Remy Evers wint cabaretfestival
Met een nadruk op de performance koos de jury Remy Evers als winnaar van de cabarettalentenjacht in Rotterdam. Tobi Kooiman kreeg de Publieksprijs en Samir Fighil de Persoonlijkheidsprijs.
Remy Evers is zaterdag uitgeroepen tot winnaar van het Cameretten Festival. In theater de Oude Luxor in Rotterdam prees de jury van de cabarettalentenjacht hem als „een groot acteertalent met een goed gevoel voor timing”. De Limburger speelde een act waarbij hij tracht in de voetsporen te treden van zijn vader door ook Prins Carnaval te worden. De as van zijn vader draagt hij bij zich in een verfblik, zegt hij.
Evers begon met een koddig dansje op muziek van Abba. Zijn levendige set bevatte meer dansjes, het uitpakken van rekwisieten uit een doos en het belagen van het publiek met water en een bladblazer. De jury zag „een sympathieke loser die de aandacht trekt met zijn ongewone manier van campagne voeren. Zijn associatieve voorstelling vol fantasie is absurd, beeldend en verhalend. De opbouw van zijn programma lijkt nonchalant, maar zit zorgvuldig in elkaar.” Ook prees de jury zijn „elastieken gezicht” dat „elke expressie” laat zien.
Gezien de lof voor Tobi Kooiman van de jury was het verrassend dat hij niet tot winnaar werd gekroond. Kooiman presenteerde zich als een wiskundige met een voorliefde voor de radicale toepassing van logica in de communicatie en zijn opvattingen over het leven, in het bijzonder de vraag hoe je kinderen moet opvoeden. Dat leverde een reeks uiterst grappige denkoefeningen op. Als Jan Beuving behoefte zou hebben aan een voorprogramma, dan hoeft hij niet ver te zoeken.
De jury zag dan ook „een spervuur aan grappen, die bijna allemaal raak zijn”. Er was meer waardering: „Zijn programma zit heel geraffineerd in elkaar en meerdere malen keren zijn intelligente (doordenk)grappen op handige wijze terug.” Bij elkaar was het „een waar feest voor de theaterbezoeker”.
Kritiek was er ook, op zijn spel. Kooiman staat „met gemak” op het podium, aldus de jury „maar qua podiumpresentatie valt er nog wel het een en ander te winnen”. Hij moest minder „mompelen” en zijn timing „beter afstemmen op de zaal”.
Dat deze constateringen leidden tot winst voor Evers legt een terugkerend misverstand bij cabaretjury’s bloot: de neiging om vorm (de performance) boven inhoud (originaliteit) te kiezen. De zelfverzekerde performer Evers had al te veel richtingloze scènes en zijn humor was van het type, waarin flyeren wordt verbasterd tot „vlaaieren”, als „een Limburg ritueel, waarbij je vlaai door de brievenbus propt”. De houterigheid van Kooiman, die niet eens zo verkeerd was bij zijn nerdy personage, laat zich prima bijschaven door veel te spelen. Terwijl het de vraag is of Kooimans talent voor een coherent verhaal, slimme grappen en opvallende redeneringen een gave is die zich nog bij de andere finalisten laat ontwikkelen.
De Persoonlijkheidsprijs was voor Samir Fighil, een deelnemer die de finale niet haalde. Hij werd geprezen om „zijn vanzelfsprekende uitstraling én zijn acteertalent”. De derde finalist was Henk Overdijk. Overdijk complementeert het trio dat nu door het hele land zal gaan optreden tijdens de felbegeerde finalistentournee: de kans om meer dan zestig keer te spelen en daarmee de belangrijkste prijs van het festival.