Tekorten aan personeel houden aan
Voor wie werk zoekt, is een economisch-adminstratieve mbo-opleiding geen goede keus. Banen zijn er in ict, techniek, zorg en onderwijs.
De economische groei lijkt te matigen, maar de personeelstekorten blijven naar verwachting onverminderd groot. Vooral in de techniek, ict, zorg en onderwijs zullen de problemen de komende vijf jaar niet verdwijnen, rapporteert deze dinsdag het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), verbonden aan de Universiteit Maastricht.
De oorzaken van de schaarste verschillen per sector. Het onderwijs heeft sterk vergrijsd personeel. Tot 2024 is voor 17 procent van hen vervanging nodig. Voor ict’ers ontstaan veel nieuwe functies. In de zorgsector zijn beide ontwikkelingen gaande: het aantal functies groeit door de stijgende zorgbehoefte én veel zittend personeel moet vervangen worden – ongeveer 14 procent.
In totaal ontstaan de komende vijf jaar zo’n 2 miljoen ‘baanopeningen’, voorziet het ROA. Daartegenover staan slechts 1,6 miljoen school- en studieverlaters die de arbeidsmarkt betreden.
Dat wil overigens niet zeggen dat ‘het personeelstekort’ met 400.000 mensen groeit, aldus ROA-onderzoeker en hoogleraar arbeidseconomie Didier Fouarge. De cijfers zijn volgens hem niet bedoeld om een precieze voorspelling te geven over toekomstige tekorten. De arbeidsmarkt kan namelijk ook baat hebben bij werklozen die een baan vinden en werknemers die meer uren gaan werken. Bovendien kunnen werkgevers zich aanpassen aan de prognoses, zegt Fouarge, „door hun arbeidsvoorwaarden te verbeteren en zo het werk aantrekkelijker te maken”.
Baankans
De meest „schrikbarende” conclusie uit zijn rapport vindt Fouarge dat veel scholieren blijven kiezen voor economischadministratieve opleidingen. De baankans in die sector is slecht, vooral voor mbo’ers. Veel werk verdwijnt door automatisering, daarnaast ondervinden mbo’ers in die sector concurrentie van hoogopgeleiden.
Volgens Fouarge is op scholen meer aandacht nodig voor de baankans na verschillende opleidingen. Een student moet weten of er banen te krijgen zijn. Fouarge heeft kritiek op de loopbaanoriëntatiebegeleiding die scholieren nu krijgen. „Psychologen zeggen vaak: kies met je hart. Maar als econoom zeg ik: als er dan geen banen zijn, kom je met een gebroken hart de arbeidsmarkt op. Als je twee passies hebt, waarvan een meer perspectief biedt, moet je dat wel weten.”
Het kabinet besloot eerder dit jaar extra te investeren in bèta- en techniekopleidingen. Dat kan helpen die studies aantrekkelijker te maken, zegt Fouarge. Maar hij vindt het onbegrijpelijk dat het benodigde geld wordt weggehaald bij andere studierichtingen, zoals sociale wetenschappen. „Ik vind het een beetje cru als er gezegd wordt: bij opleidingen waar overaanbod is, kun je geld weghalen. Waarom zou je een student die culturele antropologie heel leuk vindt, ontmoedigen om dat te studeren?”
Bovenal moet de overheid „consequent” zijn, vindt Fouarge. „De afgelopen jaren werd eerst geïnvesteerd in de zorg, dan weer gekort. Dan geef je wisselende signalen aan studiekiezers.” Zo waren er in 2014 voor het eerst in jaren mínder eerstejaars studenten verpleegkunde. Mogelijke oorzaak: Rutte II ging bezuinigingen op de verpleeghuiszorg, maar later werden die alsnog afgeblazen. Fouarge: „Zulk jojo-beleid is funest.”