Provocateur is rechtse kracht in Trumps Witte Huis
Hij bepaalt Trumps antimigratiebeleid, maar schept niet op over zijn successen. De omstreden adviseur Miller heeft zitvlees.
De persconferentie van het Witte Huis is al bijna afgelopen, als presidentieel adviseur Stephen Miller nog één vraag toestaat. Het is augustus 2017 en de regering-Trump heeft net aangekondigd dat ze strengere eisen wil stellen aan migranten. Wie naar de VS wil komen, moet Engels spreken en hoogopgeleid zijn. Miller gunt de laatste vraag aan CNN-journalist Jim Acosta, zelf zoon van Cubaanse immigranten.
De bijna zeven minuten durende woordenwisseling die vervolgens uitbreekt, verraadt veel over de ideologie die met Miller in het hart van de Amerikaanse macht is beland. De nationaal-populistische stokebrand Miller wordt door critici al jaren ‘racistisch’ en ‘wit-nativistisch’ genoemd. Sinds vorige maand laait de roep om zijn aftreden weer op. Weinig wijst er echter op dat Miller snel vertrekt: in Trumps snel wisselende regeringsploeg weet hij al drie jaar uitstekend overeind te blijven. Als diens informele immigratietsaar trekt hij juist almaar meer macht naar zich toe.
Die zomerdag in 2017 vraagt Acosta aan Miller hoe het aangescherpte immigratiebeleid strookt met The New Colossus. Dit eind 19de-eeuwse sonnet op het voetstuk van het Vrijheidsbeeld stelt immers: ‘Geef mij uw vermoeide, uw arme, uw ineengedoken massa’s verlangen om vrij te ademen.’ Acosta: „Het zegt nergens dat migranten Engels moeten spreken of computerprogrammeur moeten zijn.”
Aanvankelijk kaatst Miller nog terug dat het gedicht pas later aan het beeld is toegevoegd. Dat het geen nationale wet is. Dat Engels nu ook al vereist is voor naturalisatie. De discussie ontspoort wanneer Acosta stelt dat de regering „migratiestromen etnisch en raciaal wil bijsturen” en dat „de VS straks alleen nog Britten en Australiërs toelaten”. Na die laatste opmerking ziet Miller zijn kans schoon. „Jim, ik ben eerlijk gezegd geschokt dat je stelt dat alleen mensen uit Groot-Brittannië het Engels machtig zouden zijn. Het verraadt een enorm kosmopolitisch vooroordeel van jouw kant.”
Deze sneer is Stephen Miller ten voeten uit. Al sinds zijn puberteit schept hij er genoegen in linkse tegenstanders te ontregelen door ze te provoceren, liefst met hun eigen politiek-correcte argumenten. Tegelijkertijd is een term als ‘kosmopolitisch’ omstreden: critici wijzen er op dat het sinds de jaren dertig een bekend codewoord is om onder anderen Joden verdacht te maken. Miller zou de term gebruiken als antisemitische dogwhistle, een verholen oproep tot Jodenhaat.
Opgegroeid in een links milieu
Als achterkleinzoon van Wit-Russsische joden die in 1903 naar de VS vluchtten, verwerpt Miller zulke verwijten steevast. Zelf stelt hij een nieuw conservatief-populisme uit te dragen: tegen migratie, tegen doorgeschoten politieke-correctheid, tegen ‘mondiale elites’. Tegenover maandblad The Atlantic verklaarde hij in 2018 dat hij deze afkeer van „de totalitaire neigingen van nieuw links” ontwikkelde tijdens zijn jeugd in een progressief gezin in de welvarende Californische kuststad Santa Monica.
In deze rijke, linkse omgeving leerde de in 1985 geboren Miller in ieder geval al op jonge leeftijd om progressieve mensen te ‘trollen’. Als tiener maakt hij bijvoorbeeld bezwaar dat er op zijn middelbare school ook omroepberichten in het Spaans door de intercom klinken. Als klasgenoten in de nasleep van ‘11 september’ tegen militair ingrijpen in Irak zijn, stelt hij in de schoolkrant dat Al-Qaida-leider Osama bin Laden „zich erg welkom zou voelen op Santa Monica High”.
Als student ontwikkelt hij deze provocerende stijl verder. Op Duke, een vooraanstaande privé-universiteit in North Carolina, leidt hij de lokale afdeling van ‘Studenten voor Academische Vrijheid’, die strijdt tegen veronderstelde ‘linkse indoctrinatie’ door professoren. Ook op de campus zoekt hij regelmatig de confrontatie met linkse medestudenten. Bijvoorbeeld door – net als eerder op zijn middelbare school – ook op Duke anti-islam-activist David Horowitz uit te nodigen als spreker.
Op Duke legt Miller ook de basis voor zijn latere politieke loopbaan. Hij schrijft er rechtse bijdragen aan het universiteitsblad. Hierin neemt hij het onder meer op voor drie lacrosse-spelers (allen blank) die verdacht worden van verkrachting van een Afro-Amerikaanse studente. Miller noemt de mannen het slachtoffer van politieke correctheid en onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Hij begint uitnodigingen te krijgen voor optredens op rechtse tv-zenders als Fox News.
Na zijn afstuderen gaat hij al snel aan de slag in Washington. Eerst als woordvoerder van het uiterst-rechtse congreslid Michele Bachmann, later als speechwriter van senator Jeff Sessions uit Alabama.
In die laatste functie speelt hij in 2013 een belangrijke rol bij het tegenwerken van een hervorming van de migratiewetgeving. Een zeldzame poging van beide partijen in Washington om een slepend dossier aan te pakken, wordt getorpedeerd door de Tea Party, de uiterst-rechtse vleugel van de Republikeinse partij.
Wanneer Donald Trump in de zomer van 2016 de presidentskandidatuur binnensleept, wordt deze anti-migratiekoers de officiële partijlijn. Miller treedt begin verkiezingsjaar 2016 toe tot Trumps campagneteam en klimt razendsnel op tot een van zijn belangrijkste medewerkers. Hij schrijft toespraken, warmt het publiek op tijdens campagnerally’s en geeft de kandidaat strategisch advies.
Uiterst loyaal aan de president
De provocateur Miller kan echter ook heel discreet opereren binnen de Washingtonse bureaucratie, blijkt zodra Trump begin 2017 aantreedt. In de chaotische duiventil die het Witte Huis die eerste maanden is, weet hij beleidsplannen op gewiekste wijze door te drukken. Een verlaging van het vluchtelingenquotum, het inreisverbod voor inwoners van moslimlanden, minder green cards, langere detentie en scheiding van migrantengezinnen, opheffing van de gedoogstatus van zogenoemde Dreamers, strengere asielregels: het komt allemaal uit de koker van Miller.
Terwijl het personeelsverloop binnen Trumps ploeg hoog blijft, houdt Miller stand in verschillende functies. Amerikaanse media reconstrueren regelmatig hoe hij feitelijk Trumps immigratiebeleid bepaalt. Wanneer minister Nielsen (Binnenlandse Veiligheid) en topambtenaren wijzen op praktische obstakels en juridische bezwaren tegen Trumps grensmuur of migratiebeleid, stuurt Miller achter de schermen met succes aan op hun vertrek. Vervolgens zorgt hij dat er vervangers komen die zijn harde lijn wel steunen.
Met deze absolute loyaliteit helpt hij een van Trumps centrale verkiezingsbeloftes vormgeven. Maar nog belangrijker voor zijn politiek overleven: Miller pronkt zelden zelf met zijn stille beleidsuccesen.