Homeland meets Heel Holland Bakt
Je spreekt ze eigenlijk nooit, spionnen – maar dat is natuurlijk een beetje hun beroep. Gelukkig is er nu I Spy, een zesdelige programmareeks waarin vijftien Nederlanders worden ingewijd in de geheimen van de geheime dienst. Na een reeks opdrachten mag de beste op missie naar het buitenland: Homeland meets Heel Holland Bakt. (Het is wel te hopen dat ze in dat buitenland geen tv hebben, want anders weten ze daar nu al op wie ze moeten letten.)
Maar laten we geen grapjes maken. Spionage is een ernstige zaak en dat heeft een gunstige uitwerking op het programma, waarvan AvroTros maandag de eerste aflevering uitzond. Hoewel het een afvalrace is, wordt er niet gedaan aan nominaties of kunstmatig aangejaagde keuzemomenten. Als iemand faalt, wordt dat in koelen bloede afgehandeld. Het slachtoffer vindt een grote bruine envelop op zijn of haar kussen in de slaapzaal: wegwezen.
De ernst klinkt ook door in hoe de deelnemers hun kwaliteiten als geheim agent aanprijzen. Zo zegt eind-veertiger Juan, de oudste van het stel: „Ik denk dat ik goed kan liegen.” Hij is – u bent gewaarschuwd – hypotheekadviseur.
Voorlopig moesten de deelnemers eerst in groepen van vijf een man schaduwen bij het Centraal Station in Amsterdam. Dat bleek een zware opgave. De leerling-spionnen raakten elkaar kwijt, liepen opzichtig door het beeld van hun prooi en een van de aangewezen ‘teamleiders’ verdween in een metrostation, op zoek naar lijn 50. Ze dook pas weer op toen de andere kandidaten alweer terug in hun ‘basiskamp’ waren.
In de schaduwopdracht zag je menselijke mechanismen die niet aan de geheime diensten voorbehouden zijn. Want meteen aan het begin van de opdracht werd het gezag van teamleider Marit (de enige zwarte vrouw in het gezelschap) ondermijnd door Juan, de leugenvaardige hypotheekadviseur. Bij al haar instructies had hij een beter idee – tot hij haar aanwijzingen botweg negeerde. Even later was Marit vol stress de metro in gelopen.
Aan het eind van de dag kreeg Juan een harde reprimande voor zijn eigengereidheid en werd Marit weggestuurd: aan stressende spionnen hebben we niets. Ook een tweede kandidaat moest weg wegens een gebrek aan kalmte.
Er liggen ook andere gevaren op de loer. Zo zagen we een paar van de mannen samen, de borstpartijtjes vooruit, filosoferen over wie de ‘natural leader’ van de groep was. Een van hen, die het inderdaad goed had gedaan, opperde: „Ze zien mij wel als een van de sterksten, denk ik.” Onmiddellijk daarachter werd door de makers een opmerking van een van de docenten geplakt: „Deelnemers met een groot ego gaan het lastig krijgen.”
De volgende dag had de arme Juan het met een volgende vrouw aan de stok. Nu had hij zich in een oefening per ongeluk met zijn echte naam (en niet met zijn spionnennaam) voorgesteld aan collega Martje. Die briefde dat dadelijk door toen een van de docenten aanschoof. Juan kwaad natuurlijk („die muts”, later tegen de jongens); Martje meldde slechts stoïcijns dat Juan haar de opmerking niet in dank had afgenomen.
SI Spy.
pionage is beïnvloeding, luidde een van de lessen en ik heb stellig het idee dat deze Martje daar een meester in is. Sterker, inmiddels vermoed ik dat ze helemaal geen Friese christen is, maar een door de Russen of Talpa vooruitgeschoven pion om I Spy en de hele Nederlandse spionnenwereld van binnenuit te destabiliseren.
Of dit programma een bruikbare spion oplevert, is nog even de vraag – maar enkele vaardige kandidaten voor Wie is de mol? moeten we er toch aan kunnen overhouden.
Arjen Fortuin