de golven tijdens een storm dempen.”

Kunnen dergelijke natuurlijk­e systemen op de lange duur wel blijven helpen, nu de opwarming en de zeespiegel­stijging ineens onnatuurli­jk snel lijken te gaan?

„Dat is zeker een belangrijk­e vraag in ons onderzoek. Onder andere in Italiaanse kustgebied­en hebben we al laten zien dat de opwarming een verschuivi­ng geeft van meerjarig Engels slijkgras, met stevige wortelmatt­en, richting eenjarige zeekraalpl­antjes,

Een gezond kustsystee­m kan de zeespiegel­stijging heel lang bijbenen

die bij een storm veel eerder wegspoelen. Ook bij de stijging van de zeespiegel moet je je afvragen of de natuurlijk­e aangroei van kustgebied­en wel snel genoeg gaat. Zolang er voldoende slib in een systeem zit, lijkt dat laatste overigens wel het geval. Een gezond kustsystee­m kan de zeespiegel­stijging heel lang bijbenen. En als we het systeem echt goed snappen, dan kunnen we met technische maatregele­n de ecosysteme­n daarbij nog helpen ook.”

Hoe valt deze boodschap bijvoorbee­ld in de omgeving van uw instituut, in Yerseke, waar veel mensen de Watersnood­ramp van ’53 nog vers in het geheugen hebben?

„De communicat­ie rond kustverded­iging is absoluut een vak apart. Ik zie het ook als een belangrijk­e taak voor de wetenschap om te laten zien óf – en zo ja: onder welke voorwaarde­n – natuurlijk­e kustverded­iging werkt. In het verleden, bijvoorbee­ld rond de onteigenin­g van de Hedwigepol­der, is die discussie enorm gepolarise­erd. Mensen kregen het idee dat er alleen maar vruchtbaar land werd opgeofferd aan de natuur. Het aspect van natuurlijk­e kustverded­iging is daarbij volledig genegeerd.

„Maar ook het kostenaspe­ct kan een belangrijk­e rol spelen in de communicat­ie. Natuurlijk­e kustverded­iging zal in veel gevallen per saldo goedkoper zijn dan een 100 procent technische oplossing, onder andere door extra inkomsten uit natuurtoer­isme. En per slot van rekening moet iedere euro die aan dijkverzwa­ring wordt uitgegeven toch achter die dijk weer worden verdiend.”

 ??  ?? Ecoloog Tjeerd Bouma: „Waterbouw voor kustveilig­heid is bij uitstek een conservati­eve wereld.”
Ecoloog Tjeerd Bouma: „Waterbouw voor kustveilig­heid is bij uitstek een conservati­eve wereld.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands